Op 22 september 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling van zijn levensgezel. De zaak betreft incidenten die plaatsvonden op 19 mei 2013 in de gemeente Aa en Hunze. De verdachte werd ervan beschuldigd zijn partner te hebben gedwongen tot seksuele handelingen en haar te hebben mishandeld. Tijdens de zitting op 29 augustus 2014 en 8 september 2015 werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. W.M. Bierens, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. S.M. von Bartheld.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het eerste ten laste gelegde feit, omdat dit niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. De verdachte ontkende de beschuldigingen van dwang tot seksuele handelingen, maar erkende wel dat er eerder die dag seksueel contact was geweest met de aangeefster, waarbij zij had ingestemd. Het tweede feit, de mishandeling, werd echter wel bewezen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk zijn levensgezel had mishandeld, wat resulteerde in letsel en pijn voor de aangeefster.
De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die verminderd toerekenbaar werd geacht vanwege een verstandelijke beperking en alcoholmisbruik. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 50 uren, met een proeftijd van drie jaren en bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling voor zijn impulsiviteit en alcoholmisbruik. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding van 200 euro toegewezen, terwijl het overige deel van de vordering niet ontvankelijk werd verklaard.