ECLI:NL:RBNNE:2015:453

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 januari 2015
Publicatiedatum
5 februari 2015
Zaaknummer
18.740040-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van minderjarige jongen in zaak van seksuele handelingen met minderjarig slachtoffer

Op 27 januari 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige jongen, die werd beschuldigd van het plegen van seksuele handelingen met een minderjarig meisje. De tenlastelegging omvatte primair verkrachting, subsidiair ontuchtige handelingen en meer subsidiair feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de jongen schuldig te verklaren. De verdachte heeft ontkend de seksuele handelingen te hebben verricht en de rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuigen kritisch beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van het slachtoffer inconsistent waren en dat er geen bewijs was dat de verdachte de seksuele handelingen had gedwongen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij, het slachtoffer, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat het ten laste gelegde niet bewezen was. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie kinderrechters, en de griffier was G.T. Zandstra-Alkema.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/740040-14
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 januari 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 januari 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B.P.M. Canoy en mr. D. Uygul, beiden advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. P.A. van der Vliet.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij (in/)op of omstreeks 8 en/of 9 (/de maand) december 2013 te [pleegplaats], (althans) in de gemeente Weststellingwerf, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die
[slachtoffer] gebracht en/of de borst(en) en/of de billen van die [slachtoffer] betast en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte die [slachtoffer] (met zijn, verdachtes, elleboog) achterover en/of naar achteren (op haar rug) (en/of op de tafel van het (picknick)bankje) heeft gedrukt en/of haar (telkens) heeft belet om overeind te komen en/of om weg te gaan en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, hand (onverhoeds) in de broek van die [slachtoffer] heeft gedaan en/of de rits en/of de knoop van de broek van die
[slachtoffer] heeft open gemaakt en/of de broek en/of onderbroek van die [slachtoffer] naar beneden heeft getrokken en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij (in/)op of omstreeks 8 en/of 9 (/de maand) december 2013 te [pleegplaats], (althans) in de gemeente Weststellingwerf, met [slachtoffer] (geboren op [datum]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn,
verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of de borst(en) en/of de billen van die [slachtoffer] betast;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij (in/)op of omstreeks 8 en/of 9 (/de maand) december 2013 te [pleegplaats], (althans) in de gemeente Weststellingwerf, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) ontuchtige handeling(en) die bestond(en) uit het betasten van de borst(en) en/of de billen en/of de (onbedekte) vagina van die [slachtoffer] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte die [slachtoffer] (met zijn, verdachtes, elleboog) achterover en/of naar achteren (op haar rug) (en/of op de tafel van het (picknick)bankje) heeft gedrukt en/of haar (telkens) heeft belet om overeind te komen en/of weg te gaan en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, hand (onverhoeds) in de broek van die [slachtoffer] heeft gedaan en/of de rits en/of de knoop van de broek van die [slachtoffer] heeft opengemaakt en/of de broek en/of onderbroek van die
[slachtoffer] naar beneden heeft getrokken en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij (in/)op of omstreeks 8 en/of 9 (/de maand) december 2013 te [pleegplaats], (althans) in de gemeente Weststellingwerf, met [slachtoffer] (geboren op [datum]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het betasten van de borst(en) en/of de billen en/of de vagina van die [slachtoffer];
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling voor het meer subsidiair ten laste gelegde;
- oplegging van een werkstraf van 100 uren subsidiair 50 dagen vervangende jeugddetentie;
- oplegging van een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van twee maanden met een proeftijd van twee jaren;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot een bedrag van
€ 972,20 alsmede oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor voornoemd bedrag;
- afwijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] met betrekking tot de schade aan de fiets, te weten € 225,--;
- niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij [slachtoffer] met betrekking tot de overig gevorderde immateriële schade.

Beoordeling van het bewijs

De rechtbank overweegt als volgt.
Verdachte heeft in de vroege ochtend van 9 december 2013 twee meisjes genaamd [slachtoffer] en [naam 2] op straat in [pleegplaats] ontmoet. Op een gegeven moment hebben ze besloten om met zijn drieën naar het strandje bij [locatie] te [pleegplaats] te gaan. Daar aangekomen zijn ze op een picknicktafel gaan zitten. Verdachte zat tussen de beide meisjes in. In eerste instantie heeft hij met [naam 2] gezoend, maar omdat [naam 2] aangaf dat ze niet verder wilde is hij hiermee gestopt. Vervolgens heeft verdachte zich op [slachtoffer] gericht.
Volgens verdachte heeft hij eerst [slachtoffer] (geboren op [datum]) over de jas gestreeld ter hoogte van haar rug. Daarna heeft hij zijn hand onder haar shirt gedaan en heeft hij haar buik gestreeld. Vervolgens is hij met zijn hand in haar broek gegaan en heeft hij de binnenkant van haar bovenbenen een tijdje gestreeld. Volgens verdachte heeft hij haar broek niet losgemaakt, is hij niet met zijn hand in haar onderbroek geweest en heeft hij ook haar vagina niet aangeraakt. Tijdens de handelingen zat [slachtoffer] volgens hem op de tafel en leunde ze een beetje naar achteren, maar lag ze niet met haar rug op de tafel. Verdachte heeft niet aan [slachtoffer] gemerkt dat zijn handelingen niet gewenst waren en hij drukte haar ook niet met zijn elleboog naar achteren. Volgens verdachte liep [slachtoffer] op een gegeven moment weg en zag hij toen dat ze huilde. Pas op dat moment was het hem duidelijk dat zijn handelingen niet gewenst waren geweest. Hij heeft haar tijdens zijn aanrakingen niets horen zeggen.
Volgens [slachtoffer] heeft verdachte haar echter gedwongen tot seksuele handelingen door haar met zijn elleboog op de picknicktafel te duwen en met zijn hand in haar broek te gaan, deze broek los te maken en naar beneden te trekken. Vervolgens is hij met zijn hand in haar onderbroek gegaan en heeft hij zijn vinger in haar vagina gestopt. Op een gegeven moment is het haar gelukt om met twee handen zijn hand uit haar broek te trekken en is ze weggelopen.
De vriendin van [slachtoffer], [naam 2], heeft ook een getuigenverklaring afgelegd. Zij heeft gezien dat verdachte de broek van [slachtoffer] heeft losgemaakt en met zijn hand in de broek van [slachtoffer] is gegaan. Vervolgens heeft ze gezien dat verdachte [slachtoffer] twee of drie keer op de tafel heeft geduwd met zijn rechterarm.
[slachtoffer] heeft een verklaring afgelegd tijdens een informatiegesprek en is als getuige gehoord. De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer] niet consistent is in haar verklaringen. Tijdens het informatief gesprek heeft ze duidelijk verklaard dat verdachte op geen enkele wijze aan haar heeft kunnen merken dat zij zijn handelingen niet fijn vond, terwijl ze in haar getuigenverklaring een soort worsteling beschrijft waarbij ze telkens op de tafel werd gedrukt en samen met verdachte aan haar broek aan het trekken was.
Verdachte heeft consistent ontkend dat hij de borsten, billen en vagina van [slachtoffer] heeft aangeraakt. [naam 2] heeft gezien dat verdachte met zijn hand in de broek van [slachtoffer] is geweest, maar zij heeft niet kunnen zien welke lichaamsdelen verdachte met zijn hand heeft aangeraakt. De rechtbank acht enkel de verklaring van [slachtoffer], gelet op hetgeen daarover hiervoor is overwogen, onvoldoende om tot het wettig en overtuigend bewijs te komen dat verdachte haar vagina is binnengedrongen en/of (onder dwang) haar borsten, billen en/of vagina heeft betast.
De rechtbank zal verdachte van de gehele tenlastelegging vrijspreken, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte [slachtoffer] tot seksuele handelingen heeft gedwongen en dat hij haar borsten, billen of vagina heeft betast en/of haar vagina is binnengedrongen.

Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde.
De rechtbank acht echter het ten laste gelegde waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen. De benadeelde partij zal derhalve niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.

Benadeelde partij

Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] niet ontvankelijk is in haar vordering en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. I.M. Dölle en mr. J.Y.B. Jansen, kinderrechters, bijgestaan door G.T. Zandstra-Alkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 januari 2015. De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Brinksma
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Dölle
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Jansen
locatie Leeuwarden,
………………..
………………….