Op 2-10-2014, omstreeks 05:00 uur reden wij, verbalisanten, over de [straat 1] te [pleegplaats 1] . Wij, verbalisanten, zagen ter hoogte van de kruising [straat 1] en de [straat 2] te [pleegplaats 1] , twee personen rennen richting het [straat 2] . Toen ik, [verbalisant 3] , de personen aansprak, met het verzoek om te blijven staan, zagen wij, dat beide personen even bleven staan. [verbalisant 4] , zag dat persoon 1 een gooiende beweging maakte richting de geparkeerde grijze personenauto. Wij zagen dat persoon 2 achter een personenauto bleef staan in een gehurkte positie.
Ik, [verbalisant 3] , vroeg de persoon om te blijven staan. Op het moment dat ik, [verbalisant 3] , dit vroeg, zagen wij dat persoon 2 wegrende richting de [straat 1] te [pleegplaats 1] .
Ik, [verbalisant 3] stapte onmiddellijk uit het voertuig en zette de achtervolging in. Ik, [verbalisant 3] , zag dat de persoon langs de gracht rende, richting de [straat 5] te [pleegplaats 1] . Ik zag dat de persoon langs de
gracht rende en ter hoogte van een boot, welke in de gracht lag, voorwerpen weggooide. Ik, [verbalisant 3] , hoorde direct na het weggooien een geluid wat ik herkende als ijzer op ijzer. Vanaf de [straat 6] had ik, [verbalisant 3] , geen zicht meer op deze persoon en ben ik teruggelopen naar de plek waar de persoon voorwerpen heeft weggegooid. Ter plaatse zag ik, [verbalisant 3] , dat er een donkerkleurige muts en een handschoen in het water lagen. Ik, [verbalisant 3] , zag dat de voorwerpen tussen een boot en de wal lagen. Ook zag ik, [verbalisant 3] , dat er een handschoen op een plateautje lag, welk achter de boot dreef.
Toen wij, verbalisanten, klaar waren met zoeken zijn wij weer richting de kruising, [straat 1] , [straat 2] te [pleegplaats 1] gelopen.
Ter plaatse zagen wij, verbalisanten, dat er een deur was geforceerd van een winkel gelegen aan de [adres 1] . Wij, verbalisanten, kwamen er achter dat er was ingebroken door middel van braak. Wij zagen afdrukken van vermoedelijk een koevoet of breekijzer in het kozijn en de deur.
Ook zagen wij, houtsplinters. Vervolgens zijn wij, teruggelopen naar de plek waar de voorwerpen door persoon 2 werden weggegooid en hebben de handschoen van het plateautje gehaald en de handschoen uit het water gehaald. De donker kleurige muts hebben wij niet meer aangetroffen. Deze muts is vermoedelijk gezonken.