In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 12 januari 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en de stichting Promens Care. [eiseres], werkzaam als begeleider D, was op non-actief gesteld na een incident tijdens een vakantie-uitje met cliënten, waarbij alcohol was genuttigd. De werkgever, Promens Care, had een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, primair op basis van dringende redenen en subsidiair op gewijzigde omstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat er geen dringende redenen waren voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat de werkgever niet had aangetoond dat de werkneemster onprofessioneel had gehandeld. De kantonrechter benadrukte dat van een goed werkgever verwacht mag worden dat zij eerst een ondubbelzinnige waarschuwing geeft voordat zij overgaat tot ontslag. De voorzieningenrechter heeft de vordering van [eiseres] tot wedertewerkstelling toegewezen, met de verplichting voor Promens Care om haar binnen een week weer in dienst te nemen. De werkgever werd ook veroordeeld in de proceskosten.