een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0100-2014020776-27, d.d. 6 maart 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer] (p. 123 e.v.):
V: [mededader] en [verdachte] waren bij jou en eerst was het normaal en toen veranderde de sfeer. Klopt dat?
A: Ik kreeg een klap met een vuist.
V: Wat voelde je toen?
A: Donker voor de ogen en heel veel pijn. Ik ben geslagen. Vanaf de eerste klap was ik de kluts kwijt. Toen was ik vastgebonden aan de stoel. Toen is er iets over mijn hoofd getrokken. Ik ben ook met een kabel vastgebonden. En terwijl ik die zak over mijn hoofd had ben ik ook nog geslagen. Ik denk met een voorwerp.
V: Wanneer is die zak weer van je hoofd gegaan, hoe is dat gegaan?
A: Dat was nadat ik snijwonden kreeg. Ik had nog de zak over mijn hoofd toen ze alcohol in mijn mond schonken. Ik herinner mij nog dat ik de plas bloed naast mij heb gezien. Ik herinner me dat zij met messen bezig waren. Glijdende bewegingen op mijn T-shirt. De snijwonden op mijn schouders waren niet diep, die hoefden niet gehecht te worden.
V: Kun je stap voor stap vertellen wat er gebeurd is?
A: De eerste klap kreeg ik nog voordat ik de zak over mijn hoofd kreeg. Daarna kreeg ik de zak over mijn hoofd. Vervolgens kreeg ik nog meer klappen.
V: Wat voelde je toen je werd geslagen?
A: Ik voelde pijn. Die zak werd over het hoofd gedaan, dan werd ik geslagen. Dan werd het gat erin gedaan. Toen werd er Vodka in mijn mond werd gegoten. Toen werd ik gesneden. De ernstige snijwonden zijn mij aangebracht toen ik de zak op mijn hoofd had. Toen is de zak afgedaan en toen hebben ze me nogmaals gesneden.
A: Toen ik los werd gemaakt werd er nog met het mes gespeeld. Hij stak in de bank. Ook deed hij het mes bij mij achillespees zodat ik de rest van mijn leven invalide zou zijn. Dat was onder bedreiging als ik naar de politie zou gaan.
V: Wie deed dat?
A: Dat was [verdachte].
V: Op welk moment zag je dat bloed liggen?
A: Ik was toen nog vastgebonden maar ik zag toen dat bloed liggen. Mijn hand was nog naar beneden en ik moest kijken hoeveel bloed er uit was gelopen.
V: Kon je zien waar dat bloed uit kwam?
A: Mijn hele arm was bebloed en was rood. Dinsdag toen de wond werd gehecht was de politie er ook bij. Er kwam iemand bij omdat ik zoveel bloede dat ik dood kon gaan.
V: Wat heb je gezien toen je zak van je hoofd was?
A: Toen zag ik dat ze speelden met dat mes. Ze sneden mij met dat mes. Dat waren ondiepe sneden op mijn vingers, rug, borstkas, schouder.