Op 24 november 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van inbraak. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer en vond zijn oorsprong in een zitting op 10 november 2015. De verdachte, bijgestaan door advocaat mr. H.W. Knottenbelt, werd aangeklaagd door het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra. De tenlastelegging omvatte twee inbraken, waarbij de verdachte op 28 juni 2015 een gouden ring heeft gestolen uit de woning van [slachtoffer 1] en in de periode van 8 tot 11 juli 2015 een aantal waardevolle goederen heeft weggenomen uit de woning van [slachtoffer 2]. De rechtbank oordeelde dat het tweede feit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, waardoor de verdachte daarvan werd vrijgesproken. Echter, het eerste feit werd bewezen verklaard, waarbij de rechtbank concludeerde dat de verdachte zich toegang had verschaft tot de woning door middel van braak. De rechtbank overwoog dat de verdachte, die onder invloed van alcohol handelde, een frequent recidivist is en dat de inbraak een ernstige inbreuk op de privacy van de slachtoffers met zich meebracht. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van 7 maanden op, met aftrek van voorarrest, en wees de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot schadevergoeding van € 100 toe. De rechtbank benadrukte dat de verdachte aansprakelijk is voor de schade en dat de schadevergoedingsmaatregel van toepassing is. De uitspraak werd gedaan door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, en mrs. M.A.A. van Capelle en P.J. van Steen, rechters, en is openbaar uitgesproken op 24 november 2015.