ECLI:NL:RBNNE:2015:570

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 februari 2015
Publicatiedatum
12 februari 2015
Zaaknummer
18.720259-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Winkeldiefstal en opzetheling van verzorgingsproducten bij Kruidvat

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 3 februari 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee winkeldiefstallen en opzetheling. De verdachte heeft op 9 oktober 2014 in verschillende filialen van Kruidvat een groot aantal verzorgingsproducten gestolen, waaronder elektrische tandenborstels en cosmetica. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de diefstallen op een professionele manier heeft gepleegd, gebruikmakend van een geprepareerde tas om de alarmpoortjes te omzeilen. De verdachte is niet verschenen tijdens de zitting, maar zijn advocaat, mr. A. Petrescu, was aanwezig en heeft de verdediging gevoerd. Het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf, heeft gevorderd tot veroordeling van de verdachte.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van de diefstallen, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij samen met anderen handelde. Echter, de rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte opzettelijk goederen voorhanden had die van diefstal afkomstig waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, rekening houdend met zijn recidive en de ernst van de feiten. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 57, 310 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/720259-14
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 3 februari 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboorteplaats],
niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en zonder
bekende feitelijke woon- of verblijfplaats.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 januari 2015.
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. A. Petrescu, advocaat te Amsterdam, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 9 oktober 2014, te [pleegplaats 1], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en wel:
- in/uit een (winkelbedrijf) Kruidvat, gelegen aldaar aan [adres 1], een hoeveelheid elektrische tandenborstels (van het merk Oral-B) en/of (bijbehorende) opzetborstels (van het merk Oral-B) en/of een hoeveelheid cosmetica (Lipfinity Max Factor), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (winkelbedrijf) Kruidvat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- in/uit een (winkelbedrijf) Kruidvat, gelegen aldaar aan [adres 2], een hoeveelheid elektrische tandenborstels (van het merk Oral-B) en/of (bijbehorende) opzetborstels (van het merk Oral-B) en/of een hoeveelheid cosmetica (Lipfinity Max Factor), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (winkelbedrijf) Kruidvat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
2.
hij op of omstreeks 9 oktober 2014, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), en wel:
- in/uit een (winkelbedrijf) Kruidvat, gelegen aldaar aan [adres 3] te [pleegplaats 1], een hoeveelheid elektrische tandenborstels (van het merk Oral-B) en/of een hoeveelheid cosmetica (Lipfinity Max Factor) en/of een hoeveelheid (huid)verzorgingsproducten (van het merk en/of type Bio-Oil), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (winkelbedrijf) Kruidvat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- in/uit een (winkelbedrijf) Kruidvat, gelegen aldaar aan [adres 4] te [pleegplaats 2], een hoeveelheid elektrische tandenborstels (van het merk Oral-B) en/of (bijbehorende) opzetborstels (van het merk Oral-B) en/of een hoeveelheid (huid)verzorgingsproducten (van het merk en/of type Bio-Oil), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (winkelbedrijf) Kruidvat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 9 oktober 2014, te of bij [pleegplaats 3], althans in de gemeente Súdwest Fryslân, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (met uitzondering van de weggenomen goederen genoemd onder feit 1.)
een hoeveelheid elektrische tandenborstels (van het merk Oral-B) en/of (bijbehorende) opzetborstels (van het merk Oral-B) en/of een hoeveelheid cosmetica (Lipfinity Max Factor) en/of een hoeveelheid (huid)verzorgingsproducten (van het merk en/of type Bio-Oil) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- vrijspraak van het onder 2. primair en subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling voor het onder 1. ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 43 dagen met aftrek van voorarrest.

Beoordeling van het bewijs

Vrijspraak van het onder 2. primair ten laste gelegde feit
De rechtbank is met de verdediging en de officier van justitie van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de in de tenlastelegging onder 2. primair vermelde diefstallen heeft gepleegd. Daarom zal de rechtbank verdachte daarvan vrijspreken.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de onder 1. en 2. subsidiair ten laste gelegde feiten
De rechtbank past ten aanzien van de onder 1. en 2. subsidiair ten laste gelegde feiten de volgende bewijsmiddelen toe.
1. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer 2014111903-C, gesloten op 13 oktober 2014, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
1.1.
een ambtsedig proces-verbaal van aangifte, nummer PL0200-2014111965-1, d.d. 9 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 1]:
Op donderdag 9 oktober 2014 heeft een winkeldiefstal plaatsgevonden in het Kruidvat gevestigd aan [adres 1] te [pleegplaats 1]. Ik ben daar werkzaam als assistent bedrijfsleidster. Omstreeks 17:00 uur werd ik gebeld door een politieambtenaar. Die vertelde mij dat er verdachten waren aangehouden en dat zij producten bij zich hadden die vermoedelijk afkomstig zijn van diefstal uit een Kruidvat. De politie ambtenaar noemde drie producten die ze aangetroffen hadden. Dat waren elektrische tandenborstels, Lipfinity en Bio-Oil. Ik ben gaan kijken bij de producten. Ik kwam erachter dat er inderdaad meerdere producten weg zijn genomen. De producten die weg zijn genomen zijn: 3 x Oral-B elektrische tandenborstel 600 en 37 x Lipfinity lipstift. Ik heb de beveiligingscamera’s uitgekeken. Ik heb de beelden veiliggesteld en beschikbaar gesteld voor de politie.
1.2.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014111965-2, d.d. 11 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op 10 oktober 2014 werden door mij beelden opgehaald bij het filiaal van het Kruidvat aan [adres 1] te [pleegplaats 1]. De in het beeld aangeduide datum en tijd komen overeen met de werkelijke datum en tijd. Ik heb de video bekeken. Op de beelden zag ik een man met zwart haar, met grijze trui/shirt met lange mouwen, zwarte broek en grijze halfhoge schoenen met een witte hoge zool. De man droeg een zwarte schoudertas rond zijn schouder. Ik zag dat het een rechthoekige zwarte tas betrof met een kleine vierkante witte applicatie op de voorzijde. Ik herkende deze tas, als de tas die door de politie op 9 oktober 2014 in de auto van [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] was aangetroffen. De tas bleek te zijn geprepareerd (folie aan de binnenzijde). Ik herkende deze persoon voor 100 % als [verdachte]. Ook heb ik gezien dat de kleding die [verdachte] droeg bij zijn aanhouding op 9 oktober 2014 exact overeenkwam met de kleding die hij op de bewakingsbeelden van [adres 1] te [pleegplaats 1] droeg. Ik constateerde de volgende handelingen van [verdachte]:
- donderdag 09/10/2014, tijd 11:56 uur: [verdachte] betreedt Kruidvat filiaal [adres 1] te [pleegplaats 1];
- donderdag 09/10/2014, tijd 11:57 uur. [verdachte] loopt rechtstreeks naar het schap met elektrische tandenborstels, haalt een grote verpakking met tandenborstel uit het schap en laat deze in zijn zwarte schoudertas verdwijnen. Vervolgens verdwijnt [verdachte] even uit het zicht van de camera’s, maar blijft wel in de winkel;
- donderdag 09/10/2014, tijd 12:00 uur [verdachte] komt teruglopen naar het schap van de elektrische tandenborstels en laat nog zeker drie artikelen in de zwarte schoudertas verdwijnen. [verdachte] draait ook nog weg voor de camera, zodat niet alle handelingen die hij doet goed zichtbaar zijn op de video. Direct hierop begeeft [verdachte] zich naar de uitgang en verlaat op 09/10/2014 te 12:00 uur de winkel. [verdachte] loopt via de bewakingspoorten naar buiten. De bewakingspoorten worden niet geactiveerd, ondanks de artikelen in de schoudertas van [verdachte].
1.3.
een ambtsedig proces-verbaal van aangifte, nummer PL0200-2014111954-1, d.d. 9 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 2]:
Op 9 oktober 2014, omstreeks 16.30, werd ik door de politie gebeld dat er vermoedelijk in het Kruidvat aan [adres 2] te [pleegplaats 1], waar ik werk, goederen waren gestolen. Ik ben direct gaan kijken of ik ook goederen miste. Ik zag dat ik 28 Lipsticks miste van het merk, Max Factor, type Lipfinity. Ook zag ik dat er vier elektrische tandenborstels misten. Van het merk Oral-B, twee keer type Pro 600 en twee keer type Pro 2000. Ik heb de camerabeelden van de winkel teruggekeken. Op de camerabeelden is te zien dat een man Lipsticks in een grote zwarte schoudertas stopt. Ik stel de camerabeelden ten behoeve van het onderzoek vrijwillig af.
1.4.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014111954-3, d.d. 11 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op 10 oktober 2014 nam ik beelden in ontvangst van de bewakingscamera’s van Kruidvat, [adres 2] te [pleegplaats 1]. Ik heb de beelden uitgekeken. Ik herkende zowel [verdachte] als [medeverdachte 2] voor 100 % op de videobeelden. Ik zag dat zij op de videobeelden nog dezelfde kleding droegen als bij hun aanhouding. Ik begreep van aangever [persoon 2], dat [verdachte] op 9 oktober 2014 omstreeks 12:11 uur het filiaal aan [adres 2] te [pleegplaats 1] was binnengekomen. Ik zag dat [verdachte] op de make-up afdeling meerder lipstick/gloss in zijn zwarte schoudertas stopte. Ik zag dat [verdachte] een vijftal malen meerdere verpakkingen lipstick/gloss in zijn schoudertas stopte. Ik zag dat [verdachte] zich hierna verplaatste naar de afdeling met elektrische tandenborstels. Ik zag dat hij ook hier minimaal twee keer artikelen uit het schap in de schoudertas stopte. Ik zag vervolgens dat ongeveer 10 minuten hierna [medeverdachte 2] op de make-up afdeling hoeveelheden lipstick/gloss in zijn zwarte schoudertas stopte. Ik zag dat [medeverdachte 2] hierna naar de afdeling van elektrische tandenborstels liep en hier twee keer een artikel uit het schap pakte en niet terug plaatste. [medeverdachte 2] heeft vervolgens de winkel verlaten. De tas werd teruggevonden in het voertuig van verdachten toen zij werden aangehouden. De tas was geprepareerd (binnenzijde van de tas was voorzien van folie).
1.5.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014111903-9, d.d. 9 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten dan wel één van hen:
Op donderdag 9 oktober 2014 zagen wij een personenauto rijden van het merk Renault, type Laguna, voorzien van het Bulgaarse [kenteken]. Wij zagen dat er drie manspersonen in het voertuig zaten. Wij zagen dat de bestuurder zijn voertuig bij een bushalte aan de A7 bij [pleegplaats 3] tot stilstand bracht. Ik zag dat de bestuurder mij een Roemeense identiteitskaart overhandigde. Ik zag dat de bestuurder was [medeverdachte 1]. Ik, [verbalisant 1], zag door het geopende bestuurdersportier dat er op de achterbank, aan de bestuurderszijde, een afvalzak stond. Ik zag dat de zak minimaal tot de helft gevuld was met goederen. Door de ruit van het achterportier kon ik in de deels geopende afvalzak kijken. Ik zag dat er een grote hoeveelheid wit/oranje gekleurde kleine verpakkingen in deze zak zaten. Qua vorm en afmetingen kwamen deze verpakkingen overeen met drogisterij artikelen zoals parfum en verzorgingsproducten. Ik heb in de geopende afvalzak op de achterbank gekeken. Ik zag dat hierin meerdere verpakkingen met het opschrift “Bio Oil” lagen. Ook zag ik meerdere verpakkingen met opschrift “Oral B”. Ik zag dat er voor de achterbank, achter de bestuurdersstoel, nog eenzelfde afvalzak stond. Ik zag dat deze zak ook voor minstens de helft gevuld was met goederen. Wij hebben de drie manspersonen aangehouden op verdenking van heling. De andere twee manspersonen bleken te zijn [medeverdachte 2] en [verdachte]. [verdachte] droeg een grijs shirt met lange mouwen, een zwarte broek en grijze stoffen Puma schoenen.
1.6.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014111903-16, d.d. 9 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten dan wel één van hen:
Op 9 oktober 2014 nam ik, [verbalisant 2], een inbeslaggenomen navigatiesysteem in ontvangst. Ik begreep dat het navigatiesysteem inbeslaggenomen was uit de Renault Laguna met het [kenteken]. Wij hebben in het systeem van het navigatiesysteem gekeken. Ik zag dat er meerdere adressen te voorschijn kwamen met een naam. De volgende adressen kwamen tevoorschijn met benaming (onder meer): Kruidvat 4 [adres 5], Kruidvat 3 [adres 6], Kruidvat 5 [adres 7], Kruidvat 1 [adres 8], Kruidvat 2 [adres 9]. Kruidvat 1 en 2 zijn gevestigd in Sneek. Kruidvat 3 is gevestigd in Heerenveen. Kruidvat 5 is gevestigd in Gorredijk. Kruidvat 4 is gevestigd in Joure.
1.7.
een kennisgeving van inbeslagneming met bijbehorende fotobladen, registratienummer PL0200-2014111903-11, d.d. 9 oktober 2014, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende dat op 9 oktober 2014 aan de A7 te [pleegplaats 3] in twee zakken in een auto met Roemeens [kenteken], werden aangetroffen vijf elektrische tandenborstels van het merk Oral-B, type Cross Action pro 600, twee elektrische tandenborstels van het merk Oral-B, type Precision Clean pro 600, twee elektrische tandenborstels van het merk Oral-B, type pro 2000, twee elektrische tandenborstels van het merk Oral-B, type Vitality, elf verpakkingen met in totaal 40 opzetborstels van het merk Oral-B, veertien verpakkingen van 200 ml van het merk Bio-Oil en 93 lipsticks Lipfinity van het merk Max Factor.
Vrijspraak van medeplegen (ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde feit)
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte bij het plegen van de onder 1. ten laste gelegde winkeldiefstallen heeft gehandeld tezamen en in vereniging met een of meer anderen. Uit het dossier blijkt niet dat bij het uitvoeren van de diefstallen andere personen betrokken waren dan verdachte. Dat [medeverdachte 2], kort nadat verdachte goederen had weggenomen bij het Kruidvat aan [adres 2] te [pleegplaats 1], eveneens goederen heeft weggenomen bij diezelfde winkel, dat hij daarbij dezelfde geprepareerde tas heeft gebruikt en dat zij en de door hen bij het Kruidvat weggenomen goederen samen in één auto zijn aangetroffen, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking bij het plegen van de winkeldiefstallen. Daarbij acht de rechtbank met name van belang dat verdachte en [medeverdachte 2] niet tegelijkertijd in de winkel zijn geweest. Ook blijkt niet dat verdachte tevoren samen met anderen plannen heeft beraamd voor het plegen van de diefstallen. In het in de auto aangetroffen navigatiesysteem stonden niet de adressen van de Kruidvat-filialen aan [adres 1] en [adres 2] te [pleegplaats 1]. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen.
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 2. subsidiair ten laste gelegde feit
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk vier elektrische tandenborstels van het merk Oral-B, elf verpakkingen met in totaal 40 opzetborstels van het merk Oral-B, veertien verpakkingen van 200 ml van het merk Bio-Oil en ongeveer 30 lipsticks Lipfinity van het merk Max Factor voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat het door misdrijf verkregen goederen betroffen. Dit betreft de in de auto van verdachte en de medeverdachten in twee plastic tassen aangetroffen verzorgingsproducten met uitzondering van de goederen die zijn weggenomen bij de in de tenlastelegging onder 1. vermelde Kruidvat-filialen. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
De genoemde goederen zijn aangetroffen in de auto waarin verdachte samen met twee medeverdachten zat op het moment dat hij werd aangehouden. De goederen zaten in twee plastic tassen samen met de goederen die verdachte en één van de medeverdachten eerder diezelfde dag hadden gestolen bij het winkelbedrijf Kruidvat in [pleegplaats 1]. Het betreffen grotendeels goederen van (bijna) hetzelfde type en hetzelfde merk als de door verdachte en de medeverdachte weggenomen goederen. Voor het overige betreft het een vergelijkbaar soort goederen. Toen verdachte met het aantreffen van de goederen werd geconfronteerd, heeft hij geen goede verklaring kunnen of willen geven voor de aanwezigheid van deze goederen in de auto. In het navigatiesysteem dat in de auto werd aangetroffen, stonden de adressen van vijf andere Kruidvat-filialen in Friesland.
Op grond van deze constateringen is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet hebben geweten dat de goederen in de auto lagen. Daarom heeft hij deze goederen naar het oordeel van de rechtbank voorhanden gehad. Voorts acht de rechtbank op grond van de voorgaande constateringen bewezen dat deze goederen van diefstal afkomstig zijn en dat verdachte dit wist. Daarom acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich ten aanzien van deze goederen schuldig heeft gemaakt aan opzetheling.

Redengeving bewezenverklaring

De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen bewezen is verklaard en op grond daarvan heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan. Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1. en 2. subsidiair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 9 oktober 2014 te [pleegplaats 1] meermalen telkens met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, en wel:
- in/uit een winkelbedrijf Kruidvat, gelegen aldaar aan [adres 1], een hoeveelheid elektrische tandenborstels van het merk Oral-B en een hoeveelheid cosmetica (Lipfinity Max Factor), toebehorende aan winkelbedrijf Kruidvat, en
- in/uit een winkelbedrijf Kruidvat, gelegen aldaar aan [adres 2], een hoeveelheid elektrische tandenborstels van het merk Oral-B en een hoeveelheid cosmetica (Lipfinity Max Factor), toebehorende aan winkelbedrijf Kruidvat;
2. subsidiair
hij op 9 oktober 2014 bij [pleegplaats 3]
(met uitzondering van de weggenomen goederen genoemd onder feit 1.)
een hoeveelheid elektrische tandenborstels van het merk Oral-B en opzetborstels van het merk Oral-B en een hoeveelheid cosmetica (Lipfinity Max Factor) en een hoeveelheid (huid)verzorgingsproducten van het merk Bio-Oil voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Diefstal, meermalen gepleegd;
2. subsidiair Opzetheling.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de bewezen en strafbaar verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit de over hem opgemaakte rapportage, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft twee winkeldiefstallen gepleegd bij twee filialen van het winkelbedrijf Kruidvat. Daarbij heeft hij een groot aantal verzorgingsproducten buit gemaakt. Door gebruik te maken van een geprepareerde tas heeft verdachte de alarmpoortjes van de winkel kunnen passeren zonder dat deze afgingen. Winkeldiefstal is een ergerlijke vorm van criminaliteit die voor winkeliers veel schade en hinder oplevert. Bovendien heeft verdachte inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de winkeliers. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de opzetheling van een groot aantal andere, vergelijkbare verzorgingsproducten.
In het navigatiesysteem in de auto van verdachte en de medeverdachten stonden de adressen van vijf andere Kruidvat-filialen in Friesland. Hieruit leidt de rechtbank af dat er plannen bestonden om ook in deze Kruidvat-filialen winkeldiefstallen te plegen en dat men dus bezig was met een strooptocht.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte in september 2014 al eens eerder is veroordeeld voor een winkeldiefstal.
Gelet op de zeer recente recidive, de professionele manier waarop de winkeldiefstallen zijn gepleegd en de relatief grote waarde van de gestolen en geheelde goederen acht de rechtbank een gevangenisstraf van enkele maanden op zijn plaats en die zal zij dan ook aan verdachte opleggen. De rechtbank zal verdachte een hogere straf opleggen dan [medeverdachte 2], omdat bij [medeverdachte 2] geen sprake is van recidive en de rechtbank ten aanzien van [medeverdachte 2] slechts één winkeldiefstal bewezen acht.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 57, 310 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2. primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1. en 2. subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.G. Wijma, voorzitter, mr. G.C. Koelman en mr. M. Jansen, rechters, bijgestaan door mr. F.F. van Emst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 februari 2015. Mr. Koelman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Wijma
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Jansen
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Van Emst
locatie Leeuwarden,

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/720259-14
proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 20 januari 2015
Tegenwoordig:
mr. L.G. Wijma, voorzitter,
mr. G.C. Koelman en mr. M. Jansen, rechters, en
mr. F.F. van Emst, griffier.
Als officier van justitie is ter terechtzitting aanwezig mr. R.G. de Graaf.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, genaamd:

[verdachte]

geboren op [geboorteplaats],
niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en zonder
bekende feitelijke woon- of verblijfplaats,
is niet ter terechtzitting verschenen.
De ter terechtzitting aanwezige raadsvrouw van verdachte, mr. A. Petrescu, advocaat te Amsterdam, verklaart uitdrukkelijk door verdachte te zijn gemachtigd hem ter terechtzitting te verdedigen.
De rechtbank laat de advocaat tot de verdediging toe, zodat de zaak op tegenspraak wordt behandeld.
(…)
De officier van justitie deelt mede voornemens te zijn een vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
(…)
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 3 februari 2015 te 13:00 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.