ECLI:NL:RBNNE:2015:5841

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 december 2015
Publicatiedatum
17 december 2015
Zaaknummer
19.997514-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van meerdere verdachten en een rechtspersoon voor de import en opslag van illegaal vuurwerk

Op 17 december 2015 heeft de meervoudige economische kamer van de Rechtbank Noord-Nederland in Assen vier personen en één rechtspersoon veroordeeld voor de import, opslag en het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk. De verdachten waren betrokken bij de grootschalige invoer van illegaal vuurwerk, dat werd opgeslagen in een loods op een industrieterrein en in een container. Een van de verdachten werd ook veroordeeld voor wapenbezit, omdat hij geladen revolvers in zijn auto en kantoor had. De rechtbank legde verschillende straffen op, waaronder werkstraffen, gevangenisstraffen en geldboetes. De rechtspersoon kreeg een geldboete van € 15.000,--. De rechtbank oordeelde dat de verdachten opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik binnen Nederland hadden gebracht en voorhanden hadden gehad, wat in strijd is met de Wet milieubeheer en het Vuurwerkbesluit. De rechtbank overwoog dat de verdachten, als eindverantwoordelijken van een professioneel vuurwerkbedrijf, op de hoogte moesten zijn van de risico's van illegaal vuurwerk. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op, rekening houdend met de ernst van de feiten en het tijdsverloop tussen het onderzoek en de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 19/997514-12
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/670501-15
verkort vonnis van de meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 december 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
24 april 2015, 1 december, 2 december en 3 december 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P.S. Wibbelink, advocaat te Almelo.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. W.H. Frank.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting van 2 december 2015, ten laste gelegd:
in de zaak met parketnummer 19/997514-12 dat:
verdachte op of omstreeks 3 november 2012, te [pleegplaats 1] , in de gemeente Emmen, althans in Nederland, samen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk professioneel vuurwerk, te weten:
- 168, althans een aantal flowerbeds, "All Seasons", artikelnummer RFC 13103,
en/of
- 36, althans een aantal flowerbeds, "Leopard", artikelnummer RFC 1387,
(alle) bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of voorhanden heeft gehad;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
de rechtspersoon " [naam B.V.] "
op of omstreeks 3 november 2012, te [pleegplaats 1] , in de gemeente Emmen, althans in Nederland, samen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk professioneel vuurwerk, te weten:
- 168, althans een aantal flowerbeds, "All Seasons", artikelnummer RFC 13103,
en/of
- 36, althans een aantal flowerbeds, "Leopard", artikelnummer RFC 1387,
(alle) bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of voorhanden heeft gehad;
zulks terwijl verdachte tot dat feit of die feiten opdracht heeft gegeven en/of feitelijke leiding heeft gegeven aan die verboden gedraging(en);
en in de zaak met parketnummer 18/670501-15 dat:
1.
[naam B.V.] , op een aantal tijdstippen in de maand december 2012, in na te noemen plaatsen, althans (telkens) in Nederland, samen en in vereniging met anderen of een ander dan wel alleen, al dan niet opzettelijk, (telkens) een hoeveelheid (hierna te noemen) professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, voorhanden heeft gehad en/of heeft afgeleverd aan
A.
[persoon 1] , in de gemeente Losser, -in totaal-
110, althans een aantal kartons/dozen Tukker Terror,
110, althans een aantal kartons/dozen Tukker XXL,
2, althans een aantal kartons/dozen Deep Space
en/of
2, althans een aantal kartons/dozen Incredible Venus
B.
[bedrijf 1] te [plaats 1] , gemeente Hellendoorn en/of in de gemeente Losser, -in totaal-
4, althans een aantal kartons/dozen Tukker Terror,
4, althans een aantal kartons/dozen Tukker Terror,
7, althans een aantal kartons/dozen Tukker XXL,
2, althans een aantal kartons/dozen Deep Space
en/of
2, althans een aantal kartons/dozen Icredible Venus
C.
[persoon 2] in de gemeente Haaksbergen, -in totaal-
4, althans een aantal kartons/dozen Tukker Terror,
7, althans een aantal kartons/dozen Tukker XXL,
2, althans een aantal kartons/dozen Deep Space
en/of
2, althans een aantal kartons/dozen Incredible Venus
en/of
D.
[bedrijf 2] in de gemeente Almelo, -in totaal-
1, karton/doos Deep Space
en/of
1, karton/doos Incredible Venus
en/of aan één of meer anderen,
zulks terwijl verdachte (telkens) tot voornoemd(e) feit(en) opdracht heeft gegeven en/of aan die verboden gedraging(en) feitelijke leiding heeft gegeven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op een aantal tijdstippen in de maand december 2012, in na te noemen plaatsen, althans (telkens) in Nederland, samen en in vereniging met anderen of een ander dan wel alleen, al dan niet opzettelijk, (telkens) een hoeveelheid (hierna te noemen) professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, voorhanden heeft gehad en/of heeft afgeleverd aan
A.
[persoon 1] , in de gemeente Losser, -in totaal-
110, althans een aantal kartons/dozen Tukker Terror,
110, althans een aantal kartons/dozen Tukker XXL,
2, althans een aantal kartons/dozen Deep Space
en/of
2, althans een aantal kartons/dozen Incredible Venus
B.
[bedrijf 1] te [plaats 1] , gemeente Hellendoorn en/of in de gemeente Losser, -in totaal-
4, althans een aantal kartons/dozen Tukker Terror,
4, althans een aantal kartons/dozen Tukker Terror,
7, althans een aantal kartons/dozen Tukker XXL,
2, althans een aantal kartons/dozen Deep Space
en/of
2, althans een aantal kartons/dozen Incredible Venus
C.
[persoon 2] in de gemeente Haaksbergen, -in totaal-
4, althans een aantal kartons/dozen Tukker Terror,
7, althans een aantal kartons/dozen Tukker XXL,
2, althans een aantal kartons/dozen Deep Space
en/of
2, althans een aantal kartons/dozen Incredible Venus
en/of
D.
[bedrijf 2] in de gemeente Almelo, -in totaal-
1, karton/doos Deep Space
en/of
1, karton/doos Incredible Venus
en/of aan één of meer anderen;
2.
[naam B.V.] , op of omstreeks 27 december 2012, te [pleegplaats 2] , gemeente Losser, althans in Nederland, samen en in vereniging met anderen of een ander dan wel alleen, al dan niet opzettelijk, als degene die vuurwerk binnen het grondgebied van Nederland bracht, niet ten minste 48 uur, althans 24 uur, voorafgaand aan het binnen Nederland brengen, elektronisch het voornemen hiertoe heeft gemeld bij Onze Minister, immers was op of omstreeks voornoemde datum die melding nog niet gedaan, terwijl verdachte tot voornoemd feit opdracht heeft gegeven en/of aan die verboden gedraging feitelijke leiding heeft gegeven;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 27 december 2012, te [pleegplaats 2] , gemeente Losser, althans in Nederland, samen en in vereniging met anderen of een ander dan wel alleen, al dan niet opzettelijk, als degene die vuurwerk binnen het grondgebied van Nederland bracht, niet ten minste 48 uur, althans 24 uur, voorafgaand aan het binnen Nederland brengen, elektronisch het voornemen hiertoe heeft gemeld bij Onze Minister, immers was op of omstreeks voornoemde datum die melding nog niet gedaan;
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het in de zaak met parketnummer 19/997514-12 onder primair en het in de zaak met parketnummer 18/670501-15 onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde;
- oplegging van 24 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met aftrek van voorarrest.

Beoordeling van het bewijs

Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 19/997514-12 ten laste gelegde
De raadsvrouw heeft het verweer gevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Volgens de raadsvrouw is verzuimd door de minister om bij ministeriële regeling vast te stellen aan welke vereisten vuurwerk moet voldoen. In de praktijk wordt het vuurwerk getoetst aan de hand van de NEN-norm NEN-EN 15947, maar de minister heeft de bindende kracht van de NEN-norm NEN-EN 15947 niet bepaald en als zodanig niet gepubliceerd, zodat deze NEN-norm verdachte niet kan worden tegengeworpen. Nu er geen verplichting is om de NEN-norm NEN-EN 15947 na te leven kan het onderhavige vuurwerk niet worden gekwalificeerd of getoetst en ingedeeld in een categorie.
Het openbaar ministerie kan dus ook niet stellen dat de artikelen ”Leopard” en “All Seasons” die in de vrachtauto in [pleegplaats 1] zijn aangetroffen, “professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik” zoals bedoeld in artikel 1.2.2 Vuurwerkbesluit.
De rechtbank overweegt als volgt.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij op 3 november 2012 te [pleegplaats 1] samen met anderen professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en voorhanden heeft gehad.
Op 23 mei 2007 is een Europese richtlijn vastgesteld met betrekking tot het in de handel brengen van vuurwerk en andere pyrotechnische artikelen (Richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van Pyrotechnische artikelen, hierna "de Pyrorichtlijn 2007” genoemd.
De Pyrorichtlijn 2007 strekt ertoe om een vrije Europese markt voor het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen te realiseren.
De lidstaten mogen het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen die aan de voorschriften van de richtlijn voldoen, niet verbieden, beperken of belemmeren.
Het product wordt geacht te zijn overgedragen wanneer de fysieke overhandiging of de overdracht van eigendom heeft plaatsgehad. Als de fabrikant buiten de gemeenschap is gevestigd komt in zijn plaats de importeur. Deze moet ervoor zorgen dat de fabrikant aan zijn verplichtingen voldoet, en hij neemt de verplichtingen van de fabrikant over.
Verdachte is aan te merken als importeur van het vuurwerk, nu hij degene is die het betrokken artikel voor het eerst op de gemeenschapsmarkt beschikbaar heeft gesteld.
De tenlastegelegde hoeveelheden vuurwerk bevonden zich reeds, voordat de verweten invoer in Nederland en het daarmee samenhangende voorhanden hebben plaatsvond, onder de verdachte in diens opslagbunker van [locatie] in [plaats 2] (Duitsland), waar ze vanuit China en na invoering in de Europese Unie, onder verantwoordelijkheid van de verdachte waren opgeslagen. Hiermee was het “in de handel brengen” voltooid.
Het ten aanzien van verdachte tenlastegelegde feit betreft het invoeren en voorhanden hebben van het vuurwerk en ziet derhalve niet op de fundamentele kwaliteitseisen, gebaseerd op de NEN-norm, doch of het ingevoerde vuurwerk moet worden aangeduid als professioneel vuurwerk of als consumentenvuurwerk. Hiertoe is door het Nederlandse Forensisch Instituut (NFI) gekeken naar de opbouw van het vuurwerk. Daarvoor is het vuurwerk gedemonteerd en getypeerd aan de hand van de ”Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk (RACT). Deze regeling is gebaseerd op het Vuurwerkbesluit en de Wet milieubeheer en heeft daarmee een wettelijke basis in de Nederlandse wetgeving.
Op grond van deze onderzoeksmethoden is komen vast te staan dat de norm met betrekking tot de burstlading waarop de indeling plaatsvindt naar professioneel of consumentenvuurwerk is overschreden, zodat kan worden geconcludeerd dat, kan worden gesproken van professioneel vuurwerk.
Verdachte kan daarvoor als importeur van het vuurwerk aansprakelijk worden gehouden.
Wat er verder zij van de aangehaalde uitspraken van de Raad van State over de NEN-norm (28 oktober 2015), de rechtbank stelt vast dat de ten laste legging zich richt op verboden import en opslag van de partij vuurwerk waarbij de overtreding van het Vuurwerkbesluit te maken heeft met de wijze van behandeling en vervoeren van het vuurwerk, derhalve op andere aspecten dan de NEN norm. De vraag of de bewuste partij vuurwerk voldoet aan een NEN-norm is van een geheel andere orde.
Voorts heeft de raadsvrouw het verweer gevoerd dat er geen bewijs is waaruit zou kunnen blijken dat verdachte bij de import van het illegale vuurwerk betrokken is geweest.
Het feit dat verdachte op hetzelfde moment is aangetroffen in [locatie] als het moment waarop [medeverdachte 1] daar was, is een toevallige omstandigheid. Het daartoe opgemaakte proces-verbaal van observatie is onjuist en bevat alleen conclusies en aannames.
De rechtbank overweegt als volgt.
[medeverdachte 1] is op 3 november 2012 te [pleegplaats 1] staande gehouden, met in zijn vrachtwagen een lading illegaal vuurwerk, afkomstig uit [locatie] . [medeverdachte 1] heeft nadien verklaard dat hij in samenwerking met [medeverdachte 2] meerdere keren in oktober 2012 professioneel vuurwerk vanuit Duitsland naar Nederland heeft getransporteerd, afkomstig van verdachte. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij ter gelegenheid van voornoemde transporten steeds bij de Lidl werd opgewacht door dezelfde persoon. [medeverdachte 1] werd een foto getoond en hij herkende daarop verdachte als degene die hem steeds vanaf het parkeerterrein ophaalde en daarna hielp met inladen bij [locatie] .
In het kader van het onderzoek naar deze illegale import heeft er op 3 november 2012 een (grensoverschrijdende) stelselmatige observatie plaatsgevonden (zie proces-verbaalnr. OTPV.20121103.SEM). Daarbij werd geconstateerd dat verdachte, nadat hij zijn auto had geparkeerd bij de Lidl te [plaats 3] de winkel binnenging en even later terugging naar zijn auto. Een paar minuten later reed een zwarte Renault Traffic, voorzien van het [kenteken] , de parkeerplaats op, waarna [medeverdachte 1] direct deze auto volgde. De bestuurder heeft op het parkeerterrein zijn auto nimmer verlaten. Vast staat dat dit de auto van verdachte betrof. [medeverdachte 1] volgde daarop deze auto richting [locatie] , waarna hij samen met de bestuurder van deze personenauto het terrein van [locatie] opreed.
Verdachte heeft ontkend dat hij degene is geweest van wie het vuurwerk werd betrokken. De rechtbank legt deze verklaring als ongeloofwaardig terzijde, nu op grond van de verklaring van [medeverdachte 1] en de stelselmatige observatie kan worden vastgesteld dat verdachte degene is geweest van wie het vuurwerk werd betrokken. De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de inhoud van dat observatieproces-verbaal. De rechtbank betrekt bij de bewezenverklaring tevens de tapgesprekken die tussen verdachte en zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn gevoerd nadat [medeverdachte 1] was aangehouden.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat het ten laste gelegde feit bewezen kan worden verklaard.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/670501-15 ten laste gelegde
De raadsvrouw is eveneens van mening dat verdachte van het onder 1 ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken, gelet op het feit dat de NEN-norm NEN-EN 15947 geen bindende kracht heeft.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat dit verweer voor verdere bespreking buiten beschouwing kan worden gelaten, gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor met betrekking tot dit verweer heeft overwogen met betrekking tot het in de zaak met parketnummer 19/997514-12 ten laste gelegde.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte ter terechtzitting heeft erkend dat hij de genoemde soorten vuurwerk voorhanden heeft gehad en heeft afgeleverd aan de diverse vuurwerkhandelaren. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij niet twijfelt aan de door het NFI opgemaakte rapportages waaruit blijkt dat de genoemde vuurwerksoorten niet aan de daarvoor vastgestelde eisen voldeden en derhalve niet geschikt waren voor particulier gebruik. De ten laste gelegde feiten kunnen derhalve bewezen worden verklaard.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 19/997514-12 onder primair en het in de zaak met parketnummer 18/670501-15 onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
in de zaak met parketnummer 19/997514-12 dat:
Primair:
verdachte op 3 november 2012, te [pleegplaats 1] , in de gemeente Emmen, samen en in vereniging met anderen, opzettelijk, professioneel vuurwerk, te weten:
- 168 flowerbeds, "All Seasons", artikelnummer RFC 13103,
en
- 36, flowerbeds, "Leopard", artikelnummer RFC 1387,
alle bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en voorhanden heeft gehad,
en in de zaak met parketnummer 18/670501-15 dat:
1. Primair
[naam B.V.] , op een aantal tijdstippen in de maand december 2012, in na te noemen plaatsen, samen en in vereniging met een ander, opzettelijk, telkens een hoeveelheid hierna te noemen professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, voorhanden heeft gehad en heeft afgeleverd aan:
A.
[persoon 1] , in de gemeente Losser, -in totaal-
110 kartons/dozen Tukker Terror,
110 kartons/dozen Tukker XXL,
2 kartons/dozen Deep Space
2 kartons/dozen Incredible Venus
en
B.
[bedrijf 1] te [plaats 1] , gemeente Hellendoorn en in de gemeente Losser, -in totaal-
4 kartons/dozen Tukker Terror,
4 kartons/dozen Tukker Terror,
7 kartons/dozen Tukker XXL,
2 kartons/dozen Deep Space
2 kartons/dozen Incredible Venus
en
C.
[persoon 2] in de gemeente Haaksbergen, -in totaal-
4 kartons/dozen Tukker Terror,
7 kartons/dozen Tukker XXL,
2 aantal kartons/dozen Deep Space
2 kartons/dozen Incredible Venus
en
D.
[bedrijf 2] in de gemeente Almelo, -in totaal-
1. karton/doos Deep Space
en
1. karton/doos Incredible Venus
zulks terwijl verdachte telkens tot voornoemde feiten opdracht heeft gegeven en aan die verboden gedragingen feitelijke leiding heeft gegeven;
2. Primair
[naam B.V.] , op 27 december 2012, te [pleegplaats 2] , gemeente Losser, samen en in vereniging met een ander, opzettelijk, als degene die vuurwerk binnen het grondgebied van Nederland bracht, niet ten minste 24 uur, voorafgaand aan het binnen Nederland brengen, elektronisch het voornemen hiertoe heeft gemeld bij Onze Minister, immers was op of omstreeks voornoemde datum die melding nog niet gedaan,
terwijl verdachte aan die verboden gedraging feitelijke leiding heeft gegeven;
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
in de zaak met parketnummer 19/997514-12:
Primair.
Medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
en in de zaak met parketnummer 18/670501-15
1. Primair.
Medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, zulks terwijl verdachte tot het feit opdracht heeft gegeven en aan die verboden gedraging feitelijke leiding heeft gegeven, opzettelijk begaan.
2 Primair.
Medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, zulks terwijl verdachte aan die verboden gedraging feitelijke leiding heeft gegeven, opzettelijk begaan.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportage, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte samen met anderen zich op 3 november 2012 schuldig heeft gemaakt aan de invoer van een partij illegaal vuurwerk en het voorhanden hebben daarvan.
Daarnaast heeft de rechtbank bewezen verklaard dat verdachte op een aantal tijdstippen in december 2012 feitelijk leiding heeft gegeven aan het door [naam B.V.] voorhanden hebben en afleveren van aanzienlijke hoeveelheden professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik. Tevens heeft hij als feitelijk leidinggevende van [naam B.V.] geen melding gemaakt in het zogeheten FLITS systeem van de invoer van dat vuurwerk op 27 december 2012 vanuit Duitsland naar Nederland.
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren. Dat geldt zeker voor illegaal vuurwerk, dat vaak een zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland aan consumenten verkocht mag worden. Men weet niet waar de opslag ervan zal plaatsvinden -mogelijk in of in de nabijheid van woningen met dito ernstige gevaarzetting tot gevolg.
De rechtbank rekent verdachte deze feiten zwaar aan, omdat hij als eindverantwoordelijke van een professioneel vuurwerkbedrijf en gespecialiseerde kennis heeft omtrent vuurwerk, terdege op de hoogte moet zijn geweest van de uit voormeld handelen voortvloeiende risico’s.
Verdachte heeft echter, zo lijkt het, zijn eigen financiële belangen gesteld boven zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, niet eerder is veroordeeld terzake soortgelijke strafbare feiten. Ook houdt de rechtbank er nadrukkelijk rekening mee dat er sprake is van een tijdsverloop tussen de aanvang van het strafrechtelijk onderzoek en de uiteindelijke berechting.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten, is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is.
De rechtbank komt echter tot een lagere straf dan door de officier van justitie gevorderd, niet alleen vanwege het tijdsverloop, maar ook omdat aan verdachte bewezen is verklaard dat hij betrokken is geweest bij één illegaal transport. De overige feiten hebben betrekking op vuurwerk dat niet aan de kwaliteitseisen voldeed, maar wel aan vuurwerkhandelaren met een goedgekeurde bunker werd verkocht.
Daarnaast zal de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen teneinde aan verdachte een duidelijke waarschuwing voor de toekomst mee te geven.
Daarnaast acht de rechtbank een geldboete van na te noemen hoogte aangewezen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1.2.2. en 1.3.2 Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en de artikelen 1a, 2, 6 van de Wet op de economische delicten, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het in de zaak met parketnummer 19/997514-12 onder primair en het in de zaak met parketnummer 18/670501-15 onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Betaling van een geldboete ten bedrage van € 10.000,-- (zegge: tienduizend euro), bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door 85 dagen vervangende hechtenis.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. F.J. Agema en mr. J.Y.B. Jansen, rechters, bijgestaan door A. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 december 2015.