ECLI:NL:RBNNE:2015:5874

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 december 2015
Publicatiedatum
17 december 2015
Zaaknummer
19.997508-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachten voor de import, opslag en voorhanden hebben van illegaal vuurwerk

Op 17 december 2015 heeft de meervoudige economische kamer van de Rechtbank Noord-Nederland in Assen vier personen en één rechtspersoon veroordeeld voor de import, opslag en het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk. De verdachten waren betrokken bij de grootschalige invoer van illegaal vuurwerk, dat werd opgeslagen in een loods op een industrieterrein nabij chemische bedrijven. Een van de verdachten werd ook veroordeeld voor wapenbezit, omdat hij geladen revolvers in zijn auto en kantoor had. De rechtbank legde verschillende straffen op, waaronder werkstraffen en gevangenisstraffen, met voorwaardelijke delen en geldboetes voor de rechtspersoon. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan ernstige strafbare feiten die aanzienlijke risico's met zich meebrachten, vooral gezien de nabijheid van chemische bedrijven. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan, en legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op, met een voorwaardelijk deel om de ernst van de feiten te onderstrepen. De uitspraak is gedaan na een uitgebreid bewijsonderzoek en de rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachten bij de illegale activiteiten bewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/997508-12
verkort vonnis van de meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 december 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .
thans uit andere hoofde gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 april 2015, 1 december 2015, 2 december 2015 en 3 december 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. K. Kok, advocaat te Zwolle.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. W.H. Frank.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ter zitting van 1 december 2015, ten laste gelegd dat:
1.
verdachte op nader te noemen data/datum, in na te noemen plaats/gemeenten, samen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk professioneel vuurwerk, te weten:
A.
op of omstreeks 27 november 2012, althans in of omstreeks de periode van 1 september 2012 tot en met 27 november 2012, in de gemeente Emmen, in elk geval in Nederland:
- 3.500, althans een aantal lawinepijlen "Joker",
- 180, althans een aantal lawinepijlen "Joker 2", artikelnummer R4032,
- 13.600, althans een aantal vlinders, "Spain Cracker", artikelnummer FDS0016,
- 138, althans een aantal batterijen, "Atlas", artikelnummer RFC1381,
- 127, althans een aantal batterijen, "Big Whale", artikelnummer RFC1386,
- 116, althans een aantal batterijen, "Leopard", artikelnummer RFC1387,
- 371, althans een aantal batterijen, "All Seasons", artikelnummer RFC13103
(alle) bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad (aan of nabij de [straat 1] te [pleegplaats 1] ),
en/of
B.
op of omstreeks 27 november 2012, althans in of omstreeks de periode van 1september 2012 tot en met 27 november 2012, in de gemeente Vlagtwedde, in elk geval in Nederland:
- 5.460, althans een aantal niet nader aangeduide lawinepijlen (omschreven op pagina 6 (en volgende) van 18 van het NFI-rapport met zaaknummer 2013.02.04.112),
- 6.600, althans een aantal vlinders "Spain Cracker", artikelnummer FDS0016,
- 4.000, althans een aantal vlinders "Big Spanish Cracker", artikelnummer FW62002,
-29.200, althans een aantal vlinders "Vlinder Cracker" artikelnummer P8,
- 1.600, althans een aantal vlinders "Vlinder Cracker" artikelnummer JCO29,
(alle) bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of voorhanden heeft gehad (aan of nabij de [straat 2] te [pleegplaats 2] ),
en/of
C.
op of omstreeks 3 november 2012, te [pleegplaats 3] , gemeente Emmen, althans in Nederland:
-168, althans een aantal flowerbeds, "All Seasons", artikelnummer RFC 13103,
en/of
-36, althans een aantal flowerbeds, "Leopard", artikelnummer RFC 1387,
(alle) bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of voorhanden heeft gehad;
2.
verdachte op of omstreeks 27 november 2012, in de gemeente Emmen en/of elders in Nederland, samen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, als degene die een inrichting, gelegen aan of nabij de [straat 1] , drijft, waar professioneel vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk en/of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik wordt opgeslagen en/of bewerkt, al dan niet opzettelijk er niet voor heeft zorggedragen dat de voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 2 van het Vuurwerkbesluit werden nageleefd, immers:
was in de bewaarplaats en/of in de bewerkingsruimte niet een automatische sprinklerinstallatie met automatische doormelding naar de centrale meldkamer van de brandweer aanwezig (voorschrift 1.4);
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- oplegging van 24 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met aftrek van voorarrest.

Beoordeling van het bewijs

Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde.
De raadsman heeft het verweer gevoerd -zoals nader omschreven in zijn pleitnotitie- dat verdachte van het onder 1 ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken, nu geen sprake is van het medeplegen van invoer van illegaal vuurwerk, het opslaan en het voorhanden hebben daarvan aan de [straat 1] te [pleegplaats 1] .
De raadsman is eveneens van mening dat geen sprake is geweest van medeplegen van het invoeren van het vuurwerk dat is aangetroffen in de container aan de [straat 2] te [pleegplaats 2] en
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
heeft de raadsman het verweer gevoerd dat verdachte ook van dit feit moet worden vrijgesproken, nu hij niet als drijver van de inrichting aan de [straat 1] te [pleegplaats 1] kan worden aangemerkt.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank is -met de raadsman- van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onderdelen A en B van de tenlastelegging, voor zover deze betrekking hebbende op het "binnen het grondgebied van Nederland brengen" van vuurwerk.
De rechtbank acht de onderdelen A en B van de tenlastelegging, betrekking hebbende op het medeplegen van het "voorhanden hebben" van illegaal vuurwerk wel bewezen.
Om tot een bewezenverklaring van voorhanden hebben te kunnen komen dient sprake te zijn van een bepaalde beschikkingsmacht.
Op grond van de in het dossier voorkomende bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte het vuurwerk aan de [straat 1] voorhanden heeft gehad. Verdachte ging regelmatig naar de opslagloods om vuurwerk op te halen voor potentiële kopers, zo blijkt onder meer uit zijn tegenover de politie afgelegde verklaring van 19 december 2012 te 10.30 uur. Voorts blijkt uit de verklaring van [getuige] dat verdachte betrokken is geweest bij de huur van de loods aan de [straat 1] . [getuige] heeft daarnaast verklaard dat hij verdachte in het bezit heeft gesteld van sleutels van deze loods. Ook [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij het vuurwerk steeds op instigatie van verdachte naar de [straat 1] vervoerde.
Daar komt bij dat uit observaties is gebleken dat verdachte regelmatig in de loods aan de [straat 1] kwam.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat verdachte de beschikkingsmacht over het vuurwerk had en het daarmee voorhanden heeft gehad.
De rechtbank is daarnaast op grond van het vorenstaande van oordeel dat niet gesproken kan worden van het feit dat verdachte alleen wat hand- en spandienst heeft verricht, maar dat hij door zijn handelen een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van het feit, zodat bewezen kan worden dat sprake is van medeplegen van het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk betreffende de [straat 1] te [pleegplaats 1] .
Met betrekking tot de vraag in hoeverre verdachte als drijver van een inrichting kan worden aangemerkt, gaat de rechtbank uit van wat op grond van de Wet milieubeheer onder een inrichting moet worden verstaan. Volgens artikel 1.1.1 Wet milieubeheer betreft dat "elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht".
Verdachte kwam blijkens het vorenstaande regelmatig in de loods aan de [straat 1] . Hij was ook betrokken bij de huur van deze loods en beschikte over een sleutel. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte als drijver van deze inrichting kan worden aangemerkt, zodat hij derhalve (mede) verantwoordelijk was voor de voorschriften die van toepassing waren op deze inrichting. Het feit kan derhalve bewezen worden verklaard.
Ten aanzien van het onder 1C ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
Op grond van de verklaring van [medeverdachte 1] kan naar het oordeel van de rechtbank worden bewezenverklaard dat verdachte betrokken is geweest bij de invoer van dit op 3 november 2012 plaatsvindende transport. [medeverdachte 1] heeft daartoe onder meer verklaard dat hij begin oktober door verdachte is benaderd om vuurwerk uit Duitsland te halen. [medeverdachte 1] heeft in de periode van oktober tot en met begin november 5 maal op verzoek van verdachte het transport van illegaal vuurwerk verzorgd. Voor ieder transport werd door verdachte aan [medeverdachte 1] geld gegeven om een vrachtauto te kunnen huren waarmee het vuurwerk vervoerd kon worden. Het geld dat [medeverdachte 1] dan overhield, mocht hij van verdachte zelf houden.
Daarnaast heeft verdachte, [medeverdachte 1] meermalen een prepaid telefoon gegeven, zodat [medeverdachte 1] kon laten weten wat de stand van zaken was tijdens de transporten. Uit de tapverslagen blijkt voorts dat verdachte regelmatig telefonisch contact had met [medeverdachte 2] omtrent de invoer van illegaal vuurwerk.
Verdachte heeft ook erkend dat hij betrokken is geweest bij deze invoer, maar dat hij niet degene was die de opdrachtgever was.
Op het moment dat het onderhavige transport wordt onderschept vindt er veel telefonisch contact plaats tussen verdachte en zijn medeverdachten. Tevens wordt een medewerker van [medeverdachte 3] er op uitgestuurd om te kijken waarom de lading niet werd afgeleverd.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de bijdrage van verdachte in nauwe en bewuste samenwerking een dermate wezenlijke bijdrage aan dit feit heeft geleverd dat gesproken kan worden van medeplegen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
verdachte op nader te noemen data, in na te noemen plaats/gemeenten, samen en in vereniging met anderen, opzettelijk professioneel vuurwerk, te weten:
A.
op 27 november 2012, in de gemeente Emmen:
- 3.500 lawinepijlen "Joker",
- 180 lawinepijlen "Joker 2", artikelnummer R4032,
- 13.600 vlinders, "Spain Cracker", artikelnummer FDS0016,
- 138 batterijen, "Atlas", artikelnummer RFC1381,
- 127 batterijen, "Big Whale", artikelnummer RFC1386,
- 116 batterijen, "Leopard", artikelnummer RFC1387,
- 371 batterijen, "All Seasons", artikelnummer RFC13103
alle bestemd voor particulier gebruik, voorhanden heeft gehad aan of nabij de [straat 1] te [pleegplaats 1] ,
en
B.
op 27 november 2012, in de gemeente Vlagtwedde:
- 5.460 lawinepijlen,
- 6.600 vlinders "Spain Cracker", artikelnummer FDS0016,
- 4.000 vlinders "Big Spanish Cracker", artikelnummer FW62002,
- 29.200 vlinders "Vlinder Cracker" artikelnummer P8,
- 1.600 vlinders "Vlinder Cracker" artikelnummer JCO29,
alle bestemd voor particulier gebruik, voorhanden heeft gehad aan of nabij de [straat 2] te [pleegplaats 2] ,
en
C.
op 3 november 2012, te [pleegplaats 3] , gemeente Emmen:
-168 flowerbeds, "All Seasons", artikelnummer RFC 13103,
en
-36 flowerbeds, "Leopard", artikelnummer RFC 1387,
alle bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en voorhanden heeft gehad;
2.
verdachte op 27 november 2012, in de gemeente Emmen, samen en in vereniging met anderen, als degene die een inrichting, gelegen aan of nabij de [straat 1] , drijft, waar professioneel vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk en/of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik wordt opgeslagen en/of bewerkt, opzettelijk er niet voor heeft zorggedragen dat de voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 2 van het Vuurwerkbesluit werden nageleefd, immers:
was in de bewaarplaats en in de bewerkingsruimte niet een automatische sprinklerinstallatie met automatische doormelding naar de centrale meldkamer van de brandweer aanwezig.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk meermalen begaan.
2. Medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het binnen het grondgebied van Nederland brengen en het voorhanden hebben van een aanzienlijke hoeveelheid illegaal vuurwerk. Daarnaast heeft hij samen met anderen in de inrichting aan de [straat 1] er niet voor zorggedragen dat in deze bewaarplaats de benodigde voorschriften met betrekking tot de veiligheid in acht werden genomen.
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren. Dat geldt zeker voor illegaal vuurwerk, dat vaak een zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland aan consumenten verkocht mag worden. Ook het opslaan van vuurwerk buiten speciaal daarvoor bestemde inrichtingen brengt aanzienlijke risico’s mee, vooral als het gaat om grotere hoeveelheden. De opslag aan de [straat 1] bevond zich op nog geen 100 meter afstand van een bedrijventerrein, waar ook chemische bedrijven gevestigd zijn.
Onder het aangetroffen vuurwerk bevond zich onder meer ruim 1200 kilogram van de gevarenklasse 1.1.G (massa-explosief).
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij het illegaal vuurwerk voorhanden heeft gehad zonder zich rekenschap te geven van het gevaarzettende karakter daarvan.
Gelet op de gang van zaken, zoals die uit de stukken blijkt, kan genoegzaam worden aangenomen dat geldelijk gewin het belangrijkste motief van verdachte is geweest. De hierboven geschetste gevaren heeft hij daarbij kennelijk op de koop toe genomen.
Verdachte heeft zich blijkens zijn strafblad niet eerder schuldig gemaakt aan soortgelijke feiten. Verdachte is wel in juli 2014 in Duitsland tot een gevangenisstraf veroordeeld. Strafoplegging door een buitenlandse rechter levert echter geen veroordeling op in de zin van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (HR 31 maart 2009, NJ 2009/176). De rechtbank zal daarom bij de strafoplegging in de onderhavige zaak hiermede echter geen rekening houden.
De rechtbank is van oordeel dat gezien hetgeen in soortgelijke zaken wordt opgelegd en gezien de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie is geëist, passend is.
De rechtbank zal daarbij een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, teneinde de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen en aan verdachte een duidelijke waarschuwing voor de toekomst mee te geven. De rechtbank acht daarbij een proeftijd van 3 jaar aangewezen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1.2.2 en 3.2.1 van het Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer en de artikelen 1a, 2, 6 van de Wet op de economische delicten, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. F.J. Agema en mr. J.Y.B. Jansen, rechters, bijgestaan door A. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 december 2015.