ECLI:NL:RBNNE:2015:6138
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, strafbaar gesteld bij artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 3 november 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, zoals strafbaar gesteld in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht. De feiten vonden plaats op 11 mei 2013 in [pleegplaats], waar de verdachte samen met anderen op de openbare weg geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een actieve rol heeft gespeeld in het geweld en dat hij zich niet heeft gedistantieerd van de situatie, maar zich juist heeft ingelaten in het gevecht. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van medeplegen.
De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen en kwam tot de overtuiging dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het tenlastegelegde. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het onderdeel van de tenlastelegging dat betrekking had op het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer 1], omdat niet kon worden vastgesteld dat het letsel door de verdachte was veroorzaakt. De rechtbank achtte echter wel bewezen dat de verdachte [slachtoffer 1] had geduwd en geschopt terwijl deze op de grond lag, en dat hij [slachtoffer 2] had vastgepakt en geschopt.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan [slachtoffer 1] ter hoogte van € 4.575,93, inclusief wettelijke rente. De rechtbank overwoog dat het geweld dat de verdachte had gepleegd, niet alleen ernstig letsel had veroorzaakt, maar ook als zinloos geweld in het uitgaansleven moest worden gekwalificeerd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren.