Op 5 november 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het professioneel telen van 432 hennepplanten. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk telen van hennep in de periode van 3 september 2014 tot en met 30 september 2014 in de gemeente Smallingerland. Tijdens de zitting op 22 oktober 2015 was de verdachte niet verschenen, waardoor verstek werd verleend. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. B. von Bartheld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in een woning en een garage een professionele hennepkwekerij had ingericht, met gebruik van kunstlicht en andere geavanceerde technieken. De teelt vond plaats op steenwol/hydrocultuur en er waren diverse indicatoren van professionaliteit aanwezig, zoals een voedingsschema en een goed afgeschermde kweekruimte. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen, waaronder proces-verbaal van de politie, in overweging genomen en geconcludeerd dat de verdachte in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van 120 uur. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de ernst van het feit, de maatschappelijke overlast die het gebruik van hennep met zich meebrengt, en het feit dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De uitspraak is gedaan in het kader van de wetgeving die een verhoogde strafmaat voor beroepsmatige hennepteelt introduceert.