ECLI:NL:RBNNE:2015:6259
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- M.J.B. Holsink
- J.G.W. Lootsma
- P.H.M. Smeets
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in uitkeringsfraudezaak na onvoldoende bewijs
Op 5 november 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van uitkeringsfraude. De verdachte, geboren in [geboortedatum] te [geboorteplaats] in [land], werd bijgestaan door advocaat mr. M.I. Bloch, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. S. Zwarts. De tenlastelegging betrof het opzettelijk niet verstrekken van noodzakelijke gegevens aan het UWV, wat zou kunnen leiden tot bevoordeling van zichzelf of een ander in de periode van 1 november 2007 tot en met 24 oktober 2011. De officier van justitie stelde dat de verdachte wist dat deze gegevens van belang waren voor zijn recht op een WAZ-uitkering en/of toeslag, maar de verdediging betwistte dit en voerde aan dat er geen bewijs was dat de verdachte in die periode naar [land] was geëmigreerd of daar inkomsten had gegenereerd.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de verdediging zorgvuldig gewogen. De verdachte had verklaard dat hij het UWV mondeling had geïnformeerd over zijn postadres en dat hij bereikbaar was voor het UWV. De rechtbank merkte op dat er geen bewijs was dat de verdachte opzettelijk had nagelaten om gegevens te verstrekken. Het onderzoek van het Internationale Bureau Fraude-informatie (IBF) was niet verifieerbaar, omdat de onderzoeker anoniem was gebleven en de vragen van de rechter-commissaris grotendeels onbeantwoord waren gebleven. Gezien het gebrek aan overtuigend bewijs heeft de rechtbank geoordeeld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden.
Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken en is openbaar uitgesproken op 5 november 2015.