ECLI:NL:RBNNE:2015:6274
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Diefstal van elektrische fiets en gereedschappen met heling van goederen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 17 september 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een elektrische fiets en een grote hoeveelheid gereedschappen, alsook aan heling van een sleutel en een kettingzaag. De verdachte heeft in de periode van 9 tot 10 april 2015 een elektrische damesfiets gestolen uit een tuinhuisje in de gemeente Littenseradiel. Daarnaast heeft hij op 10 april 2015 een container geopend en daaruit diverse gereedschappen weggenomen, die toebehoorden aan een ander. De verdachte heeft zich toegang verschaft tot de container door middel van braak. Tevens heeft hij in de periode van 10 tot 16 april 2015 een sleutelbos en een kettingzaag in zijn bezit gehad, waarvan hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig waren.
Tijdens de rechtszitting op 3 september 2015 is de verdachte verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. B.P.M. Canoy. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de getuigen, alsook de proces-verbaal van de politie, in haar beoordeling betrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de diefstal van de gereedschappen niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, waardoor de verdachte hiervan is vrijgesproken. Echter, de rechtbank achtte de heling van de goederen wel bewezen.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft een strafblad met eerdere veroordelingen voor diefstal. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 183 dagen opgelegd, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en ambulante behandeling. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schade niet voldoende was onderbouwd.