ECLI:NL:RBNNE:2015:6275

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 oktober 2015
Publicatiedatum
23 februari 2016
Zaaknummer
18.087679-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dronken verdachte spant ijzerdraad over fietspad, veroorzaakt val van bromscooter

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 22 oktober 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in een dronken bui een stuk ijzerdraad over een fietspad had gespannen. Dit gebeurde op 23 september 2012 in de gemeente Franekeradeel. De verdachte wachtte af wat er zou gebeuren wanneer een fietser tegen het ijzerdraad zou rijden, maar in plaats daarvan reed een bromscooter tegen de draad, waardoor de bestuurder ten val kwam. Het incident leidde tot veel commotie en kreeg ruime media-aandacht. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. J. Houwink, werd aangeklaagd door het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.

De tenlastelegging omvatte het opzettelijk versperren van een openbare landweg, wat gevaar voor de verkeersveiligheid met zich meebracht. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan het primair ten laste gelegde feit, namelijk het opzettelijk versperren van het fietspad, en legde een taakstraf op van 140 uren onbetaalde arbeid, met vervangende hechtenis van 70 dagen bij niet-naleving. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die als gevolg van het incident schade had geleden.

De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd, de persoon van de verdachte en de vordering van de officier van justitie. De verdachte had naar eigen zeggen niet nagedacht over de mogelijke gevolgen van zijn handelen en had zijn leven inmiddels verbeterd door minder alcohol te drinken en een baan te hebben. De rechtbank achtte de vordering van de benadeelde partij gegrond en wees deze toe, evenals de schadevergoedingsmaatregel. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Nederland, met de voorzitter en twee andere rechters.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/087679-15
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 22 oktober 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 oktober 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Houwink, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 september 2012
te [pleegplaats] , gemeente Franekeradeel,
opzettelijk enige openbare landweg, te weten een fietspad van/langs [straatnaam]
, heeft versperd, immers heeft verdachte
(bij duisternis) een ijzerdraad op een (vanaf het wegdek gemeten) hoogte
variërend van ongeveer 40 cm tot ongeveer 100 cm, althans op een zodanige
hoogte dat de doorgang voor (brom)fietsers en/of (andere) weggebruiker(s)
werd versperd, (dwars) over genoemd fietspad gespannen en/of gespannen
gehouden en/of gehangen,
waarna [slachtoffer] tegen die ijzerdraad is aangereden en/of met die
ijzerdraad in aanraking is gekomen,
ten gevolge waarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten was;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 23 september 2012
te [pleegplaats] , gemeente Franekeradeel,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon
genaamd [slachtoffer] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met
op een fietspad van/langs [straatnaam] (bij duisternis) een
ijzerdraad op een (vanaf het wegdek gemeten) hoogte variërend van ongeveer 40
cm tot ongeveer 100 cm, althans op een zodanige hoogte dat de doorgang voor
(brom)fietsers en/of (andere) weggebruiker(s) werd versperd, (dwars) over
genoemd fietspad gespannen en/of gespannen gehouden en/of gehangen,
waarna die [slachtoffer] tegen die ijzerdraad is aangereden en/of met die
ijzerdraad in aanraking is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;dat opzet
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 23 september 2012
te [pleegplaats] , gemeente Franekeradeel,
over/op een fietspad van/langs [straatnaam] (bij duisternis) een
ijzerdraad op een (vanaf het wegdek gemeten) hoogte variërend van ongeveer 40
cm tot ongeveer 100 cm, althans op een zodanige hoogte dat de doorgang voor
(brom)fietsers en/of (andere) weggebruiker(s) werd versperd, (dwars) over
genoemd fiets gespannen en/of gespannen gehouden en/of gehangen,
waarna een bestuurder van een snorfiets, te weten [slachtoffer] , tegen die
ijzerdraad is aangereden en/of met die staaldraad/ijzerdraad in aanraking is
gekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte op de weg, (een fietspad van/langs) [straatnaam]
, gevaar werd veroorzaakt, althans kon worden
veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden
gehinderd.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het primair ten laste gelegde;
- oplegging van 140 uren werkstraf met 70 dagen vervangende hechtenis, met aftrek;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

Beoordeling van het bewijs

De rechtbank past met betrekking tot het ten laste gelegde feit de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 oktober 2015;
2. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02HH 2012102671-1, d.d. 24 september 2012, inhoudende de verklaring van [slachtoffer] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het primair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op 23 september 2012 te [pleegplaats] , gemeente Franekeradeel, opzettelijk enige openbare landweg, te weten een fietspad van/langs [straatnaam] , heeft versperd, immers heeft verdachte bij duisternis een ijzerdraad op een vanaf het wegdek gemeten hoogte variërend van ongeveer 40 cm tot ongeveer 100 cm, dwars over genoemd fietspad gespannen en gespannen gehouden waarna [slachtoffer] tegen die ijzerdraad is aangereden, ten gevolge waarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten was.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk enige openbare landweg versperren terwijl daarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten is.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, de over hem opgemaakte reclasseringsrapportage en het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft in een dronken bui midden in de nacht een stuk ijzerdraad over een fietspad gespannen en is blijven staan wachten wat er zou gebeuren wanneer daar een fietser tegenaan zou rijden. Verdachte had op dat moment volgens zijn ter terechtzitting afgelegde verklaring, het idee dat die fietser dan zou komen te vallen en dat dit grappig zou zijn om te zien. Het was echter geen fietser maar een bromscooter die tegen de draad reed waardoor de scooter onderuit gleed en de bestuurder ten val kwam. Gelukkig zijn de gevolgen beperkt gebleven tot lichte verwondingen bij de bestuurder en lichte schade aan de bromscooter. Verdachte heeft er naar eigen zeggen in het geheel niet bij stilgestaan dat er bromscooters langs zouden kunnen komen en ook niet dat bestuurders door de draad of door de val verwondingen zouden kunnen oplopen. De rechtbank acht dit laatste onbegrijpelijk.
Het feit heeft heel veel commotie veroorzaakt en is in de media uitgebreid en meermalen aan de orde geweest. De ouders van het slachtoffer hebben zelfs een beloning uitgeloofd voor degene die informatie over de identiteit van de dader kon verschaffen. Verdachte was van het een en ander naar eigen zeggen zozeer onder de indruk dat hij geen openheid van zaken durfde te geven. Dit heeft ook een positief gevolg gehad. Verdachte is minder alcohol gaan drinken en er hebben zich geen nieuwe incidenten meer voorgedaan. Verdachte lijkt zijn leven beter op orde te hebben; hij heeft zijn opleiding afgerond en heeft een baan.
De reclassering heeft oplegging van een werkstraf geadviseerd en de officier van justitie heeft dit ook geëist. De rechtbank ziet geen redenen van dit advies of deze eis af te wijken.

Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door hem geleden schade ten gevolge van het aan verdachte primair ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering, die niet door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 36f en 162 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een taakstraf, bestaande uit het verrichten van 140 uren onbetaalde arbeid.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 70 dagen zal worden toegepast.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag inverzekeringstelling.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 549,90 (zegge: vijfhonderd negenenveertig euro en negentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 september 2012.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] , te betalen een bedrag van € 549,90 (zegge: vijfhonderd negenenveertig euro en negentig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 10 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 299,90 aan materiële schade en € 250,00 aan immateriële schade. Bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 september 2012.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.Y.B. Jansen, voorzitter, mr. A.H.M. Dölle en mr. M. Brinksma, rechters, bijgestaan door T.L. Komrij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 oktober 2015.
Mrs. Dölle en Jansen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Brinksma
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Komrij
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
locatie Leeuwarden,