ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 november 2015
Publicatiedatum
24 februari 2016
Zaaknummer
18.720178-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling bij verstek wegens verstrekking van speed en xtc-pillen met een gevangenisstraf van vier maanden

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 13 november 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die bij verstek werd veroordeeld. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk verkopen, afleveren en verstrekken van amfetamine (speed) en MDMA (xtc-pillen) in de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 juni 2014 in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meermalen deze drugs heeft verhandeld, maar dat er geen sprake was van grootschalige handel. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zes maanden geëist, maar de rechtbank heeft besloten om een gevangenisstraf van vier maanden op te leggen, rekening houdend met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte niet vrijgesproken van de tenlastelegging, maar heeft wel geoordeeld dat niet alle ten laste gelegde feiten bewezen konden worden. De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet toegepast en heeft de strafmotivering gebaseerd op de ernst van de feiten en de impact op de volksgezondheid. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren. De uitspraak is openbaar gemaakt en de griffier heeft het vonnis mede ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/720178-14
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 november 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 oktober 2015.
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 juni 2014 en/of in het jaar 2013, te [pleegplaats 1] , (althans) in de gemeente Dantumadiel, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens)
(een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine (speed), en/of (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of MDA en/of N-ethyl-MDA (zogenaamde xtc-pillen), zijnde amfetamine en/of MDMA en/of MDA en/of N-ethyl-MDA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf van zes maanden met aftrek van het voorarrest gevorderd.

Beoordeling van het bewijs

De rechtbank past bij de beoordeling van het ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe.
1. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer PL02AD-2014069749, gesloten op 10 juli 2014, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
1.1.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02CD-2014052526-56, d.d. 17 juni 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verklarende 1] :
Het was [voornaam 1] zijn idee om speed te gaan verhandelen. Deze speed kwam bij iemand uit [pleegplaats 1] vandaan die [voornaam 2] heet. Ik was bij [voornaam 1] thuis toen [voornaam 2] hier langskwam en wij met [voornaam 2] bespraken dat we speed wilden kopen. [voornaam 2] vertelde dat hij wel 100 gram kon leveren. Ongeveer twee weken later leverde [voornaam 2] de speed bij [voornaam 1] af. Ik was daar niet bij. Toen ik er wel bij was hebben we de speed gewogen en toen bleek dat het geen 100 gram maar 95 gram was.
1.2.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02AD-2014065039-16, d.d. 26 juni 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verklarende 2] :
Ik ken een [verdachte] uit [plaats] . Ik heb 1 keer 2 gram speed van [verdachte] gekocht bij de brug bij [plaats] . Ik denk dat dit drie maanden geleden was. Ik heb hier 20 euro voor betaald.
1.3.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02AD-2014065033-33, d.d. 1 juli 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verklarende 3] :
[verdachte] is bij mij geweest. Hij haalde toen speed bij mij voor zijn eigen handel. Dit was 2 keer 25 gram speed. Dit moet in het afgelopen jaar zijn geweest.
1.3.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02AD-2014069749-9, d.d. 2 juli 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Ik heb een keer 50 gram speed gekocht. Dit was ergens begin 2014. Ik heb twee anderen benaderd. Zij wilden ook wel wat speed kopen, waarna ik geld van ze kreeg. Ik heb toen [verklarende 3] gebeld en dezelfde avond kon ik 50 gram ophalen. Ik heb deze 50 gram verdeeld over ons drieën.
Ik ben [verklarende 2] een keer tegengekomen. Ik heb hem toen 1 á 2 gram speed verkocht.
[verklarende 2] wilde een keer xtc-pillen hebben. Het zal ongeveer eind januari - februari 2014 zijn geweest. Ik ben met [verklarende 2] meegereden. Ik heb me 3 straten verderop af laten zetten en ben zelf naar het adres toegelopen. Het was in [pleegplaats 2] . Ik gaf het aan [verklarende 2] . Ik heb één keer 25 euro gekregen van [verklarende 2] , hij had dit in de brievenbus gegooid.
Als ik speed haal, neem ik wel eens wat mee voor anderen. Meestal haal ik 1 á 2 gram per persoon op. Dit zal zo'n 10 gram per keer zijn. Dit is van januari 2014 tot nu. Dit gebeurde 1 of 2 keer per maand.
2. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer PL0200-2014069749, gesloten op 6 maart 2015, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
2.1.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014069749, d.d. 6 maart 2015 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Ambtshalve is mij bekend dat [verdachte] onder vrienden en door zijn ouders aangesproken en genoemd wordt [verdachte] .
2.2.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014069749-11, d.d. 31 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verklarende 1] :
Opmerking verbalisanten: Wij tonen een foto van [verdachte] , geboren [geboortedatum] .
A: Ik herken deze persoon als [voornaam 2] uit [plaats] .

Redengeving bewezenverklaring

De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen hierna bewezen is verklaard. Op grond daarvan heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte het hierna bewezen verklaarde heeft begaan.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 juni 2014 in Nederland meermalen telkens opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd en verstrekt hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine (speed) en een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of MDA en/of N-ethyl-MDA (zogenaamde xtc-pillen), zijnde amfetamine en MDMA en/of MDA en/of N-ethyl-MDA, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
t.a.v. het verkopen en afleveren:
de voortgezette handeling van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd, en
t.a.v. het verstrekken:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie alsmede de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft gedurende een half jaar amfetamine verkocht aan verschillende personen. Verder heeft verdachte een partij xtc-pillen verkocht. Amfetamine en xtc zijn middelen die een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Amfetamine is bovendien sterk verslavend.
De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij anderen van deze harddrugs heeft voorzien.
De rechtbank neemt bij het bepalen van de op te leggen straf in aanmerking dat niet is gebleken van grootschalige of zeer regelmatige drugshandel. De rechtbank acht aannemelijk dat sprake is geweest van leveranties in de zin van vriendendiensten. Hoewel dit aan de strafbaarheid niet afdoet, ziet de rechtbank in deze omstandigheid wel aanleiding de straf enigszins te matigen ten opzichte van de LOVS-oriëntatiepunten. Een gevangenisstraf van na te noemen duur acht de rechtbank, alles afwegend, passend en geboden.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 56, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.A. Wiersma, voorzitter, mr. N.A. Vlietstra en
mr. E.G.C. Groenendaal, rechters, bijgestaan door mr. J.C. Huizenga, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 november 2015.
Mr. Groenendaal is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Wiersma
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Vlietstra
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Huizenga
locatie Leeuwarden,