ECLI:NL:RBNNE:2015:6286

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 december 2015
Publicatiedatum
25 februari 2016
Zaaknummer
18.930233-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor stelselmatige mishandeling van levensgezel

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 8 december 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van stelselmatige mishandeling van zijn levensgezel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden. De zaak kwam aan het licht na meerdere meldingen van mishandeling door de levensgezel, die op verschillende tijdstippen letsel had opgelopen. De verdachte werd beschuldigd van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en bedreigingen aan het adres van de levensgezel. Tijdens de zitting op 24 november 2015 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door de officier van justitie.

De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de zwaarste beschuldigingen, maar dat er wel bewijs was voor de subsidiaire beschuldiging van mishandeling. De rechtbank heeft de verklaringen van de levensgezel en getuigen in overweging genomen, evenals de medische rapportages die het letsel documenteerden. De rechtbank oordeelde dat de mishandelingen stelselmatig waren en dat de verdachte zijn levensgezel meerdere keren had mishandeld, wat leidde tot een veroordeling.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de frequentie van de mishandelingen en de impact op het slachtoffer. De rechtbank concludeerde dat een gevangenisstraf van vier maanden passend was, gezien de omstandigheden van de zaak. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.930233-15
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 8 december 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Joegoslavië),
thans gedetineerd in [verblijfplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 24 november 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H. Terpstra, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. A.M. de Vries.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 juli 2015 tot en met 25 augustus 2015 te [pleegplaats] , gemeente Coevorden, althans in Nederland, (telkens) aan zijn levensgezel [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht door (telkens) [slachtoffer] , al dan niet met een (zwaar en/of hard) voorwerp, tegen het hoofd en/of tegen het lichaam en/of tegen de armen en/of benen te slaan en/of te stompen en/of door [slachtoffer] te schoppen en/of door een of meer voorwerpen tegen [slachtoffer] aan te gooien;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 juli 2015 tot en met 25 augustus 2015 te [pleegplaats] , gemeente Coevorden, althans in Nederland, (telkens) zijn levensgezel [slachtoffer] heeft mishandeld door (telkens) [slachtoffer] , al dan niet met een (zwaar en/of hard) voorwerp, tegen het hoofd en/of tegen het lichaam en/of tegen de armen en/of benen te slaan en/of te stompen en/of door [slachtoffer] te schoppen en/of door een of meer voorwerpen tegen [slachtoffer] aan te gooien;
2. hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 juli 2015 tot en met 25 augustus 2015 te [pleegplaats] , gemeente Coevorden, althans in Nederland, (telkens) [slachtoffer] en/of haar/zijn/hun kinderen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk dreigend tegen [slachtoffer] gezegd
- " Als je niet doet wat ik zag, ben je er niet meer" en/of
- " Als je me niet gehoorzaamt maak ik je dood" en/of
- " Als je aangifte tegen mij doet en ik kom vrij, hak ik je mootjes, maak ik de kinderen dood en zorg dat net als een kat een muis doodt, jij dood gaat" en/of
- " [slachtoffer] ik ga je afslachten. Niet gewoon doodmaken, maar afslachten. Eerst jou, daarna mezelf" en/of
- dat hij haar keel door zou snijden als zij naar de politie zou gaan om aangifte te doen, althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- vrijspraak van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling voor het onder 1 subsidiair ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf van 2 maanden met aftrek van voorarrest.

Beoordeling van het bewijs

De rechtbank acht met de officier van justitie en de verdediging het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken.
Met betrekking tot het onder 1 primair ten laste gelegde biedt het dossier onvoldoende aanknopingspunten waaruit zou kunnen worden afgeleid dat het toegebrachte letsel als zwaar lichamelijk letsel dient te worden gekwalificeerd.
Aangaande de verweten bedreigingen ontbreekt naar het oordeel van de rechtbank het wettige bewijs. Verdachte ontkent het feit en de getuigenverklaringen zijn terug te leiden tot één bron namelijk de verklaring van aangeefster.
Met betrekking tot het onder 1 subsidiair ten laste gelegde overweegt de rechtbank het volgende.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat veroordeling van verdachte kan volgen voor het onder 1 subsidiair ten laste gelegde.
De verklaring van aangeefster van 20 november 2015 waarin zij -kort gezegd- haar aangifte tegen verdachte intrekt omdat deze in strijd met de waarheid is, acht de officier van justitie niet geloofwaardig. De nadere verklaring van aangeefster is niet verifieerbaar en past ook niet bij het geconstateerde letsel door de forensische arts die aangeefster heeft onderzocht.
Ook de wijze waarop verbalisanten aangeefster en haar kinderen kort na de melding hebben aangetroffen in de receptie van het AZC, strookt niet met de nadere verklaring.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte ook van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken.
De raadsvrouw heeft aangegeven dat aangeefster in een moeilijke situatie verkeerde en dat zij daardoor niet erg stabiel was. Verder is sprake van middelengebruik en zijn de verwondingen van aangeefster deels door haar eigen toedoen ontstaan.
Gelet op de nadere verklaring van aangeefster waarin zij aangeeft hoe het letsel is ontstaan en dat derhalve de aangifte op onwaarheden berust dient vrijspraak te volgen van de verweten mishandeling.
De rechtbank is van oordeel dat een bewezenverklaring kan volgen voor het onder 1 subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank gaat daarmee voorbij aan de verklaring van aangeefster van 20 november 2015. Die verklaring bevat elementen die strijdig zijn met stukken in het dossier en de verklaring bevat ook elementen die niet verifieerbaar zijn.
De mishandeling zou plaatsgevonden hebben rond 20 augustus 2015 doch uit de letselrapportage blijkt dat er sprake is van deels recent letsel van maximaal 24 uren oud. Dit letselonderzoek vond plaats op 26 augustus 2015.
Ook de wijze waarop het slachtoffer op 25 augustus 2015 in de receptie van het AZC door de politie wordt aangetroffen strookt niet met de verklaring van aangeefster dat iemand anders dan verdachte haar het letsel heeft toegebracht. De politie ziet een drietal angstige personen zitten waaronder aangeefster. De politie ziet onder andere dat aangeefster een ernstig opgezwollen oog heeft. Aangeefster deelt mede dat haar vriend haar dat letsel heeft toegebracht.
Daar bij komt, dat de verklaring dat een ex vriend de verwondingen zou hebben toegebracht niet verifieerbaar is omdat het opgegeven telefoonnummer buiten gebruik is.
Dit alles maakt dat de rechtbank de nadere verklaring van aangeefster niet geloofwaardig acht en dat die verklaring niet kan bijdragen om verdachte vrij te pleiten van de verweten mishandeling.
De rechtbank grondt haar oordeel dat verdachte aangeefster heeft mishandeld op de volgende bewijsmiddelen steeds in de wettelijke vorm opgemaakt en steeds zakelijk weergegeven. Die bewijsmiddelen geven aanleiding om de periode van de bewezenverklaring te bekorten tot de periode 15 augustus 2015 tot en met 25 augustus 2015.
1. een proces-verbaal van bevindingen [1] d.d. 25 augustus 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] .
Op dinsdag 25 augustus 2015 waren wij op het AZC te [pleegplaats] .
Wij zagen een vrouw met een (1) klein kind op schoot bij de receptie zitten.
Wij zagen dat de vrouw een ernstig gezwollen en rood linker oog had. Tevens zagen wij dat het linker jukbeen van de vrouw rood en gezwollen was. Tevens hoorden wij de vrouw zeggen dat ze nog meer letsel aan haar lichaam had. Wij hoorden dat de vrouw van Servische komaf was. De vrouw gaf aan dat haar vriend haar dit letsel had toegebracht.
Wij hoorden van de medewerkers van de COA dat de vrouw zich veel vaker met soortgelijk letsel bij de receptie had gemeld.
Wij zagen dat de vrouw angstig was.
2. een proces-verbaal van aangifte [2] d.d. 26 augustus 2015, inhoudende de verklaring van [slachtoffer] .
Ik heb ongeveer vijf (5) jaar een relatie met [verdachte] en woon sinds twee (2) maanden met hem in Nederland.
Een (1) maal in Nederland op het AZC ging het ook weer, dat hij mij sloeg. Er is heel veel gebeurd de afgelopen vier (4) dagen.
De laatste vier (4) dagen is het erg. [verdachte] slaat me vaker en harder. Elke keer als hij mij ziet, slaat hij me. [verdachte] maakt dan een handdoek nat, rolt deze in elkaar en slaat me hiermee zo hard hij maar kan. [verdachte] ziet me en pakt een handdoek, legt deze over me heen en slaat me met zijn vuisten. Hij slaat me zo hard dat ik onder de blauwe plekken en wonden zit. Hij slaat me op mijn hoofd, borst, benen, en andere plekken van mijn lichaam.
Als ik hem niet gehoorzaam slaat hij me helemaal in elkaar. Ik moet overal toestemming voor vragen aan hem. Als ik dat niet doe, slaat hij me.
3. een proces-verbaal nader verhoor aangeefster [3] d.d. 2 september 2015, inhoudende de verklaring van [slachtoffer] .
[verdachte] is verantwoordelijk voor alle letsel.
De avond van de laatste mishandeling. Hij was omstreeks 13.00 uur terug uit Amsterdam.
Hij begon gelijk te duwen. Twee nachten daarvoor had [verdachte] mij ook geslagen. Ik had toen blauwe plekken.
Hij sloeg mij al toen ik een sigaret niet goed draaide. Toen de buurvrouw weg was, begon hij mij te slaan. Hij sloeg mij met de vuisten in het gezicht en ook op de rest van mijn lichaam.
Ik had pijn aan mijn ribben, gezicht, armen en benen.
4. een letselrapportage d.d. 21 september 2015, opgemaakt door R. Noordbruis, forensisch arts.
Op 26 augustus 2015 is [slachtoffer] onderzocht.
Beschouwing
Over de gehele huid zijn verschillende huidverkleuringen aanwezig met een variatie in kleuren.
De huid is in alle gevallen intact waardoor contact met een stomp voorwerp dan wel oppervlak aannemelijk is. In een aantal bloeduitstortingen zit een bepaalde tekening: dit wijst op een voorwerp dat zich bevond tussen de huid en het contactoppervlak.
De grote huidverkleuringen op beide bovenbenen zijn scherp afgegrensd. Dit wijst op een recent ontstaan, omdat het bloed nog niet de tijd heeft gehad om weg te vloeien naar de buitenzijde.
Op verschillende plaatsen op het lichaam zijn kleine ronde plekken met een rode kern en gele
hof aanwezig: deze ontstaan door plaatselijke druk, dit is bijvoorbeeld het geval van vingertoppen. De blauwe plekken variëren in kleur: van paarsrood, groen, blauw tot aan geel.
Deze kleurverandering ontstaat door veranderingen in het gestold bloed. Hoe recenter het
bloed is vrij gekomen, des te paarsrood de kleur is.
Er is ook een relatie tussen de kleur en de hoeveelheid onderhuids bloed: bij meer bloedverlies is de kleur in het begin meestal donkerder van kleur.
Door de verschillende kleuren en intensiteit van de verwondingen is aannemelijk dat deze op
verschillende momenten zijn ontstaan en er verschillende krachten zijn geweest.
Conclusie
Ontstaan:
De wonden zijn op verschillende momenten. De recentste binnen 24 uur en de oudere tot aan meer dan een week voor het onderzoek.
5. een proces-verbaal van verhoor getuige [4] d.d. 26 augustus 2015, inhoudende de verklaring van [getuige 1] .
De mevrouw waar ik een getuige verklaring over afleg woont op de kamer naast mij.
Zijn vrouw zit onder de blauwe plekken. Ik heb blauwe ogen gezien. Haar voorhoofd leek net alsof er een wond op zat.
Een week geleden hoorde ik de kinderen roepen: “Vader doe dat niet, laat haar met rust”.
Daarnaast hoorde ik zijn oudste zoon smeken om te stoppen. Hij riep: “Papa stop nou!!, Je slaat mama nog dood!!”. Tevens hoorde ik dat er geslagen werd.
Ik hoorde later van de buurvrouw dat ze was geslagen. Ze was de hele nacht mishandeld. Ook heb ik de buurman gezien. Ik zag dat zijn onderarmen blauw waren en zijn vuisten/handen opgezet.
Met mijn buurvrouw bedoel ik [slachtoffer] mee. Met mijn buurman bedoel ik [verdachte] mee.
6. een proces-verbaal van verhoor getuige [5] d.d. 26 augustus 2015, inhoudende de verklaring van [getuige 2] .
Ik ben de buurvrouw van [slachtoffer] en [verdachte] . Ik kom vrijwel dagelijks bij [slachtoffer] .
[slachtoffer] vertelde mij dat ze onder de blauwe plekken zit. Dit speelt al geruime tijd.
Gisteren, 25 augustus 2015, riep [verdachte] [slachtoffer] bij hem. Ze moest op bed gaan zitten.
Toen zag ik dat [verdachte] [slachtoffer] met een mobiele telefoon hard op haar hoofd sloeg.
Tot tweemaal toe. Dit ging met kracht.
Ik zag dat [slachtoffer] op bed bleef zitten en pijn had. [slachtoffer] moest huilen van de pijn.
Vlak voordat [verdachte] , [slachtoffer] had geroepen, had [slachtoffer] mij verteld veel mishandeld te worden. Ze zei dat ik haar hoofd moest voelen. Dit heb ik gedaan. Ik voelde allemaal bulten.
[slachtoffer] zei dat ze onder de blauwe plekken zat.
[slachtoffer] heeft dit allemaal aan mij laten zien. Ik zag allemaal blauwe plekken op haar benen en bovenbenen.
Ook sloeg hij haar toen met zijn vuisten. Ik heb zelf gezien dat [verdachte] opgezette vuisten had.

Redengeving bewezenverklaring

De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen bewezen is verklaard en op grond daarvan heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 subsidiair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op verschillende tijdstippen, in de periode van 15 augustus 2015 tot en met 25 augustus 2015 te [pleegplaats] , gemeente Coevorden, telkens zijn levensgezel [slachtoffer] heeft mishandeld, door [slachtoffer] al dan niet met een voorwerp tegen het hoofd en tegen het lichaam en tegen de armen en benen te slaan en/of te stompen.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en het over hem opgemaakte reclasseringsrapport d.d. 3 november 2015, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft in een korte periode zijn levensgezel zeer frequent mishandeld door haar al dan niet met voorwerpen te slaan en te stompen. Het betreft hier een ernstig geval van partnermishandeling. De foto’s die van het letsel van het slachtoffer zijn gemaakt laten een grote hoeveelheid letsel zien. Het letsel bevindt zich op bijna alle delen van het lichaam van het slachtoffer.
Naar het oordeel van de rechtbank kan gesproken worden van een stelselmatige mishandeling nu de mishandelingen gedurende een aantal dagen en meermalen per dag hebben plaatsgevonden.
De rechtbank acht het feit dusdanig ernstig dat niet kan worden volstaan met een andere straf dan gevangenisstraf. De duur van de gevangenisstraf zoals door de officier van justitie is geëist doet naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan de ernst van het feit. De rechtbank acht een gevangenisstraf van 4 maanden passend en geboden.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 27, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair en 2 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
 Een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van 24 december 2015.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.A. van Capelle, voorzitter, mrs. C.P. van Gastel en H. de Wit, rechters, bijgestaan door D.C. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 december 2015.

Voetnoten

1.pag. 14 van het dossier 2015249727 (het dossier)
2.pag. 53 ev van het dossier
3.pag. 61 ev van het dossier
4.pag. 119 ev van het dossier
5.pag. 132 ev van het dossier