In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, is een geschil ontstaan tussen de stichting Elkien, als verhuurster, en een gedaagde huurder over een huurachterstand. De huurovereenkomst betreft een woning aan de Rolpeal 2 te Wommels, waarbij de gedaagde maandelijks € 447,95 aan huur verschuldigd is. De gedaagde heeft een huurachterstand laten ontstaan en na inschakeling van een incassogemachtigde is er een betalingsregeling getroffen. Echter, de gedaagde heeft op enig moment gestopt met betalen.
Elkien vordert in deze procedure betaling van een bedrag van € 312,74, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De verhuurder stelt dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. De gedaagde heeft zich verweerd door te stellen dat de hoofdsom lager is dan door Elkien wordt gesteld en dat hij in totaal meer heeft afbetaald dan de verhuurder beweert.
De kantonrechter heeft de vordering van Elkien afgewezen. De rechter oordeelt dat Elkien onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de gevorderde huurachterstand. Er was onduidelijkheid over de hoogte van de achterstand en de communicatie richting de gedaagde was niet helder. De kantonrechter concludeert dat niet kan worden vastgesteld of de gedaagde nog een bedrag aan Elkien verschuldigd is, terwijl vaststaat dat hij in ieder geval een bedrag van € 1.125,00 heeft afbetaald. Elkien wordt veroordeeld in de proceskosten, die op nihil worden gesteld omdat er geen professionele rechtshulpverlener is ingeschakeld.