ECLI:NL:RBNNE:2015:6381

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 december 2015
Publicatiedatum
12 mei 2016
Zaaknummer
18.820065-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing noodzaak tot voortzetting van de ISD-maatregel na zes maanden

Op 17 december 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een beslissing genomen over de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde. De veroordeelde was eerder op 22 mei 2015 veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar, waarbij de rechtbank had gelast dat de noodzaak van voortzetting zes maanden na aanvang van de maatregel beoordeeld zou worden. De rechtbank heeft het onderliggende strafdossier en een rapport van de P.I. Zwolle, opgesteld door een trajectcoördinator, bestudeerd. Dit rapport was voor akkoord getekend door de plaatsvervangend directeur van de inrichting.

Tijdens de zitting op 17 december 2015 zijn de officier van justitie, de raadsman van de veroordeelde, mr. A. Allersma, en de deskundige van de P.I. Zwolle gehoord. De officier van justitie concludeerde dat voortzetting van de maatregel noodzakelijk was. De raadsman gaf aan dat de veroordeelde zich niet verzet tegen de voortzetting en zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De deskundige bevestigde het advies uit het rapport.

De rechtbank oordeelde op basis van het rapport en de besproken zaken ter zitting dat de noodzaak voor verdere tenuitvoerlegging van de maatregel nog steeds aanwezig was. De P.I. Zwolle adviseerde om de maatregel voort te zetten, omdat opheffing zou leiden tot een terugval in middelengebruik en overlast in het publieke domein. De behandeling was nog maar net begonnen en zou nog geruime tijd in beslag nemen. De rechtbank concludeerde dat de beveiliging van de maatschappij nog steeds van belang was en besloot dat de voortzetting van de ISD-maatregel vereist was.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
Parketnummer: 18/820065-15
Beslissing van de meervoudige kamer d.d. 17 december 2015 in de zaak van:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: “veroordeelde”.

Procedure

Bij vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank d.d. 22 mei 2015 is aan de veroordeelde de ISD-maatregel voor de duur van twee jaren opgelegd. De rechtbank heeft daarbij gelast dat de noodzaak van voortzetting van de maatregel zes maanden na aanvang daarvan dient te worden beoordeeld.
De rechtbank heeft kennis genomen van het onderliggende strafdossier en het rapport ten behoeve van de tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel d.d. 11 december 2015, opgemaakt door [deskundige] , trajectcoördinator ISD bij de P.I. Zwolle, en conform artikel 38s eerste lid van het Wetboek van Strafrecht voor akkoord getekend door de plaatsvervangend directeur van de inrichting.
De rechtbank heeft op 17 december 2015 de officier van justitie, de raadsman van veroordeelde mr. A. Allersma, en de [deskundige] van de P.I. Zwolle gehoord.

Beoordeling

De officier van justitie heeft ter terechtzitting geconcludeerd dat voortzetting van de maatregel noodzakelijk is.
De raadsman heeft aangegeven dat de veroordeelde zich niet verzet tegen voortzetting van de maatregel en heeft zich dan ook gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De deskundige heeft ter terechtzitting het rapport toegelicht en het advies bevestigd.
De rechtbank is op grond van het rapport van de P.I. Zwolle en hetgeen ter zitting is besproken van oordeel dat de noodzaak van verdere tenuitvoerlegging van de maatregel nog bestaat. Het doel van de plaatsing, zoals opgenomen in het strafvonnis van 22 mei 2015, wordt met voortduren van de maatregel nog gediend. De P.I. adviseert de maatregel voort te zetten omdat opheffing ervan vrijwel zeker zou leiden tot een terugval in middelengebruik met de daarbij behorende overlast in het publieke domein. De behandeling in [verblijfplaats] is nog maar net aangevangen en zal nog geruime tijd in beslag nemen. De strekking van de maatregel, beveiliging van de maatschappij, is nog steeds van betekenis.
Beslissing
De rechtbank:
bepaalt dat voortzetting van de ISD-maatregel is vereist.
Deze beslissing is gegeven door mrs. F. de Jong, voorzitter, A. Jongsma en
S. Zwarts, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.J. van Baren als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 december 2015.