zaterdag 11 april 2015
Op zaterdag 11 april 2015 om 13.46.30 uur werd door [slachtoffer 2] het volgende Whatsapp bericht verzonden naar aangever [slachtoffer 1] : He ik had [medeverdachte 1] net aan de deur Super kut wat er is gebeurd maar ik heb tegen niemand wat gezegt en ook heb ik er zelf niks mee te maken Als ik iets hoor laat ik het gelijk weten.
Deze gegevens zijn afkomstig uit de uitgelezen GSM van aangever [slachtoffer 1] .
SMS-berichten tussen [slachtoffer 1] en [verdachte] :
Bij onderzoek in de inbeslaggenomen telefoon van [verdachte] , telefoonnummer
[telefoonnummer 4] , bleek dat er tussen 14.23 uur en 15.20 uur, de volgende SMS-berichten waren
verzonden en ontvangen van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , in gebruik bij aangever [slachtoffer 1]
:
Thuis outgoing tel + [telefoonnummer 1]
Ja incoming
Hoezo incoming
Niet alleen moet ik ergens heen incoming
Dan komt het straks wel outgoing tel + [telefoonnummer 1]
Wc outgoing tel + [telefoonnummer 1]
Sta op de verste achterste voorbij de appie bij een gemeente keet
op wielen groen incoming
Oké zijn er bijna outgoing tel + [telefoonnummer 1]
Oke incoming
In de telefoon van aangever [slachtoffer 1] werden dezelfde berichten aangetroffen. Deze
tijdstippen lagen tussen 12.23 en 13.20 uur. Mogelijk was de tijd in het telefoontoestel niet
juist ingesteld. De verzonden en ontvangen berichten waren van/aan het telefoonnummer
[telefoonnummer 4] die in de telefoon onder de naam ‘ [voornaam] ’ stond. Zoals aangever [slachtoffer 1] verklaarde staat het telefoonnummer [telefoonnummer 4] , waarvan bekend is geworden dat deze in gebruik bij [verdachte] , in de contactenlijst van de telefoon van [slachtoffer 1] onder de naam ‘ [voornaam] ’.
Om 14.24 is het telefoonnummer [telefoonnummer 4] , in gebruik bij [verdachte] op de mast bij
[pleegplaats 5] , om 14.25 bij [plaats 1] , om 14.27 bij [plaats 2] en om 14.46 in [pleegplaats 3] ,
mast [straatnaam 3] . Tussen 15.19 uur en 15.31 uur stralen de telefoonnummers [telefoonnummer 1] , i.g.b. [slachtoffer 1] , en [telefoonnummer 4] , i.g.b. [verdachte] de masten aan in [pleegplaats 3] . Deze masten staan aan [straatnaam 4] en [straatnaam/straatnaam] . Beide straten zijn gelegen in de [wijk] te [pleegplaats 3] . In deze woonwijk ligt eveneens [straatnaam 5] , zijnde de straat waaraan [medeverdachte 2] woonachtig is.
Om 15.51.26 uur neemt de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 8] , t.n.v [getuige 2] (CIOT tenaamstelling), contact op met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 9] . Over het genoemde telefoonnummer [telefoonnummer 8] , verklaarde [getuige 2] , wonende aan [adres 5] te [postcode/woonplaats] , tijdens de doorzoeking in voornoemd perceel, dat haar huisgenoot [medeverdachte 2] , de gebruiker van dat telefoonnummer is. Van het telefoonnummer [telefoonnummer 9] is bekend dat dit in gebruik is bij [naam 1] . Via dit telefoonnummer werd [naam 1] ook benaderd voor het afleggen van een getuigenverklaring. Het is bij de politie bekend dat [naam 1] een full member is van de [motorclub] . Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat er de volgende uitgaande gesprekken zijn van het telefoonnummer [telefoonnummer 8] van Oomen naar het telefoonnummer [telefoonnummer 9] van [naam 1] :
Uit Gespr 11-04-15 15:51:26 Startpaal [pleegplaats 3]
Uit Gespr 11-04-15 15:51:45 Startpaal [pleegplaats 3]
Uit Gespr 11-04-15 15:52:20 Startpaal [pleegplaats 3]
Gesprekken [slachtoffer 2]
De aangever [slachtoffer 2] verklaart dat hij op verzoek van [naam 1] naar Mc Donalds in [pleegplaats 5] is gegaan voor een gesprek met [verdachte] en [medeverdachte 1] . Daar aangekomen bleek nog een derde, donkere, persoon bij aanwezig te zijn. Om 16.28.52 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 4] een mast aan in [pleegplaats 5] . Er is dan een uitgaand gesprek naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] i.g.b. [slachtoffer 1] (mast in [pleegplaats 3] ).
Om 16.13.58 straalt telefoonnummer [telefoonnummer 8] , in gebruik bij [medeverdachte 2] , via een uitgaande GPRS-WAP (internet) de mast aan [adres 6] te [plaats 2] . Opgemerkt dient te worden dat het GPRS-Wap tijdstip niet als betrouwbaar kan worden weergegeven. Wel kan worden gesteld dat tussen de uitgaande gesprekken van 15.52 uur en 19.33 uur de telefoon op zeker moment buiten [pleegplaats 3] is geweest en de mast in [plaats 2] heeft aangestraald.
Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] , in gebruik bij [verdachte] , en het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , i.g.b. [slachtoffer 1] , blijkt dat er tussen 16.28 uur en 16.30 gesprekken tussen de nummers van [verdachte] en [slachtoffer 1] zijn geweest.
De telefoon van [verdachte] straalt nog een mast aan in [pleegplaats 5] , terwijl de telefoon van
[slachtoffer 1] een mast aanstraalt aan [straatnaam 6] in [pleegplaats 3] . Om 16.57 en 17.11 zijn er uitgaande gesprekken van [verdachte] naar [slachtoffer 1] . De telefoons stralen nog steeds de masten aan van respectievelijk [pleegplaats 5] en Leeuwarden. Om 17.21 uur is er een uitgaand SMS bericht van [slachtoffer 1] naar [verdachte] . [verdachte] ontvangt deze om 17:22. De telefoon van [slachtoffer 1] straalt dan de mast aan te [plaats 2] , terwijl de telefoon van [verdachte] de mast aanstraalt aan van [pleegplaats 5] .
Volgens aangever [slachtoffer 1] moest hij naar [locatie 1] , aan [adres 2] te
[pleegplaats 3] , komen. Hij moest onder het poortje gaan staan. Daar heeft [slachtoffer 1] wederom
met de 3 mannen gesproken. Om 18.16 uur is weer een uitgaand gesprek tussen [slachtoffer 1] en [verdachte] . Beide telefoons stralen dan weer de masten aan in [pleegplaats 3] . Om 20.59 uur is er nog een uitgaand gesprekken van [verdachte] naar [slachtoffer 1] . Beide telefoons stralen dan weer de masten aan op [adres 7] te [pleegplaats 3] .