ECLI:NL:RBNNE:2015:752

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 februari 2015
Publicatiedatum
23 februari 2015
Zaaknummer
3455260 CV EXPL 14-14099
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens geluidsoverlast en drugshandel

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 11 februari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Nijestee en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft de ontbinding van een huurovereenkomst voor een woning in Groningen, waarbij Nijestee zich beroept op ernstige overlast veroorzaakt door de huurder. De huurovereenkomst bestaat sinds 5 juli 1996 en sindsdien heeft Nijestee herhaaldelijk klachten ontvangen van omwonenden over geluidsoverlast, waaronder geschreeuw, harde muziek en een constante aanloop van bezoekers. Daarnaast zijn er meldingen van de politie over de handel in qat, een stimulerend middel, dat door de huurder in de woning zou worden verhandeld.

Nijestee heeft diverse stappen ondernomen, waaronder huisbezoeken en schriftelijke sommaties, maar de overlast bleef aanhouden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder in strijd heeft gehandeld met zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, zoals vastgelegd in artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter oordeelde dat de overlast structureel en langdurig was, en dat de huurder niet voldoende had onderbouwd dat hij geen overlast veroorzaakte.

De rechter heeft de vordering van Nijestee toegewezen en de huurovereenkomst ontbonden. De huurder is veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de sleutels af te geven. Tevens is de huurder in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van huurders om overlast te voorkomen en de gevolgen van het niet naleven van huurvoorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Groningen
zaak-/rolnummer: 3455260 \ CV EXPL 14-14099
vonnis van de kantonrechter d.d. 11 februari 2015
inzake
de stichting
Stichting Nijestee,
gevestigd te Groningen,
eiseres,
gemachtigde: mr. H.J.M. Janssen, advocaat te Groningen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats],
gedaagde,
gemachtigde: mr. S. Heijerman, advocaat te Groningen.
Partijen zullen hierna Nijestee en [gedaagde] worden genoemd.
PROCESGANG
De bij vonnis van 6 november 2014 gelaste comparitie is gehouden op 14 januari 2015. Partijen (Nijestee vertegenwoordigd door [naam]) en hun gemachtigden zijn ter zitting verschenen, waar zij hun wederzijdse standpunten (nader) uiteen hebben gezet. [gedaagde] werd ter comparitie bijgestaan door [naam], tolk Somalisch. Van het verhandelde is door de griffier aantekening gehouden.
Bij gelegenheid van de comparitie heeft Nijestee bij akten producties overgelegd.
Vonnis is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN

1.De vaststaande feiten

1.1
Als gesteld en erkend, dan wel niet (gemotiveerd) weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud van de overgelegde producties staat het volgende vast.
1.2
Tussen Nijestee en [gedaagde] bestaat sinds 5 juli 1996 een huurovereenkomst met betrekking tot de portiekflat aan de [adres] te Groningen. [gedaagde] woont op de 2e woonlaag, zijnde de middelste verdieping.
1.3
Nijestee heeft sinds 2010 tot heden overlastklachten van een zevental omwonenden van [gedaagde] ontvangen. De meldingen hebben betrekking op overlast door geschreeuw, gestamp op de vloer, geschreeuw van het balkon, harde muziek (ook vanuit stilstaande auto’s van bezoek voor [gedaagde]), bezoekers die vanaf straat naar de woning van [gedaagde] schreeuwen en het voortdurend aanbellen (ook ’s nachts) door bezoekers van [gedaagde] bij de omwonenden in plaats van bij [gedaagde], het gooien van spullen van het achterbalkon en het bewonen van de woning door meerdere wisselende personen, hetgeen geluidsoverlast geeft.
1.4
Daarnaast is door omwonenden erover geklaagd dat er grote voorraden qat de woning worden binnengedragen en per dag (ook na 22.00 uur) veel korte bezoeken plaatsvinden van grote aantallen bezoekers die qat komen halen.
1.5
Medewerkers van Nijestee hebben samen met de buurtagent meerdere malen een huisbezoek gebracht aan [gedaagde], namelijk op 25 augustus 2010, 30 maart 2011, 16 november 2011 en 20 april 2012. Aan [gedaagde] is bij deze bezoeken door Nijestee en de politie aangegeven dat hij dient te staken met het veroorzaken van overlast, dat er aan derden geen sleutels verstrekt mogen worden en dat er niet teveel bezoek mag komen, zodat er geen overlast wordt veroorzaakt.
1.6
Bij het huisbezoek van een medewerker van Nijestee en de buurtagent op 25 augustus 2010 zijn in de woning meerdere matrassen op de grond aangetroffen. Bij het huisbezoek door de buurtagent op 27 november 2011 is wederom geconstateerd dat de woning vol matrassen lag en dat de woning ernstig vervuild was.
1.7
Verder heeft Nijestee op 2 september 2010, 11 mei 2012 en 11 juni 2012 gesprekken met [gedaagde] gevoerd betreffende de door hem veroorzaakte overlast. Bij het gesprek op 11 juni 2012 was de voorzitter van de Stichting Somaliërs in Groningen, [naam], aanwezig.
1.8
Nijestee heeft [gedaagde] daarnaast meerdere malen schriftelijk gesommeerd te stoppen met het veroorzaken van overlast. Dit heeft zij gedaan bij brieven van 24 maart 2011, 11 november 2011, 17 november 2011 (waarin ook de afspraken zoals gemaakt tijdens het huisbezoek van 16 november 2011 zijn bevestigd), 23 april 2012 (waarin tevens de afspraken zijn bevestigd die gemaakt zijn tijdens het huisbezoek van 20 april 2012 ), 1 mei 2012, 19 juni 2013, 8 mei 2014 en 4 juni 2014.
1.9
In augustus 2012 heeft [naam] schriftelijk aan Nijestee kenbaar gemaakt dat hij tien maal een bezoek heeft gebracht aan [gedaagde]. Hij heeft in zijn brief verklaard dat [gedaagde] overlast ondervindt van zijn omwonenden en dat niet is gebleken dat [gedaagde] overlast heeft veroorzaakt.
1.1
Op 1 juli 2014 heeft Nijestee een bestuurlijke rapportage van de politie ontvangen. Hierin staat, voor zover van belang, het volgende:

I. Conclusie en Advies
Conclusie
Gebruik van, enmogelijke
handel in, qat door huurder van de woning aan [adres] te Groningen en zijn gasten en het hierdoor veroorzaken van overlast voor omwonenden.
Advies
Een civielrechtelijke maatregel te nemen met betrekking tot de huurder van de woning aan [adres]te Groningen,[gedaagde], in lijn met de algemene huurvoorwaarden en het door Stichting Nijestee vastgesteld beleid.
(…)
IV Bevindingen politie Noord-Nederland
Onderstaand wordt verwezen naar bevindingen van de politie Noord-Nederland met betrekking tot het adres [adres]te Groningen. (…)
BVH-nummer 201406339111 juni 2014
Op 11/06/2014 ontving de politie een telefonische melding van een buurtbewoonster. De telefonische melding betrof een overlastmelding met betrekking tot [adres]. (…) Op een dag zouden er zo’n 40 tot 50 mensen in en uit lopen. De mensen zouden nog geen 5 minuten in de woning verblijven en vervolgens weer weggaan. (…)
BVH-nummer 2014060455 & 20140603013 juni 2014
Op 03/06/2014 heeft de politie een telefonische melding ontvangen van een buurtbewoner (mevr. Z) dat er bij [adres] een doos qat uit een auto zou zijn gehaald en naar de bewoner van nummer 62 zou zijn gebracht en dat er constant mensen de woning zouden binnenlopen om mogelijk de drugs te komen halen. (…) In de kelder, nadat de politie de deur had opengetrapt, trof de politie inderdaad een doos met qat aan, waarop de bewoner [gedaagde] door de politie is aangehouden. De doos bevatte 17 bosjes verse plantdelen a netto 1,74 kilogram qat. De auto van [gedaagde] is door de politie inbeslaggenomen, omdat de qat vanuit de auto de woning ingebracht zou zijn en de politie sporen van qat zag op de achterbak van de auto.
Op 04/06/2014 is [gedaagde] als verdachte door de politie gehoord. (…)
Op 05/06/2014 heeft de politie telefonisch een getuige gehoord, namelijk een buurtbewoonster (mevr. Y). In haar verklaring stelt de buurtbewoonster op 03/06/2014 de auto van de Somalische overbuurman te hebben zien staan en dat een donkere man een doos uit de kofferbak van de auto pakte. Volgens de buurtbewoonster betrof dit een witte doos met gaten erin waarvan ze wist dat er qat inzat (…).
Op 19/06/2014 heeft de politie een buurtonderzoek ingesteld naar aanleiding van de drugsoverlast aan [adres]. Volgens meerdere bewoners van het naastgelegen portiek wordt er op [adres] gedeald in qat. (…) Buurtbewoners geven aan dat er meerdere mensen op dit adres verblijven. Men spreekt over een zestal personen in wisselende samenstelling. Bewoners zien regelmatig dat er vuilniszakken vol spul naar binnen gebracht wordt. Per dag zouden er 40 tot 50 personen het adres aandoen. (…)
BVH-nummer 201308104508 augustus 2013
Na meerdere meldingen uit de buurt met betrekking tot overlast op [adres] te Groningen heeft de politie besloten de betreffende woning te bezoeken. Op 05/08/2013 heeft de politie bijvoorbeeld een melding ontvangen van een buurtbewoonster die belde omdat er net 3 dozen qat bij nummer 62 naar binnen zijn gebracht. Dit zou volgens de buurtbewoonster om de 2 dagen gebeuren en de dozen zouden naar de woning of de kelder worden gebracht. (…) Op 08/08/2013 heeft de politie de betreffende woning bezocht. In de woning trof de politie meerdere personen (7) aan van Somalische afkomst. De hoofdbewoner was niet aanwezig. De politie zag dat er in de woonkamer een tweetal personen aan tafel zaten die bezig waren om qat te vermalen. (…) De qat is door de politie in beslaggenomen. Het betroffen 44 bundels met qat met een totaalgewicht van 4,4 kilo.
BVH-nummer 201205633607 juni 2013
Op 07/06/2013 heeft de politie een telefonische melding ontvangen van [gedaagde]. [gedaagde] gaf aan te worden bedreigd door de bewoner van nummer 58. De politie is naar aanleiding van de melding ter plaatse gegaan en zag toen dat er op de tafel van dhr. [gedaagde] op nr. 62 behoorlijk wat qat lag.
BVH-nummer 201203376404 april 2012
Op 04/04/2012 voerde de politie een controle uit op het adres [adres] te Groningen in verband met de gemaakte afspraken op 16/11/2011 om de overlast tegen te gaan. Ter plaatse zag men een onbekende Somalische man met een sleutel de portiekdeur openen. Toen de politie herhaaldelijk aanbelde bij nummer 62 werd er door niemand opengedaan, maar verscheen er een buurtbewoner die meldde dat er nog zeer regelmatig geluidsoverlast van dhr. [gedaagde] kwam, onder andere door veel aanloop van Somaliërs met tassen qat. (…) binnen trof de politie een andere Somalische man aan, slapende op een matras, terwijl dhr. [gedaagde] niet aanwezig was. Later op de dag trof de politie dhr. [gedaagde] met een andere Somalische man die beweerde bij het gesprek met de politie en Stichting Nijestee te zijn geweest op 16/11/2011. Dhr. [gedaagde] en de andere Somalische man beweerden dat alleen de afspraak was gemaakt dat de politie alleen in het geval van meldingen van overlast zou komen
BVH-nummer 201112445811 december 2011
Op 11/12/2011 heeft de politie, naar aanleiding van de op 16/11/2011 gemaakte afspraak, een bezoek gebracht aan de woning van dhr. [gedaagde] (…). Volgens de politie was de situatie in de woning net zoals tijdens de afspraak met Stichting Nijestee op 16/11/2011.
BVH-nummer 201111918127 november 2011
Op 27/11/20 1 1 heeft de politie, naar aanleiding van de op 16/11/2011 gemaakte afspraak, een bezoek gebracht aan de woning van dhr. [gedaagde] (…). In de woning trof de politie een Somalische man aan die in kennelijke staat van dronkenschap verkeerde, In de woning bleek het een enorme zooi en overal lagen matrassen, dekens en lakens. Dhr. [gedaagde] was zelf niet aanwezig in de woning. De door de politie waargenomen situatie was in strijd met datgene wat op 16/11/2011 in het bijzijn van een Somalische belangenbehartiger is afgesproken.
BVH-nummer 201111557017 november 2011
Op 16/11/2011 heeft de politie samen met Stichting Nijestee een bezoek gebracht aan dhr. [gedaagde] in verband met voortdurende woonoverlast, zoals heel veel aanloop in verband met vermoedelijke handel in qat en daarbij het nodige geluid in woonomgeving/portiek aan [adres] te Groningen. Onder dreiging dat Stichting Nijestee een formulier bij zich had om het huurcontract meteen te ontbinden en dat hij daartoe direct kon tekenen indien hij geen verbetering wou toezeggen, heeft dhr. [gedaagde] toegezegd zich beter te zullen gedragen. Deze afspraak is gemaakt in het bijzijn van een belangenbehartiger van de Somalischegemeenschap.1
[gedaagde] heeft met Niiestee en politie onder andere afgesproken geen bezoekers in zijn woning toe te laten als hij niet thuis is, de sleutel van zijn woning niet weg te geven en dat hij slechts 1 a 2 bezoekers per keer zou hebben.
BVH-nummer 201103160330 maart 2011
Op 30/03/201 1 heeft de politie samen met Stichting Nijestee een gesprek gevoerd met dhr. [gedaagde] naar aanleiding van door hem gepleegde overlast. Aan dhr. [gedaagde] is duidelijk gemaakt dat hij moet stoppen met het veroorzaken van overlast (…). Dhr. [gedaagde] gaf aan het een en ander te begrijpen, veel bezoek aan huis te ontvangen en dat er geregeld mensen bij hem blijven slapen.
BVH-nummer 201008377025 augustus 2010
Op 25/08/2010 heeft de politie bezoek gebracht aan de woning van dhr. [gedaagde] (…). Dit naar aanleiding van klachten over veel aanloop bij dit adres en dat daar veel qat in en uit vervoerd zou worden. De politie nam weinig bijzonderheden waar, behalve dat de bedden in de woning worden beslapen door in ieder geval 4 a 5 personen.

2.De vordering

2.1
Nijestee vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. op de in de dagvaarding gestelde feiten en rechtsgronden de tussen partijen gesloten huurovereenkomst te ontbinden;
II. [gedaagde] te veroordelen om de door hem gehuurde woning aan [adres]te Groningen, met alle daar in aanwezige personen en zaken, voor zover deze laatste niet eigendom zijn van Nijestee, binnen 5 dagen na betekening van het vonnis, althans binnen een zodanige termijn als de kantonrechter in goede justitie zal bepalen, te ontruimen en te verlaten, met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Nijestee te stellen;
III. met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.

3.Het standpunt van Nijestee

3.1
Aan de zijde van [gedaagde] is sprake van een tekortkoming die de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Door in en vanuit zijn woning overlast te veroorzaken of overlast te laten veroorzaken, handelt [gedaagde] in strijd met de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Het veroorzaken van overlast is in strijd met het bepaalde in artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Ook handelt [gedaagde] in strijd met de algemene huurvoorwaarden. Daarnaast gebruikt [gedaagde] de woning niet conform de bestemming. Hij laat derden in de woning toe die er kortere of langere tijd verblijven en overlast veroorzaken. Op grond van de bestuurlijke rapportage van de politie concludeert Nijestee dat [gedaagde] drugs verhandelt of laat verhandelen uit zijn woning.
3.2
De overlast duurt, met tussenpozen, al ruim vier jaar. De vele waarschuwingen, gesprekken en huisbezoeken van Nijestee hebben niet geresulteerd in een verbetering. [gedaagde] komt in aanmerking voor het tweede kansbeleid.

4.Het standpunt van [gedaagde]

4.1
heeft betwist dat hij en/of zijn bezoekers overlast hebben veroorzaakt, althans een zodanige ernstige overlast hebben veroorzaakt dat ontbinding en ontruiming gerechtvaardigd is. Er komen wel vrienden of kennissen langs, maar dit zijn er slechts 3 of 4 per dag. Het is slechts enkele keren voorgekomen dat er meer mensen langs zijn gekomen. Met Nijestee is afgesproken dat [gedaagde] er op zou toezien dat zijn bezoek stil zal zijn en dat hij zijn buren zal informeren indien er veel bezoek was. Verder heeft [gedaagde] betwist dat er in zijn woning handel in qat plaatsvindt. De qat die af en toe in de woning aanwezig is, is voor eigen gebruik. [gedaagde] heeft aangevoerd dat er veel bezoek komt bij zijn bovenbuurman en dat dit aan hem wordt toegerekend. Hij betreurt het dat er nog nooit een gesprek met hem en zijn buren heeft plaatsgevonden.
4.2
Een ontruiming van de woning zal grote gevolgen hebben voor [gedaagde]. Hij zou in dat geval op straat belanden. [gedaagde] heeft diabetes en een verhoogde bloeddruk wat maakt dat het leven op straat hem zwaar zal treffen.

5.Beoordeling

5
5.1
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde] zoveel overlast heeft veroorzaakt dat de ontbinding van de huurovereenkomst en de gedwongen ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd moeten worden geacht.
5.2
Bij de beoordeling van het geschil heeft artikel 7:213 BW als uitgangspunt te gelden. Daarin is bepaald dat een huurder zich als een goed huurder heeft te gedragen, hetgeen onder meer inhoudt dat de huurder zich dient te onthouden van gedragingen die ontoelaatbare overlast veroorzaken.
5.3
Voorts overweegt de kantonrechter dat het aan Nijestee is om te stellen en, overeenkomstig de hoofdregel van artikel 150 Rv, zo nodig te bewijzen dat sprake is van ernstige, structurele overlast.
5.4
Nijestee heeft gesteld dat de overlast bestaat uit geluidsoverlast, zoals geschreeuw in huis en vanaf het balkon, almede gestamp op de vloer. Daarnaast is er door omwonenden over geklaagd dat meerdere malen per week aanzienlijke voorraden qat de woning worden binnengedragen en dat per dag (ook na 22.00 uur) door grote aantallen bezoekers qat wordt afgehaald bij [gedaagde]. Deze doorgaans korte bezoeken veroorzaken overlast, aldus Nijestee. Zo klinkt er volgens de omwonenden harde muziek vanuit stilstaande auto’s voor de woning van [gedaagde], schreeuwen bezoekers van [gedaagde] vanaf straat naar diens woning en bellen deze voortdurend aan (ook ’s nachts) bij de omwonenden in plaats van bij [gedaagde]. Verder zijn er goederen van het achterbalkon gegooid en is er over geklaagd dat de woning wordt bewoond door meerdere, wisselende personen.
5.5
Het door Nijestee geschetste beeld wordt bevestigd door hetgeen de politie heeft gerelateerd in haar uitgebreide bestuurlijke rapportage. Ook de politie heeft meerdere malen overlastmeldingen gekregen, voornamelijk met betrekking tot (de handel in) qat waardoor er heel veel aanloop is bij [gedaagde]. Daarnaast heeft de politie geconstateerd dat er sprake was van het verblijf van meerdere personen in de woning van [gedaagde] en heeft zij meerdere malen grote hoeveelheden qat in de woning aangetroffen. In haar rapportage heeft de politie tevens gewag gemaakt van het feit dat zij afspraken heeft gemaakt met [gedaagde] ter beperking van de overlast, maar dat [gedaagde] zich niet aan deze afspraken heeft gehouden. Voorts is in dit kader van belang dat de klachten betrekking hebben op een periode vanaf 2010 tot heden zodat er sprake is van een langdurige periode van overlast.
5.6
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Nijestee aan haar hiervoor bedoelde stelplicht voldaan en is zij er voorshands in geslaagd bewijs van haar stellingen te leveren. Hoewel [gedaagde] de gestelde overlast heeft ontkend, zal hij niet in het tegenbewijs worden toegelaten. Het had naar het oordeel van de kantonrechter op zijn weg gelegen om zijn verweer te onderbouwen door bijvoorbeeld verklaringen in zijn voordeel in het geding te brengen. De enkele verklaring van [naam] van de Stichting Somaliërs in Groningen, die niet uit eigen wetenschap kan verklaren, is onvoldoende in het licht van de vele klachten van verschillende omwonenden en de uitgebreide rapportage van de politie. Aan het verweer van [gedaagde] zal dan ook voorbij worden gegaan. Het verweer van [gedaagde] dat hij overlast zou hebben van een buurman biedt evenmin soelaas nu hiervan niet is gebleken en zulks hoe dan ook geen vrijbrief is om zelf overlast te veroorzaken.
5.7
Ook de omstandigheid dat de overlast mede wordt veroorzaakt door de bezoekers van [gedaagde] kan hem niet baten. Uit artikel 7:219 BW volgt dat dergelijke overlast aan [gedaagde], als huurder van de woning, kan worden toegerekend. Blijkens dit artikel is de huurder jegens de verhuurder aansprakelijk voor de gedragingen van hen die het gehuurde gebruiken of die zich met zijn of haar goedvinden in het gehuurde bevinden.
5.8
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Nijestee [gedaagde] lang genoeg de tijd gegeven om het veroorzaken van de overlast te staken. Er hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden en Nijestee heeft [gedaagde] meermalen aangeschreven over de overlast. Echter zelfs nadat de procedure is gestart, zijn er blijkens de bij akte overgelegde producties bij Nijestee klachten binnengekomen over door [gedaagde] veroorzaakte overlast.
5.9
Resumerend is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] zodanig in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst is tekortgeschoten dat de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde onvermijdelijk zijn geworden. De daartoe strekkende vorderingen zullen dan ook worden toegewezen. De door [gedaagde] geschetste persoonlijke omstandigheden kunnen daaraan niet afdoen, aangezien de belangen van Nijestee c.q. de omwonende huurders dienen te prevaleren. De termijn waarbinnen de ontruiming zal dienen te geschieden zal worden vastgesteld op 14 dagen na betekening van dit vonnis.
5.1
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
BESLISSING
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot woning aan [adres] te Groningen;
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na de betekening van dit vonnis bedoelde woning met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze laatste het eigendom van Nijestee zijn, te ontruimen en te verlaten en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Nijestee te stellen;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, die aan de zijde van Nijestee tot aan deze uitspraak worden vastgesteld op € 95,77 aan dagvaardingskosten, € 115,00 aan griffierecht en € 300,00 aan salaris van de gemachtigde van Nijestee;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
ontzegt het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en op 11 februari 2015 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: mdh