Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Procesverloop
Overwegingen
In de rapportage die daarvan is opgemaakt getiteld: “Rapport WMO Huishoudelijke Hulp Herindicatie” is het volgende over de situatie van verzoekster opgenomen.
Zij vindt dat zij niet in staat is om met slechts één uur huishoudelijke hulp haar huis goed schoon te houden. Verzoekster heeft ook aangegeven meer beperkingen te hebben dan alleen die ten gevolge van de ziekte van Wegener. Ook de echtgenoot van verzoekster heeft meer beperkingen dan alleen problemen met de knieën. Verzoekster heeft aangegeven dat de woning twee slaapkamers heeft en dat zij één zoon hebben; hun dochter is overleden.
Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat verzoekster tot 5 januari 2015 nog huishoudelijke hulp van drie uren per week heeft ontvangen en dat in overeenstemming met het overgangsrecht neergelegd in artikel 8.9 van de Wmo 2015, dit met ingang van het bestreden besluit wordt teruggebracht tot één uur per week.
Verder is ter zitting toegelicht dat de tot 1 januari 2015 geldende indicatie voor drie uren per week was gebaseerd op de Wmo richtlijn Indicatieadvisering voor Hulp bij het Huishouden, opgesteld door het Centrum indicatiestelling Zorg (CIZ). In die richtlijn wordt drie uur per week aan huishoudelijke hulp voor het zware huishoudelijke werk als passend geduid indien het een meerpersoonshuishouden betreft. Ter zitting is door verweerders gemachtigde naar voren gebracht dat bij nadere beschouwing en in het kader van de uitvoering van de Wmo 2015, door verweerder is geoordeeld dat het niet uitmaakt of sprake is van een meerpersoonshuishouden of van een alleenstaande die in een seniorenwoning woont. Daarom is in het door verweerder gehanteerde “Protocol Ondersteuning met betrekking tot het voeren van een gestructureerd huishouden 2015” (het Protocol) niet langer onderscheid gemaakt tussen alleenstaanden en meerpersoonshuishoudens en is uitgegaan van het volgens verweerder voor een alleenstaande bewoner van een seniorenwoning door het CIZ voldoende geachte aantal uren van één uur per week. Hierover is overleg geweest met de zorgaanbieder.
1. Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
a. ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt, naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen.
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek dat onderdeel vormt van de procedureregels in artikel 2, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven (…) “.