een ambtsedig proces-verbaal, nummer 2014090324, d.d. 3 september 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verbalisant 3]:
V: Waar kwam je nou precies met mij over praten?
A: Dat ik gebruikt ben. En dat werd van kwaad tot erger.
V: Ja, vertel eens verder.
A: Nou, het begon eerst al in de gang. En, toen ging die met me stoeien. En dan hadden we pauze. Toen filmpje kijken.
A: Op een avond begon het te onweren, en toen trok hij zijn broek uit. En, toen trok hij mijn broek uit. Toen begon hij te zuigen. Voor en achter. En, toen stak hij een vinger in mijn kont. En zo ging het maar door. En het werd steeds erger.
V: Wat kun je er verder nog over vertellen.
A: Die filmpjes die we keken, waren seksfilmpjes.
A: In de auto ging hij ook al voor trekken. En moest ik bij hem dan ook gaan doen. En als ik dat zou doen, zou hij zijn eigen (niet te verstaan) gaan halen. Zijn broer ( of broek. Niet goed te verstaan).
V: Ik ga eerst vertellen of terug vertellen, wat jij tegen mij gezegd hebt. En als ik nou iets vertel, dat niet klopt, zeg je meteen: Nee, dat heb ik zo niet gezegd. Dan doen we het anders. Ja? Nou, ik vroeg aan jou, waar kom je nou over vertellen. Precies. En, toen zei jij dus, het gaat erom, dat ik gebruikt ben.
([slachtoffer 1] knikt)
V: En dat het van kwaad tot erger ging. Het begon eerst in de gang. En, toen ging het om stoeien. En dan was het alweer gewoon en dan gingen we filmpje kijken. En dan deed hij zijn onderbroek uit. En zo gingen we ook stoeien.
([slachtoffer 1] knikt)
V: Heb ik dat goed gezegd of klopt dat niet.
A: Ja.
V: En zo ging het ook maar door, zei jij. Zo ging het door. Het werd steeds erger, alles werd erger.
A: Ja.
V: En ook in de avond, begon het te onweren. Toen die avond toen het begon te onweren, toen trok hij zijn broek uit en trok mijn broek ook uit. En, toen begon hij te zuigen. Voor en achter. Hij stak ook een vinger in mijn kont. En zo ging het maar door.
([slachtoffer 1] knikt)
V: Ja, dat is wat jij steeds maar zegt. Hij ging maar door. En het werd ook elke keer erger. Nou, en toen vertelde je nog iets, over in de auto. Voortrekken.
([slachtoffer 1] knikt)
V: Wat bedoel je daar precies mee.
A: Ehhh, dat hij dan aan mijn pik ging trekken. En dan moest ik ook aan die van hem.
V: Ja, en dat moest je dan ook aan die van hem, gaan doen.
A: Ja.
V: De eerste vraag, die ik altijd wil stellen is: Hoe vaak is het nou precies gebeurd.
A: Dat weet ik niet echt.
V: Dat weet je niet. Hoe komt het, dat je dat niet echt weet.
A: Ehh, omdat het al lang geleden is.
V: Om wie gaat het nu eigenlijk precies. Want dat weet ik nog niet.
A: [verdachte].
V: [verdachte]. En wie is dat precies.
A: Ehhh, rechter, zit boven de politie.
V: En vertel eens meer. Hoe ken jij [verdachte].
A: Woont bij ons in de straat.
V: En wat deed jij, toen jullie die filmpjes zagen.
A: Ehh, deed hij zijn broek uit. Moest ik dat ook doen.
V: Ja. Ok, vertel eens verder.
A: En dan deed hij mijn broek uit en dan ging hij gewoon neuken.
V: Hij ging neuken en wat bedoel je daar mee. Wat bedoel je precies met neuken.
A: Ehhh, dat hij zijn pik in mijn kont stopte
V: Hoe vaak is dit nou eigenlijk, dat hij dit deed. Hoe vaak is dit nou geweest.
A: Ehhh, heel vaak, gingen we gewoon stoeien.
V: Ja.
A: Een week of een paar dagen, na oud en nieuw.
V: Welke oud en nieuw was dat dan. De laatste oud en nieuw of het oud en nieuw daar voor nog of die keer daar voor.
A: Ehh, 2013 begon hij met normaal stoeien en 2014 gingen we, ehhh neuken en seksen.
V: Ok. Jij zei, dat hij op een gegeven moment zijn kleren uit deed en jij moest ook jouw kleren uit doen, maar jij deed alleen je broek maar uit.
A: Ja.
V: Hoe ging het met je kleren, gingen ze helemaal uit of naar beneden of.
A: Alleen naar beneden.
V: Alleen naar beneden. En wat deed hij precies.
A: Ehh, toen stak hij zijn vinger in mijn kont.
V: Hoe deed hij dat dan.
A: Ehh, eerst niet zo ver, toen steeds verder, tot helemaal.
V: Waar deed hij dat dan, dat hij zijn vinger in jou kont stak.
A: Gewoon thuis bij hem.
V: En waar thuis.
A: Op zijn bed.
V: Op zijn bed. Ok, hoe was jij op dat bed. Lag jij toen. Stond jij toen. Toen hij zijn vinger in je kont stak he. Lag jij toen, stond jij toen.
A: Lag.
V: Lag. En hoe lag jij.
A: De zijkant.
V: Ok, en was het dan met je gezicht naar hem toe of met je rug naar hem toe. Of nog wat anders.
A: Met de rug naar hem toe.
V: En hoe lag hij dan.
A: ehh, dat weet ik eigenlijk niet.
V: Dat weet je eigenlijk niet. Hoe komt het, dat je dat niet weet.
A: Omdat ik met de rug naar hem toe lag.
V: Ok. En hoe ging hij dan met zijn vinger in je kont. Hoe deed hij dat precies.
A: Ehh, eerst voorzichtig, toen iets verder, toen nog wat verder en toen helemaal.
V: En hoe weet je dat het zijn vinger was.
A: Ehh, omdat zijn pik nog niet in mijn kont kan.
V: En hoe komt het, dat zijn pik niet in jou kont kan.
A: Omdat die veels te groot is.
V: En hoe weet jij, dat die veels te groot is.
A: Omdat je dat kon zien.
V: En wat zie je dan aan zijn pik. Hoe ziet dat er uit. Laten we eerst maar eens. Wat kan je met een pik, wat is dat eigenlijk.
A: Kan je aan trekken, zuigen.
V: Wat is een pik. Want dat wil graag even goed weten, wat je daar mee bedoelt.
A: Piemel.
V: Piemel. Dat noem jij zo, daarmee bedoel jij, pik.
A: Ja.
V: Dat bedoel jij er mee.
([slachtoffer 1] knikt)
V: En, jij zegt van, die pik van hem was veel te groot
A: Ja.
V: Kun jij eens vertellen, hoe die pik er precies uitzag.
A: Dik.
V: En verder over die pik. Hoe zag die er verder uit.
A: Hij heeft ook echt heel veel. Chemo's gehad
V: Chemo's gehad. Waarvoor.
A: Hij heeft kanker.
V: En waarom vertel je dat.
A: Ehh,
V: Want je vertelde dat ergens om. Hoe komt het dat je dat vertelt, dat hij chemo's heeft gehad. Want ik vroeg aan jou, hoe ziet zijn pik er uit. Toen vertelde je, dat hij chemo's heeft gehad. Heeft dat met elkaar te maken dan.
A: Ja.
V: Wat dan.
A: Hij heeft ook allemaal gaatjes.
V: Waar heeft hij die gaatjes.
A: Op zijn zak.
V: Gaatjes. Wat zijn dat dan voor gaatjes.
A: Bloedprikken.
V: Bloedprik gaatjes.
A: Ja.
V: Ohh, en hoe komt het, dat hij die daar heeft.
A: Weet niet.
V: En waar zit zijn zak.
A: Onder zijn piemel.
V: [slachtoffer 1], want we hadden het erover dat hij zijn vinger in jouw kont stak.
A: Ja.
V: En hoe voelde dat voor jou.
A: Niet fijn.
V: Niet fijn, kun je dat vertellen, hoe dat voelde.
A: Als die er echt helemaal in zat, dat je dan echt gespannen werd.
V: Ja. Ok. En hoe ging dat dan verder, als hij die vinger in je kont gestoken had. Wat zei hij, bijvoorbeeld.
A: Ehh, lekker he, zei hij toen.
V: Ok, en wat zei jij dan.
A: Ehh, nee.
V: En hoe ging het toen verder. Vertel, eens.
A: Toen ging het maar door.
V: Ok, en ehh, wat deed hij nog meer, bij jou.
A: Ehh, moest ik ook nog op mijn knieën.
V: Ja. Vertel eens
A: Toen ging die echt heel snel.
V: Ik begrijp het niet helemaal, hoe bedoel je, ik moest op mijn knieën.
A: Ehh, dat hij dan zijn piemel tegen mijn billen deed.
V: Ja.
A: En dat het dan echt heel snel ging.
V: Als jij zegt, ik moest op mijn knieën, waar was dat dan.
A: Hier ([slachtoffer 1] wijst een plek op het bed aan).
V: Op het bed.
A: Ja.
V: Ok, en hoe ging je dan op je knieën.
A: Handen en knieën.
V: En als jij dat hier op het bed tekent he, welke kant is jouw hoofd.
A: Deze kant ([slachtoffer 1] wijst naar de muur).
V: En waar is hij dan.
A: Achter mij.
V: We hebben het gehad, over dat jij een keer op je handen en je knieën stond. Op het bed, dat hij achter jou was of zo. En was hij dan ook op het bed, of ehh. En hoe was hij dan, weet jij dat.
A: Helemaal.
V: Wat helemaal.
A: Helemaal naakt.
V: En hoe was het met jouw kleren, wanneer hij met zijn piemel tussen jou kont ging.
A: Gewoon broek naar beneden
V: En hoe was het met jouw onderbroek.
A: Gewoon. Gewoon naar beneden.
V: Wat deed hij precies met zijn piemel tussen jouw billen.
A: Heen en weer.
V: En hoe stopte dat dan, als hij heen en weer ging.
A: Ehh, vanzelf.
V: Vertel me eens precies over zijn zak.
A: Er zaten allemaal putjes in.
V: Ok en wanneer heb je dat gezien.
A: Ehh, de hele tijd al.
V: En hoe zien die putjes er precies uit.
A: Ietsjes groter als, als een prikje die je krijgt.
V: Je vertelde, hij trok mijn broek uit.
A: Ja.
V: Op een gegeven moment en ehh, ook mijn broek uit en begon hij te zuigen voor en achter.
A: Ja.
V: Vertel alles daar eens over. Over dat zuigen. Hoe ging dat precies.
A: Ehhh, soms deed die hem er helemaal in.
V: Wat deed die waar in.
A: Ehh, in zijn mond.
V: Wat.
A: Ehh, mijn piemel.
V: Je had het over voor en achter.
A: Ja.
V: Wat bedoel je daar precies mee.
A: Ehh, dat hij voor ging zuigen.
V: Ja.
A: En achter.
V: En achter, wat bedoel je met achter.
A: Dat ie met zijn tong, bij mijn kont ging.
V: En wat deed ie precies bij jou kont dan.
A: Ehh. Slikken.
V: En hoe was het, als hij dat deed.
A: Ehh, Ik lag wel gewoon.
V: Ja.
A: Op mijn knieën. Nee, mijn broek, onderbroek, die ging tot mijn knieën.
V: Je onderbroek ging tot je knieën.
A: Ja.
V: En hoe lag je dan.
A: Ehh, Op mijn buik.
V: Op je buik. Ok. En waar lag jij dan.
A: Op het bed.
V: Je lag op je buik, je broek was op je knieën, onderbroek was tot je knieën. En hij slikte aan. Hoe noemde je dat ook al weer.
A: Likken.
V: Likken. En waar likte hij precies aan.
A: Mijn kont.
V: Je kont.
A: Ja, de binnenkant.
V: En wat voelde je daar precies.
A: Ehh, kriebel.
V: Kriebel. En kun je nog duidelijker uitleggen, waar hij precies likte dan. Beetje rare vraag misschien, maar waar likte die dan precies.
A: Ehh, tussen me billen.
V: Ok, dus hij likte je, tussen je billen in. En ehh, wat deed hij verder.
A: Zelfde.
V: Het zelfde. Wat is dat dan.
A: Het zelfde rondje, telkens.
V: Hoe bedoel je dat precies.
A: Van achteren, dan ging hij weer naar voren zo. En terug. Zo heen en weer.
V: En nou gaat het erover, dat hij dingen bij jou doet.
A: Ja.
V: Hij likt jou en hoe zit het met zijn kleren, als hij dat doet.
A: Gewoon helemaal uit.
V: Ok, en wat zag je allemaal.
A: Ehh, alles.
V: Alles. Vertel, eens.
A: Zijn piemel, zijn kont.
V: En hoe stopte dit.
A: Vanzelf.
V: En jij vertelde ook, dat hij jouw piemel in zijn mond nam.
A: Ja.
V: En wat vond je daar van.
A: Ehh, niet leuk.
V: En hoe was het met jouw piemel, toen hij dat deed.
A: Ehh, Die schoof heen en weer.
V: Die schoof heen en weer. Wie deed dat.
A: [verdachte].
V: [verdachte] doet dat dan en waarmee doet hij dat dan. Dat heen en weer schuiven
A: Met zijn mond.
V: Met zijn mond.
A: Ja, op en neer.
V: Op en neer. En wat gebeurde en dan met je piemel, kun je dat vertellen.
A: Die was hard.
V: Wiens piemel was hard.
A: Mijn.
V: Hoe vaak is het dan gebeurd dan, dat hij jou piemel in zijn mond nam.
A: Elke keer.
V: We hebben het nu gehad over, vinger in de kont en ehh, op je knieën en dat hij dan achter jou was. En ehh, dat hij jou slikte, tussen jou billen, zeg jij en aan jouw piemel. Zoog. Heen en weer ging met jouw piemel.
A: Ja.
V: Ehh, wat ehh. Zijn er nog andere dingen gebeurd. Op dit gebied.
A: Verder niks, alleen trekken. Verder niks.
V: Alleen trekken.
A: Ja.
V: En dat trekken, hoe ging dat precies.
A: Op en neer.
V: En wie deed dat bij wie. Of vertel eens.
A: Ehh, [verdachte] deed dat bij mij.
V: En ehh, lag jij, stond jij, zat jij. Of was het nog weer anders. Vertel eens.
A: Ik lag gewoon, bij hem.
V: Je lag bij hem. Wat is dat dan precies, trekken aan je piemel.
A: Ehh, gewoon op en neer.
V: Ok, En als hij dat dan deed, met jouw piemel, wat gebeurde er dan, bij jou.
A: Niks.
V: Want je vertelde, dat in de auto ook wat gebeurd was he ..
A: Ehh, ja.
V: Wat was er precies in de auto gebeurd.
A: Ehhh, dat hij aan mijn piemel zat.
V: Hoe deed hij dat dan.
A: Gewoon de hand erop leggen.
V: Hand erop leggen en was dat in de broek of over de broek of tussen de broek en de onderbroek in.
A: Gewoon op de broek.
V: Hoe vaak is dat voorgekomen, in de auto, dat hij dat deed, zulke dingen.
A: Soms, bijna, elke keer.
V: Hoe kwam het dan, dat je bij hem in de auto was.
A: Mocht ik wel mee, boodschappen doen of
Ja. Nou we hebben het er nog even over gehad en we willen toch nog even kijken of we er met jou over kunnen praten. Net hiernaast. Want jij had het over en verteld he, dat hij zijn vinger in jouw kont had gedaan.
A: Ja.
V: Je vertelde, eerst een klein stukje en toen helemaal.
A: Ja.
V: Ja. En je vertelde ook op een gegeven moment over piemels. Over zijn piemel.
A: Ja.
V: In of bij jouw kont. Waar precies was dat nou, met zijn piemel bij of in jouw kont.
A: Tussen.
V: Tussen.
A: Ja.
V: Ok. En als je dat dan. Voelde dat dan op dezelfde manier, als toen hij dat met zijn vinger deed of was dat anders.
A: Anders.
V: Anders. Ok. En wat voelde je dan precies.
A: Weet ik niet.
V: Weet je niet.
Ok. Nou, dan is dat een beetje duidelijker geworden. Hij is dus niet met zijn piemel in jouw kont geweest.
A: Nee.
V: Wie wist hier nou eigenlijk van, dat [verdachte] dit deed met jou.
A: Helemaal niemand.
V: Niemand. Je moeder wist het ook niet. Hoe kwam het, dat je moeder het niet wist.
A: Ehh. Ja, omdat het geheim was.
V: Ja.
A: En omdat ik wel wist. Omdat ik dacht, dat mijn moeder boos werd.
V: Ohh. Ok. Dus het is omdat je dacht, dat het geheim was.
A: Ja.
V: En, omdat je dacht, dat je moeder boos zou worden.
A: Ja.
V: OK, en wat heeft [verdachte] erover gezegd, tegen je.
A: Ehh, dat het niet mocht. Dat ik het niet mocht vertellen.
V: Dus je mocht het van [verdachte] niet vertellen. En je was bang, dat je moeder boos zou worden.
A: Ja.
V: Op wie zou je moeder boos worden dan.
A: Ehh, op mij.
V: Heb jij alles aan jouw moeder verteld.
A: Ehh, ja.
V: Hoe kwam dat, dat je het aan je moeder vertelde.
A: Ehh, eerst dacht ze, dat ik wel eens eczeem had. Eczeem, ehh daaronder bij je zak.
V: Ja.
A: Ehh, toen bleek dat het echt knalrood was. Opgezwollen. Daardoor kwam ze er dus achter.
V: En weet jij ook, hoe dat zo kwam, dat dat zo opgezwollen was.
A: Nee.
V: Dat weet je niet.
A: Nee. [verdachte] heeft zijn piel tegen de mijne aan gedaan.
V: Ja.
A: Ik denk dat het daardoor komt.
V: [verdachte] heeft zijn piemel, tegen jouw piemel aan gedaan.
A: Ja.