een ambtsedig proces-verbaal, nummer 02TGO13001-V-11-04, d.d. 26 januari 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 2], pagina 175 e.v:
H: Over wie hebben we het?
M: Over [bijnaam 4], [verdachte] volgens mij. Als u het goed vindt noem ik hem [bijnaam 4].
Die andere jongen die met me was, noem ik X.
J: Hoe heet hij dan?
M: [voornaam].
M: het ging om honderd en wat kilo maar [bijnaam 4] zei een dag van tevoren of twee dagen van te voren, dat weet ik niet precies, neem maar wat extra geld mee, want ik krijg nog meer spul.
M: We gingen daar naartoe om wiet te kopen, dat klopt. Vijftig euro per kilo. Ik zou vijftig per kilo krijgen en die jongen zou vijftig per kilo krijgen. Meneer X ja. Dat is dan wel te regelen als het iets meer zou zijn en eeh dat we op zes zevenduizend euro zouden komen.
H: Per persoon.
M: ja
H: Jullie zijn de 7e en 8e januari ook al in [plaats 2] geweest.
M: Klopt
H: En toen was [bijnaam 4] er ook bij
M: Klopt, en nog meerdere mensen.
H: Maandag de 7e hebben jullie [bijnaam 4] getroffen
M: Klopt, in [plaats 2] ergens. Het ging over de wiet en over de prijs.
Hij wist het niet. Sommige dingen wist ie niet zeker. Sommige dingen moest ie bespreken. Sommige dingen moest ie met iemand anders bespreken. Daar ging het om. Het ging over de wiet. We zijn naar een huis gegaan. Ik en X zijn achter [bijnaam 4] aangereden. Hij zei: volg mij maar.
Daar heb ik de man met de rode Golf getroffen, het latere slachtoffer. Daar was nog een andere jongen en nog een andere jongen. Er wordt een zak opengetrokken. Helemaal omgekieperd. Rustig aan. Beetje allemaal. Geen probleem. Hier iedereen kent mij. Hij pakte een paar topjes. Ik zei, kan ik een topje meenemen. Hij zei, ja hoor. Neem maar zoveel je wilt. Ik pakte een paar topjes om dat te laten zien aan degene voor wie ik de aankoop deed. We zeiden tegen mekaar, we houden contact. De prijs is tot het laatste moment een beetje vaag gebleven. Hij zei dat hij honderd en wat kilo had. Honderdtien honderdtwintig kilo. Het was buitenwiet.
H: Wie voerde de boventoon in die besprekingen?
M: [bijnaam 4]. De man met de rode Golf hield zich wat afzijdig, maar je kon wel een beetje zien en opmerken dat hij de eigenaar van de spullen was. Tenminste zo deed hij zich voor.
H: Je ging met een behoorlijk bedrag die kant op. Om welk bedrag ging het?
M: Driehonderdduizend euro. Die dag zou de precieze prijs worden afgesproken. Toen we weggingen de dag daarvoor zou hij nog kijken of hij de prijs nog een beetje kon drukken.
H: De negende januari zelf kun je voor ons beschrijven hoe het een en ander gaat om het maken van afspraken en tijdstippen waarop jullie elkaar zouden treffen, hoe is dat verlopen die dag?
M: Telefonisch. Per sms of bellen. Dat weet ik niet meer. Met [bijnaam 4]. Er zijn verschillende plekken afgesproken. Kijk dat u over de dag dus voor de dag dat het incident plaatsvond hebben wij een adres volgens mij doorgekregen.
H: Er wordt dus op enig moment vanuit welke plaats dan ook aangevangen met de rijrichting [plaats 2]. En dat gebeurt aan de hand van een kennelijk van te voren afgesproken tijdstip?
M: Ja.