Uitspraak
De door verdachte op de terechtzitting van 13 februari 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een proces-verbaal van aangifte, nummer PL031W-2014041224-1, d.d. 28 mei 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (pag. 31 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever[slachtoffer 2]:
Een proces-verbaal van aangifte, nummer PL031V-2014039730-1, d.d. 23 mei 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (pag. 35 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster[slachtoffer 1]:
4.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, nummer PL0300-2014039730-61,d.d. 20 november 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren (pag. 403 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1]:
5.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, nummer PL0300-2014039730-47,d.d. 11 november 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren (pag. 436 e.v.), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2]:
50 uur, een voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 100 uren, met een proeftijd van 2 jaren en daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde toezicht en begeleiding door de jeugdreclassering, waarvan 6 maanden ITB Criem. De officier van justitie heeft voorts de dadelijke uitvoerbaarheid van deze bijzondere voorwaarden gevorderd.
€ 825,00 aan immateriële schade.
[slachtoffer 1] zal worden toegewezen, in die zin dat verdachte, gelet op zijn aandeel in de overval, 20% van het totale bedrag voor zijn rekening dient te nemen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 2] niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, omdat deze onvoldoende is onderbouwd.
- dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
- dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
- dat veroordeelde zich binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis meldt bij de Jeugdbescherming Noord op het adres Waterloolaan 1 te Groningen en dat hij zich daarna zal blijven melden zo lang en zo frequent als deze instelling dat noodzakelijk acht.
- dat veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem door of namens die instelling zullen worden gegeven, waaronder deelname aan de jeugdreclasseringsmaatregel ITB Criem gedurende de eerste 6 maanden van de proeftijd.
[slachtoffer 1], te betalen een bedrag van € 309,66 (zegge: driehonderdnegen euro en zesenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2014, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 6 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 2], te betalen een bedrag van € 257,47 (zegge: tweehonderdzevenenvijftig euro en zevenenveertig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 5 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.