ECLI:NL:RBNNE:2016:1186
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van de opzegbepaling getoetst aan het Haviltex-criterium in een huurgeschil
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland werd behandeld, stond de vraag centraal of de opzegbepaling in een huurovereenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] correct was nageleefd. De huurovereenkomst was aangegaan voor een periode van twee jaar, met de mogelijkheid voor [gedaagde] om deze na die periode op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van één jaar. [gedaagde] stelde dat zij de overeenkomst niet tijdig had opgezegd, omdat zij meende dat de opzegtermijn niet gold voor de eerste 24 maanden van de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] niet voldoende bewijs had geleverd voor haar stelling en dat de opzegtermijn wel degelijk van toepassing was. De rechter nam daarbij de verklaringen van getuigen in overweging, waaronder die van [getuige 1] en [getuige 2], die bevestigden dat [gedaagde] op de hoogte was van de opzegtermijn. De kantonrechter concludeerde dat [eiser] wist of had kunnen weten dat [gedaagde] niet voornemens was de exploitatie van de winkel na de afgesproken periode voort te zetten, gezien de slechte bedrijfsresultaten. De rechter beperkte de huuraanspraken van [eiser] tot 30 september 2014, met een te betalen bedrag van € 21.041,04 na aftrek van de waarborgsom. Daarnaast werden buitengerechtelijke kosten toegewezen. In reconventie werden de vorderingen van [gedaagde] afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd.