ECLI:NL:RBNNE:2016:1262

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 maart 2016
Publicatiedatum
23 maart 2016
Zaaknummer
113993 KG ZA 16-37
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot staking en rectificatie van uitlatingen door uitvaartleider tegen uitvaartvereniging

In deze zaak vorderde [eiser], een uitvaartleider, van de vereniging 't Olde Compas een verbod op het doen van uitlatingen over vermeende te hoge facturen die hij aan nabestaanden zou hebben gestuurd. De vordering werd afgewezen door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland. De voorzieningenrechter oordeelde dat niet voldoende was aangetoond dat de uitlatingen onrechtmatig waren. De procedure begon met een dagvaarding op 23 februari 2016, gevolgd door een mondelinge behandeling op 9 maart 2016. De voorzieningenrechter stelde vast dat de uitlatingen van 't Olde Compas enige steun vonden in feitenmateriaal, waaronder een rapport van een accountant dat verschillen in facturering aan het licht bracht. De voorzieningenrechter concludeerde dat de uitlatingen van 't Olde Compas niet onrechtmatig waren, omdat zij zich in het openbaar kritisch en informerend moesten kunnen uitlaten over financiële misstanden. De vordering van [eiser] werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaaknummer / rolnummer: 113993 KG ZA 16-37
Vonnis in kort geding van 23 maart 2016
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser,
advocaat mr. C. Paas,
tegen
de vereniging
ONDERLINGE BEGRAFENISVERENIGING 'T OLDE COMPAS W.A.,
gevestigd te Barger-Compascuum,
gedaagde,
advocaat mr. N.E. Koelemaij.
Partijen zullen hierna [eiser] en 't Olde Compas genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 februari 2016;
- de op 7 maart 2016 ingekomen akte overlegging producties en toelichting van
't Olde Compas;
  • de mondelinge behandeling gehouden op 9 maart 2016;
  • de pleitnota van [eiser] ;
  • de pleitnota van 't Olde Compas.
1.2.
De dagvaarding is aangebracht bij de kantonrechter. De kantonrechter heeft de zaak na overleg met partijen verwezen naar voorzieningen rechtbank en de mondelinge behandeling in die hoedanigheid voortgezet.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

De voorzieningenrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2.1.
[eiser] heeft van juli 2005 tot augustus 2015 - volgens [eiser] in loondienst - als uitvaartleider (samen met zijn vrouw) de uitvaarten verzorgd voor 't Olde Compas. [eiser] ontving hiervoor laatstelijk een bedrag van € 360,00 per uitvaart, waarvan een deel netto.
2.2. '
t Olde Compas heeft verenigingsleden die een maandelijkse bijdrage betalen ter zake van de begrafenis of crematie. Bij een uitvaart vallen een aantal diensten onder het lidmaatschap waarvoor geen extra kosten worden berekend. Het gaat dan om:
- algehele verzorging begrafenis/crematie door een gediplomeerd uitvaartleider;
- het vervoer van de overledene naar de aula;
- laatste verzorging overledene;
- opbaring eigen aula;
- een verenigingskist of een financiële bijdrage in de aanschaf;
- condoleanceregister;
- een viertal dragers;
- bewijs van overlijden;
- verstrooiing as;
- 2 bediening koffietafel dag van uitvaart;
- 1 bediening koffietafel condoleanceavond;
- gedeeltelijke vergoeding rouwbrieven.
Voor de koffietafel zijn vaste tarieven vastgesteld.
2.3.
Naast de bovenstaande dienstverlening uit naam van 't Olde Compas voerden [eiser] en zijn vrouw extra diensten uit voor de nabestaanden zoals: ontvangst bij aulabezoeken, het verzorgen van grafmonumenten, het helpen in de bediening, huren van extra statafels, kopjes en muziek en het verzorgen van kaartjes, bloemen, rouwbrieven en bidprentjes.
2.4.
[eiser] heeft aanvankelijk de administratie van 't Olde Compas verzorgd. [eiser] maakte na een uitvaart namens 't Olde Compas een factuur op voor de nabestaanden waarop alle kosten werden vermeld die zij moesten betalen en een afrekening voor 't Olde Compas. Betalingen liepen ook via zijn bankrekening.
2.5.
In 2014 heeft de Drentse Bond van Uitvaartverenigingen bezwaar gemaakt tegen de hiervoor geschetste werkwijze. Vanaf 1 oktober 2014 zijn de uitvaarten door de penningmeester van 't Olde Compas afgerekend. Vanaf dat moment diende alles dat met de uitvaart te maken had via een eindnota en de bankrekening van 't Olde Compas te lopen.
2.6.
Het bestuur van 't Olde Compas heeft bij brieven van 18 november 2014 en 5 december 2014 aan [eiser] te kennen gegeven dat het geen probleem is wanneer [eiser] zelf met de nabestaanden een vergoeding afspreekt voor extra geleverde diensten die niet via haar pakket lopen en dat de declaratie daarvan via haar moet lopen.
In haar brief aan [eiser] en zijn echtgenote van 5 december 2014 staat hierover onder andere:
"
(…) Verder vinden wij het geen bezwaar wanneer jullie zelf met de nabestaanden overeenkomen om een vergoeding te vragen voor het aulabezoek. Als dit maar goed afgestemd wordt met nabestaanden. (…) Wij als bestuur moeten de belangen behartigen voor onze leden. Daarbij moeten wij ook de kosten in de hand houden. Wij hebben natuurlijk gekozen voor een eigen uitvaartleider waar wij tevreden over zijn. Op de werkzaamheden is niks aan te merken. Maar het kostenplaatjes mogen wij als bestuur niet uit het oog verliezen. Wat betreft de extra's. Als er spullen gehuurd moeten worden of er worden kosten gemaakt voor bijv. een partytent etc. dan kan/moet dat gedeclareerd worden
bij de nabestaanden. Dit alles weer na overleg en via opnameformulier. Dit zijn echter uitzonderingen, denk ik. (…)".
2.7.
In 2015 heeft (de kascommissie van) 't Olde Compas in het kader van de afsluiting van het boekjaar 2014 meerdere malen aangegeven dat zij ook de nota's wilde zien die [eiser] aan de nabestaanden had gestuurd. [eiser] heeft in een e-mail van 29 juli 2015 aangegeven dat hij de rekeningen van januari tot oktober 2014 bijeen had gezocht en dat hij daarmee graag persoonlijk met naar de kascontrole wilde komen zodat hij ter plekke toelichting of uitleg zou kunnen gegeven. Hiervan is het niet gekomen.
2.8.
[eiser] , die in mei 2015 ziek is geworden, heeft na oktober 2014 bijna geen uitvaarten meer geleid. Op 11 augustus 2015 heeft [eiser] de samenwerking met 't Olde Compas beëindigd. Hij heeft onder mee het volgende aan het bestuur geschreven:
"(…) De kascontrolecommissie moet de jaarrekening van de vereniging controleren en daar komen mijn rekeningen niet op voor (ook het logo is geen reden volgens mij accountant).
Deze rekeningen heb ik onder eigen naam en op eigen briefpapier verstuurd. Op jullie verzoek moest ik op een gegeven moment naam en briefpapier aanpassen, maar de werkwijze bleef hetzelfde.
Voor mij bleef ook het risico bestaan wanneer mensen in gebreke bleven bij te betalen.
Met ingang van oktober 2014 begon de vereniging met een schone lei … maar deze of de kascontrolecommissie kan zich geen rechten ontlenen aan de daarvoor gehouden wijze van boekhouden.
Ik heb aangegeven dat ik bereid ben de nota's te laten zien, maar ik geef ze niet af."
2.9.
[eiser] heeft vervolgens in augustus 2015 een advertentie geplaatst in het Maandblad Compas waarin onder andere staat: "
Onvermijdelijk afscheid
Recentelijk hebben we het besluit genomen ons uitvaartwerk niet op dezelfde voet voort te zetten. Na 10 jaar beëindigen we het dienstverband met de uitvaartvereniging ' t Olde Compas te Barger-Compascuum. Meer nog dan de gezondheidsproblemen die mei jl. speelden, ligt de verstoorde verhouding met de vereniging hieraan ten grondslag. We willen niet langer onder die omstandigheid werken en moeten concluderen dat de acties van een bestuurslid, die deze uitkomst reeds lang voor ogen had, succesvol zijn geweest (…).".
2.10.
In een brief van september 2015 heeft het bestuur van 't Olde Compas aan de leden bericht dat [eiser] zijn diensten had neergelegd en op zijn advertentie gereageerd. In die brief staat onder andere:
"(…) Het bestuur heeft een andere zienswijze en vindt dat men nu deze zienswijze met hun leden moet delen. De laatste jaren is de vereniging geconfronteerd met steeds strenger geworden wet- en regelgeving omtrent de administratieve en financiële afwikkeling van een uitvaart. Er dient steeds beter inzichtelijk te worden gemaakt welke
diensten door de vereniging en welke door de uitvaartleider worden gemaakt en gefactureerd. In het verleden is dit niet altijd juist geadministreerd en werden zaken op basis van goed vertrouwen onderling tussen de vereniging en de uitvaartleider verrekend. Het bestuur kreeg echter te horen dat deze werkwijze niet langer geoorloofd was en is hierover met de heer [eiser] in gesprek gegaan. Deze gesprekken zijn niet altijd moeiteloos verlopen. Nadat ook de kascontrolecommissie, die in het belang van de leden de financiële zaken controleert, niet akkoord kon gaan met de cijfers van het boekjaar 2014 - wegens het ontbreken van onderliggende stukken - waren wij wederom genoodzaakt het gesprek met
[eiser] aan te gaan. Hierbij heeft het bestuur altijd de hoop gehad om tot een oplossing te komen. Helaas is dit tot op heden niet gelukt en verliep ook de samenwerking met het bestuur van de vereniging dit jaar stroef. [eiser] en [echtgenote eiser] hebben hierop uiteindelijk besloten hun werkzaamheden voor de vereniging neer te leggen. Nogmaals gezegd: [eiser] en [echtgenote eiser] hebben hun werkzaamheden als uitvaartverzorger altijd uitstekend uitgevoerd en wij betreuren maar respecteren hun besluit om de werkzaamheden voor onze vereniging te beëindigen.
Het bestuur van T Olde Compas."
2.11.
Nadat [eiser] zijn functie had neergelegd, hebben een aantal leden van 't Olde Compas een actiegroep opgericht met het doel dat hij weer uitvaartleider zou worden. Deze actiegroep heeft een bijzondere algemene ledenvergadering laten beleggen. Deze vond plaats op 26 november 2015. Het bestuur van het 't Olde Compas heeft tijdens de vergadering aangegeven dat haar uit van nabestaanden ontvangen nota's was gebleken dat [eiser] daarin hogere bedragen had opgenomen voor zaken als kisten, grafkelders, grafmonumenten, condeleance-avonden, koffietafel en crematieritten. Het bestuur heeft in een powerpoint presentatie aan de hand van de facturen van vijf uitvaarten laten zien waar de facturen van [eiser] aan de nabestaanden en de eindafrekening die hij aan de 't Olde Compas zond afweken en waar volgens haar te hoge bedragen bij de nabestaanden in rekening zijn gebracht.
2.12.
[eiser] heeft op zijn beurt in een powerpointpresentatie zijn werkwijze uitgelegd. Hij heeft aangegeven welke vergoeding hij van 't Olde Compas ontving voor zijn diensten, dat hij daarvoor meer werkzaamheden moest doen dan een andere uitvaartleider die hetzelfde bedrag ontving, dat extra diensten zoals het ophalen van de overledene, aulabezoeken, aulabeheer, huren/regelen van extra statafels, kopjes geluid enzovoort, helpen bediening, regelen personeel, voorfinancieren personeel/onkosten, rekeningen maken en nagesprekken met familie bij 't Olde Compas onder geen enkele financiële regeling vallen, dat hij van het bestuur wel de toezegging had om aulabezoek en extra's door te mogen berekenen en dat hij dit via de posten "condoleance" en "koffietafel" op de eindafrekening heeft gedaan.
[eiser] heeft op blad 20 van zijn presentatie erkend dat hij duidelijker had moeten zijn in de specificatie op de rekening voor wat betreft aulabezoeken en de autovergoeding. Op die sheet staat verder het volgende:
"Ik heb de rekeningen van de laatste drie jaar doorgenomen en gecontroleerd op fouten. Daar ben ik het volgende in tegengekomen/
  • 2 kisten foutief berekend … € 80 en € 175 in mijn voordeel
  • 1 keer vergeten rouwbrieven in rekening te brengen € 158,75
  • 1 keer ziekenhuiskosten te weinig berekend € 15,00
  • Enkele kelders zijn foutief berekend doordat gebruik is gemaakt van zakjes grint van het kerkhof."
[eiser] heeft zijn presentatie afgesloten met onder andere:
"
 Afspraken binnen de uitvaartwereld zijn dat er provisie wordt gegeven over:
 Grafkisten
 Kelders
 Grafmonumenten
 Advertenties"
2.13.
In een brief van 4 december 2015 van het bestuur van 't Olde Compas aan de leden van de vereniging staat onder andere: "
Belangrijkste reden was dat de kascommissie niet akkoord kon gaan met de jaarrekening. De uitvaartleider weigerde namelijk om de kascommissie toegang te geven tot zijn administratie. Nadien heeft het bestuur, hierbij geholpen door externe partijen, geconstateerd dat de uitvaartleider jarenlang te hoge rekeningen heeft gestuurd naar de nabestaanden. In veel gevallen ging het om enkele honderden euro's die teveel in rekening zijn gebracht. (…) Mogelijk bent u ook gedupeerd en is u teveel in rekening gebracht (…). Als u dit uitgezocht wilt hebben kunt u contact opnemen met [secretyaris uitvaartvereniging] , secretaris van de uitvaartvereniging (…)".
2.14. '
t Olde Compas heeft onderzoek laten doen door drs. Brands AA van Management Team Noord B.V. accountants adviseurs (hierna: MTN en het onderzoek) naar facturen van 45 uitvaarten, begeleid door [eiser] in de periode 2008-2014. MTN heeft rekeningen die [eiser] aan nabestaanden en 't Olde Compas had gezonden, vergeleken met onderliggende facturen die hij van de betrokken leveranciers had gekregen.
2.15.
In het onderzoeksrapport staat onder punt 4:
"
Wij hebben vastgesteld dat:
-diverse doorrekeningen afwijken van de gespecificeerde kosten (…)
-van diverse doorrekeningen geen kostenspecificatie is aangeleverd. Hiervan kunnen wijn niet vaststellen of er overeenkomsten of verschillen zijn. (…)".
Onder punt 5. staat:
"Uit ons onderzoek is gebleken dat er € 16.975,89 verschillen zijn gespecificeerd.".
Het verschil betreft de bedragen die [eiser] aan nabestaanden en 't Olde Compas heeft doorberekend enerzijds en de onderliggende facturen van leveranciers anderzijds.
Het ziet onder meer op kosten voor kisten, ziekenhuiskosten, condoleance, koffietafel, verwijderen grafwerk, crematieritten, rouwbrieven, aulabeheer, grafmonumenten, bewijs van overlijden en bidprentjes.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] heeft gevorderd bij wege van voorlopige voorziening en uitvoerbaar bij voorraad, 't Olde Compas te veroordelen:
a. a) om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden het doen van mededelingen aan leden van de vereniging dan wel (enige) derde(n) met de inhoud en/of strekking:
-
dat [eiser] te hoge dan wel onjuiste nota's heeft gefactureerd aan nabestaanden voor het verzorgen van uitvaarten;
b) tot verzending van een schrijven aan alle leden van de vereniging binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis, met uitsluitend de volgende tekst, dan wel een door de rechter te bepalen inhoud:
"In het recente verleden hebben wij aan de leden van Onderlinge Begrafenisvereniging 't Olde Compas W.A. meegedeeld, dat de [familie eiser] dan wel de heer [eiser] te hoge facturen in rekening heeft gebracht en geen inzicht heeft gegeven in de administratie van de afgelopen jaren . Bij vonnis d.d… heeft de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen geoordeeld dat wij daardoor onrechtmatig hebben gehandeld
omdat wij redelijkerwijs niet hebben kunnen menen dat de beschuldigingen jegens [eiser] juist waren. Hoogachtend, Het bestuur van de Onderlinge Begrafenisvereniging 't Olde Compas W.A.";
c) tot betaling aan [eiser] van een dwangsom ter hoogte van € 500,- voor iedere keer en iedere dag dat zij niet aan het hiervoor gevorderde voldoen;
d) tot betaling van de kosten van dit geding en de wettelijke rente;
e) tot betaling van de nakosten.
3.2.
[eiser] heeft daartoe gesteld dat de stelling in de brief van het bestuur van 4 december 2015 dat sprake is van foutieve en te hoge rekeningen op geen enkele correcte wijze richting [eiser] of de leden is onderbouwd. Met hetgeen in de dienstenbijlage van 't Olde Compas was beschreven, was de uitvaart niet geregeld. [eiser] heeft de extra diensten altijd uitgevoerd in overleg met nabestaanden. 't Olde Compas heeft bij brief van 18 november 2014 en 5 december 2014 aan hem te kennen gegeven dat het geen probleem is indien hij zelf met nabestaanden een vergoeding afspreekt voor extra geleverde diensten zoals bijvoorbeeld aulabezoek, het helpen in de bediening en een kilometervergoeding en de nota's zijn altijd persoonlijk bij de nabestaanden langsgebracht om door te spreken.
[eiser] is door 't Olde Compas naar zijn zeggen nimmer om opheldering gevraagd en hij heeft zijn facturen altijd willen onderbouwen en laten inzien. Volgens [eiser] heeft 't Olde Compas besloten om alle leden direct in te lichten zonder dat de beschuldigingen steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal. 't Olde Compas staat volgens [eiser] buiten de door hem in overleg aan de nabestaanden berekende extra kosten. 't Olde Compas heeft meerdere malen aangegeven dat [eiser] extra kosten in overleg bij de nabestaanden in rekening mocht brengen.
[eiser] is van mening dat 't Olde Compas door haar ongefundeerde beschuldigingen onrechtmatig heeft gehandeld. [eiser] wil dat de smaad-en lastercampagne tegen hem en zijn echtgenote gestaakt wordt. De spoedeisendheid van het belang van [eiser] ligt er naar zijn zeggen in gelegen dat de beschuldigingen in het kleine dorp negatieve en verregaande consequenties hebben voor de [familie eiser] .
3.3. '
t Olde Compas heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering met veroordeling van [eiser] in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente. Volgens 't Olde Compas heeft zij aan de hand van de facturen van de nabestaanden moeten constateren dat [eiser] structureel te hoge en onjuiste nota's heeft uitgebracht en heeft [eiser] geen inzicht willen geven in zijn administratie over de afgelopen jaren op een wijze dat hier behoorlijk onderzoek naar gedaan kon worden. Uit het onderzoek voor de ledenvergadering bleek dat [eiser] aan de nabestaanden per saldo meer doorberekende dan de kosten van derden zoals uit de facturen van derden en de nabestaanden is gebleken.
Dat blijkt ook uit het rapport van MTN. Over 45 uitvaarten in de periode 2008-2014 gaat het om gemiddeld een bedrag van € 377,42 per uitvaart dat teveel door [eiser] is doorberekend aan de nabestaanden.
[eiser] heeft volgens 't Olde Compas geen aanspraak kunnen maken op een eigen, aan de nabestaanden doorberekende provisie op de kosten van derden. Als dat al zo zou zijn had [eiser] dit op een transparante wijze moeten factureren met toestemming van de nabestaanden. Volgens 't Olde Compas is pas omstreeks november 2014 aan [eiser] gemeld dat hij met de nabestaanden extra vergoedingen mocht afspreken. Voor die tijd werd er vanuit gegaan dat een en ander gewoon inbegrepen was in zijn vaste vergoeding; veel zaken, waar [eiser] over klaagde, zoals helpen in de bediening en vervoer van de overledene naar de aula zaten gewoon in het pakket of kunnen anders onder de te verrichten "algehele verzorging" worden geschaard. De extra vergoeding zou volgens 't Olde Compas dan uitsluitend zien op kilometergeld en extra aulabezoeken maar niet op het bijplussen op kisten, crematieritten en ziekenhuiskosten et cetera. Daarbij is volgens 't Olde Compas nadrukkelijke aangegeven dat het berekenen van extra vergoedingen goed met de nabestaanden afgestemd moesten worden en schriftelijk diende te worden vastgelegd. Indien dit niet is gebeurd mochten de leden, naar zeggen van 't Olde Compas, er op vertrouwen dat [eiser] handelde in het kader van de "algehele verzorging" die hij als uitvaartleider op zich diende te nemen.
Volgens 't Olde Compas heeft zij wat betreft haar uitlatingen naar de leden zorgvuldig en niet in strijd met artikel 6:167 lid 1 BW gehandeld. De uitlatingen zijn volgens haar juist en het is haar taak om misstanden aan de kaak te stellen.
't Olde Compas heeft ter zitting erkend dat [eiser] in juli 2015 heeft aangeboden om inzage te geven in de facturen en daarmee langs wilde komen. Volgens haar heeft hij dat later geweigerd.

4.De beoordeling

Doorverwijzing
4.1.
De vorderingen van [eiser] zien op een verbod tot laster en op rectificatie. Ter zitting is met partijen besproken dat nu de grondslag van de vorderingen onrechtmatig handelen betreft, [eiser] ten onrechte de kort geding procedure bij de kantonrechter is begonnen. Het standpunt van [eiser] dat sprake is van een vordering van onbepaalde waarde, die lager is dan € 25.000,00 is gelet op het karakter van de voorlopige voorzieningen die worden gevraagd verworpen.
De kantonrechter heeft zich daarom ter zitting onbevoegd verklaard om van de zaak kennis te nemen en deze gelet op artikel 71 Rv, in de staat waarin deze zich bevindt, te weten de mondelinge behandeling, verwezen naar de voorzieningenrechter van de kamer voor andere dan kantonzaken. De kantonrechter heeft de mondelinge behandeling in overleg met partijen als voorzieningenrechter in die kamer voortgezet.
4.2.
Voordat tot verdere beoordeling zal worden overgegaan bepaalt de voorzieningenrechter het volgende. 't Olde Compas zal gelet op de verwijzing alsnog griffierecht moeten betalen. Voor haar bedraagt dat € 619,00. Het verschuldigde griffierecht zal binnen vier weken na de datum van het vonnis moeten worden betaald.
Spoedeisend belang
4.3.
De voorzieningenrechter overweegt dat het spoedeisend belang, gelet op de aard van de vordering, voldoende vast staat.
Producties 't Olde Compas
4.4.
[eiser] heeft verzocht de door 't Olde Compas overgelegde producties buiten beschouwing te laten, aangezien deze eerst kort voor de zitting zijn ingebracht. De voorzieningenrechter passeert dit verzoek. Zij stelt vast dat de stukken meer dan 24 uur voor de zitting zijn ingekomen en dat het rapport van MTN, dat het grootste deel beslaat, pas op
4 maart 2016 beschikbaar is gekomen.
Onrechtmatige uitlatingen
4.5.
De voorzieningenrechter dient te beoordelen of 't Olde Compas onrechtmatig heeft gehandeld door uitlatingen te doen die mogelijk geduid kunnen worden als smaad en laster dan wel belediging. De voorzieningenrechter overweegt voorts dat het gevorderde gebod bij toewijzing een inbreuk zal opleveren op de grondwettelijk en verdragsrechtelijk gewaarborgde vrijheid van meningsuiting van 't Olde Compas om gedachten en gevoelens van welke inhoud dan ook te uiten. Dat recht om vrijelijk de mening te uiten vindt zijn begrenzing in het geval daarmee iemands eer en goede naam op onrechtmatige wijze wordt aangetast. Voor het antwoord op de vraag of dat hier het geval is, moeten de wederzijdse belangen van partijen worden afgewogen. In dit geval is het belang van [eiser] er in het bijzonder in gelegen dat hij niet wordt blootgesteld aan lichtvaardige beschuldigingen waarvan hij in zijn dorp negatieve consequenties ondervindt. Het belang van 't Olde Compas bestaat erin dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten en dat zij als vereniging die voor haar leden uitvaarten zonder winstoogmerk verzorgt, op een transparante wijze dient te handelen en daarbij eventuele financiële misstanden aan de kaak moet kunnen stellen. Welke van deze belangen de doorslag moet geven, hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden.
4.6.
Voordat aan bovengenoemde beoordeling wordt toegekomen merkt de voorzieningenrechter op dat niet aannemelijk is geworden dat [eiser] , zoals door 't Olde Compas in haar processtukken en in haar brief van 4 december 2015 is gesteld, van begin af aan in het geheel geen informatie heeft willen geven over de nota's. Door [eiser] is in zijn e-mail van 29 juli 2015 geschreven dat hij inzage in en een toelichting op de nota's wil verschaffen en uit de mailwisseling tussen bestuursleden blijkt dat zij daarmee akkoord waren. Niet gebleken is dat 't Olde Compas dat naar [eiser] toe heeft gecommuniceerd. Of [eiser] - zoals 't Olde Compas ter zitting heeft gesteld en [eiser] heeft weersproken - later op aangeven van zijn accountant niet meer bereid was om dat te doen, kan de voorzieningenrechter thans niet beoordelen. Vaststaat wel dat [eiser] die nota's niet heeft willen afgegeven, wat gelet voor een zorgvuldige beoordeling en het feit dat hij de afrekeningen (ook) namens 't Olde Compas aan de nabestaanden heeft verzonden, wel in de rede zou hebben gelegen.
4.7.
Ten aanzien van het gevorderde onder a) en b) overweegt de voorzieningenrechter dat vaststaat dat 't Olde Compas zich in haar brief van 4 december 2015 op de wijze als door [eiser] gesteld heeft uitgelaten. [eiser] voert aan dat de beschuldigingen ongefundeerd zijn. Hij meent dat 't Olde Compas zich er eerst van had moeten vergewissen dat de
beschuldigingen gestaafd konden worden in het toen beschikbare feitenmateriaal en de confrontatie met [eiser] had moeten aangaan alvorens de leden en derden op de hoogte te stellen.
4.8.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de brief die 't Olde Compas op 9 september 2015 aan haar leden heeft geschreven geen uitspraken over [eiser] bevat die niet door de beugel kunnen. 't Olde Compas spreekt waardering uit voor het werk van [eiser] en licht in vrij neutrale termen toe dat strengere wet- en regelgeving een andere wijze van administreren vereiste. Enig onredelijk verwijt aan [eiser] valt daarin niet te lezen.
Het lijkt erop dat de zaak is geëscaleerd toen op instigatie van een actiegroep die het vertrek van [eiser] als uitvaartleider wilde voorkomen, een ledenvergadering is belegd. Tijdens die ledenvergadering heeft het bestuur van 't Olde Compas aan de hand van een aantal concrete voorbeelden toegelicht dat zij verschillen had geconstateerd tussen de afrekeningen die [eiser] aan de nabestaanden had gestuurd en die aan haar waren verstrekt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het bestuur dit aan de ledenvergadering mocht voorhouden.
4.9.
Tussen partijen is niet in geschil dat het pakket van 't Olde Compas een beperkt aantal diensten omvat en dat [eiser] in voorkomende gevallen meer diensten heeft verricht. Uit de onder 2.5. aangehaalde brieven blijkt dat het bestuur van 't Olde Compas [eiser] in november 2014 heeft laten weten dat zij er op zich geen probleem mee had dat [eiser] extra zaken zoals aulabezoeken, huur van bepaalde zaken en kilometervergoedingen ging berekenen, mits [eiser] deze via haar zou declareren en daarover vooraf (via het opnameformulier) duidelijke afspraken met de nabestaanden zou maken. Dat dit - zoals [eiser] stelt - eerder onderwerp van gesprek is geweest, kan uit de stukken niet worden opgemaakt.
4.10.
De voorzieningenrechter kan aan de hand van de door 't Olde Compas overgelegde facturen thans niet exact beoordelen of het hetgeen 't Olde Compas stelt in haar stukken allemaal juist is en evenmin of van alle extra bedragen kan worden gezegd dat [eiser] die redelijkerwijs niet in rekening had mogen brengen, maar wel is duidelijk dat de door 't Olde Compas geuite beschuldigingen in ieder geval enige steun vinden in onderliggend feitenmateriaal, meer in het bijzonder het onderzoek van MTN en in de eigen verklaringen van [eiser] . De voorzieningenrechter overweegt daartoe het volgende.
4.11.
Uit het onderzoek van MTN komt onder meer naar voren dat [eiser] in bepaalde gevallen de nabestaanden een hoger bedrag in rekening heeft gebracht voor de kist dan hem door de leverancier daarvan, UGNA, is gefactureerd. In de ledenvergadering van november 2015 zijn daarvan ook voorbeelden genoemd. [eiser] bestrijdt ook niet dat dit is gebeurd. Hij meent echter dat het hem vrijstond om dat te doen. Het is naar zijn zeggen gebruikelijk in de uitvaartwereld om provisie te rekenen op grafmonumenten, kisten en urnen en niet anders dan wat er gebeurt in winkels met inkoopprijzen en verkoopprijzen.
De voorzieningenrechter kan [eiser] daarin niet volgen. [eiser] heeft niet gemotiveerd weersproken dat het bestellen van een kist valt onder algehele verzorging van de begrafenis of crematie die hij als uitvaartleider van 't Olde Compas aan de nabestaanden van haar leden moet bieden. De leden betalen voor die dienst maandelijks een bijdrage. Zij mogen er dan ook van uitgaan dat 'hun' vereniging en 'hun' uitvaartleider voor daarvoor geen extra kosten in rekening brengt. Het maakt naar voorlopig oordeel niet uit of de kist die wordt besteld een zogenaamde 'verenigingskist' is, of een duurder model waarvoor de 't Olde Compas aan de nabestaanden een financiële bijdrage verstrekt. Dat het - zoals [eiser] stelt -bij het
bestellen van een duurdere kist opeens zou gaan om een dienst waar 't Olde Compas geheel buiten staat, gaat naar oordeel van de voorzieningenrechter niet op.
't Olde Compas, in wier naam [eiser] de eindafrekening maakte, heeft onbetwist gesteld dat zij [eiser] nimmer toestemming heeft gegeven om (naast een provisie die hij kennelijk van de leverancier ontving) voor het bestellen van de kist provisie aan de nabestaanden in rekening te brengen. [eiser] heeft ter zitting bevestigd dat hij dit ook niet met de nabestaanden zelf heeft besproken. De voorzieningenrechter concludeert uit de door 't Olde Compas overgelegde facturen dat [eiser] ook niet is uitgegaan van een vast percentage aan provisie per kist. De verschillen in de facturen betreffen willekeurige bedragen, variërend tussen € 2,00 en € 110,00. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat [eiser] ten onrechte hiermee heeft gehandeld op een wijze zoals een commerciële uitvaartleider, terwijl het bestellen van de kist tot zijn reguliere taak als uitvaartleider van 't Olde Compas behoorde. Dat [eiser] vindt dat hij en zijn echtgenote te weinig vergoed kregen voor hun dienstverlening tijdens uitvaarten, betekent niet dat hij dit zonder toestemming van 'Olde Compas en de nabestaanden op deze wijze heeft mogen compenseren.
4.12.
Gelet op vorenstaande overwegingen komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat het gevorderde verbod onder a) alsmede de gevorderde rectificatie en de dwangsom dienen te worden afgewezen.
Proceskosten
4.13.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van 't Olde Compas worden begroot op:
- griffierecht € 619,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.435,00
4.14.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter,
bepaalt dat 't Olde Compas na de verwijzing naar de sector civiel € 619,- aan griffierecht verschuldigd is
,dat dit griffierecht kan worden afgeleid uit de meest recente griffierechttabellen op www.rechtspraak.nl en dat het griffierecht binnen 4 weken na vonnisdatum moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie zijn gestort
;
wijst de vorderingen van [eiser] af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van 't Olde Compas tot op heden begroot op € 1.435,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. van Rossum en in het openbaar uitgesproken op 478/dm