Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
De raadsvrouw heeft voorts aangevoerd dat er rekening gehouden dient te worden gehouden met de omstandigheden waaronder het feit gepleegd is. Er was sprake van veel dynamiek binnen de relatie waarbij er door beide partijen over en weer, middels Whatsapp-berichten en sociale media zeer heftig op elkaar werd gereageerd. Uit de tot het dossier behorende berichten van de zijde van aangeefster blijkt dat ook zij meerdere malen op de berichten van verdachte heeft gereageerd en daarbij verdachte niet op enig moment expliciet heeft laten weten dat hij met zijn handelen jegens hem moest stoppen. Ten aanzien van het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat het door verdachte versturen van de berichten tussen 7 april 2015 en 12 april 2015, gelet op de aard en de frequentie van die berichten, dient te worden aangemerkt als belagingshandeling in de zin van artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank is voorts van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte meermalen ongewenst en/of hinderlijk gebeld heeft met aangeefster, zoals ten laste gelegde onder het tweede gedachtestreepje. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort vernielen.
De onderzoeker acht een meervoudige behandeling aangewezen. In ambulante zin werd eerder al gedacht aan een (deels psychiatrische) behandeling bij de VNN, die net aangevangen is en primair gericht is op terugdringen van alcoholgebruik. Tevens is persoonlijke coaching gerealiseerd. Essentieel is dat hij in zijn doen en laten ook door de reclassering nauwgezet gevolgd gaat worden. Betrokkene dient zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering waaronder het volgen van een ambulante behandeling. Indien hij recidiveert (middelengebruik, belaging, fysiek- of materieel geweld) dan is het advies hem klinisch te behandelen.
De rechtbank acht het aannemelijk dat deze dynamiek een rol speelde en mede leidde tot de verweten gedragingen van verdachte waarbij de rechtbank niet uitsluit dat ook het slachtoffer binnen deze relatie een negatieve bijdrage heeft geleverd. Hoewel dit alles het handelen van de verdachte niet kan rechtvaardigen, zal de rechtbank met deze omstandigheden rekening houden bij het bepalen van de op te leggen straf.
De rechtbank zal aan het voorwaardelijke deel onder andere de bijzondere voorwaarden koppelen, zoals opgenomen in voornoemd reclasseringsrapport.
De rechtbank ziet, gelet op het verhandelde ter zitting, geen aanleiding voor het opleggen van een contactverbod, zoals geëist door de officier van justitie.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schade heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
groot 90 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op
drie jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.