Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 september 2015;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens (voorwaardelijke) wijziging van eis in conventie;
- het proces-verbaal van comparitie van 11 november 2015.
2.De feiten
in conventie en in reconventie
) de maatschap los te laten, omdat er geen sprake is van onvoorwaardelijk of onvoldoende vanzelfsprekend vertrouwen. Voor haar wordt de zaak teveel onder druk gezet of door emoties gestuurd en dat heeft haar frustraties en stress gegeven. (…) Lichamelijke klachten baren oprecht zorgen o.a. ook bij haar partner. [eiseres] wil haar toekomst en haar huidige werk evalueren op korte termijn en daarmee op constructieve wijze overleg voeren over afbouw eigenaarschap die volgens haar relatief duidelijk is in zakelijk opzicht. (….) Ze wil graag in overleg de arbeidsverhouding opnieuw vorm en inhoud geven."
heeft eerst twee weken vakantie.Na haar vakantie gat zij drie dagen in de week werken.
gaat dit richting het personeel communiceren.De wil om lid te zijn van de maatschap is ondergeschikt aan de gezondheid.
"
3.De vordering
in conventie
primair: [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, dan wel ieder afzonderlijk voor het geheel, dan wel voor het deel dat hen aangaat, veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van € 204.373,00, dan wel een zodanig bedrag als in deze juist en redelijk wordt geacht, te vermeerderen met het aan [eiseres] nog te betalen winstaandeel over 2014, in alle gevallen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2014, dan wel vanaf een zodanige datum als juist wordt geacht, tot het moment van de algehele voldoening;
voorwaardelijk, namelijk (zo is door [eiseres] ter gelegenheid van de comparitie nader toegelicht) voor het geval in het kader van het te wijzen vonnis aan het concept-liquidatieverslag 2014 enig rechtsgevolg wordt verbonden:[gedaagde 1] en [gedaagde 2] ieder voor zich dan wel gezamenlijk veroordeelt tot afgifte van (afschriften of uittreksels van) alle bescheiden met betrekking tot het concept-liquidatieverslag 2014, dan wel tot afgifte van dusdanige bescheiden met betrekking tot dit verslag als juist en redelijk wordt geacht, in alle gevallen af te geven binnen één maand na betekening van het in deze te wijzen (tussen)vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat ter zake in gebreke wordt gebleven en daarbij te bepalen dat [eiseres] op voorbedoelde bescheiden kan en mag reageren bij (nadere) conclusie, dan wel bij akte in het kader van deze procedure, dan wel voorafgaand aan het in deze te wijzen (eind)vonnis;
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
in conventie en in reconventie
voorsteltot uittreding doet, welke uittreding door haar (onder meer) afhankelijk wordt gesteld van de goedkeuring van haar voorstel door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] . Deze goedkeuring hebben zij niet verstrekt. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is zijdens [gedaagden c.s.] zelfs aangevoerd dat dit voorstel hem niet eerder dan bij de dagvaarding onder ogen is gekomen. Ook het feit dat (gemachtigden van) partijen met elkaar in gesprek zijn gegaan over de voorwaarden van uittreding van [eiseres] maakt niet dat daarmee de opzegging door [eiseres] een gegeven was. Over de voorwaarden van uittreding door [eiseres] is immers geen overeenstemming bereikt.
5.De beslissing
8 juni 2016voor akte aan de zijde van beide partijen, zoals hiervoor bedoeld in rechtsoverweging 4.15. en 4.16.;