ECLI:NL:RBNNE:2016:2378
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor ontucht met minderjarige en vrijspraak voor seksueel binnendringen
Op 16 februari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, een 62-jarige man, werd ervan beschuldigd op 24 juli 2014 in Smallingerland ontuchtige handelingen te hebben gepleegd met een jongen van 15 jaar oud. De tenlastelegging omvatte onder andere het aanraken en pijpen van de jongen. Tijdens de zitting op 2 februari 2016 heeft de verdachte verklaard dat hij seksueel contact heeft gehad met de jongen, maar de rechtbank oordeelde dat het deel van de tenlastelegging dat betrekking had op seksueel binnendringen niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, omdat de jongen expliciet had verklaard dat dit niet had plaatsgevonden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde, maar achtte het subsidiair ten laste gelegde bewezen. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder een posttraumatische stressstoornis als gevolg van eigenrichting door de broer van de aangever. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden op, met bijzondere voorwaarden waaronder een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling bij de GGZ. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de rechtbank onvoldoende bewijs had van de gestelde schade.