ECLI:NL:RBNNE:2016:2624
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- H.H.A. Fransen
- M.J.B. Holsink
- M. Haisma
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van ontucht in een strafzaak tegen verdachte
Op 4 maart 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontucht met twee minderjarige slachtoffers. De zaak kwam voor de meervoudige kamer van de rechtbank na een onderzoek op de terechtzitting van 19 februari 2016. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. H.K. Jap-A-Joe, ontkende de beschuldigingen. Het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door mr. A. van den Oever, had gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlasteleggingen, die onder andere bestonden uit het ontuchtig betasten van de slachtoffers en het tonen van seksuele beelden aan hen.
De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en andere getuigen beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers niet voldoende objectief bewijs ondersteunden en dat er geen overtuiging bestond dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen.
De uitspraak van de rechtbank benadrukt het belang van objectief bewijs in strafzaken en de noodzaak om te kunnen vertrouwen op de verklaringen van getuigen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, wat een belangrijke uitkomst was voor de verdachte en zijn verdediging.