ECLI:NL:RBNNE:2016:2624

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 maart 2016
Publicatiedatum
2 juni 2016
Zaaknummer
18.830087-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van ontucht in een strafzaak tegen verdachte

Op 4 maart 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontucht met twee minderjarige slachtoffers. De zaak kwam voor de meervoudige kamer van de rechtbank na een onderzoek op de terechtzitting van 19 februari 2016. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. H.K. Jap-A-Joe, ontkende de beschuldigingen. Het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door mr. A. van den Oever, had gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlasteleggingen, die onder andere bestonden uit het ontuchtig betasten van de slachtoffers en het tonen van seksuele beelden aan hen.

De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en andere getuigen beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers niet voldoende objectief bewijs ondersteunden en dat er geen overtuiging bestond dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

De uitspraak van de rechtbank benadrukt het belang van objectief bewijs in strafzaken en de noodzaak om te kunnen vertrouwen op de verklaringen van getuigen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, wat een belangrijke uitkomst was voor de verdachte en zijn verdediging.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/830087-15

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

4 maart 2016 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
19 februari 2016.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.K. Jap-A-Joe, advocaat te Utrecht.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door
mr. A. van den Oever.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 2010 tot en met
2014 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1]
), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
terwijl verdachte die [slachtoffer 1] verzorgde of opvoedde als behorend bij zijn
gezin dan wel die [slachtoffer 1] aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
immers heeft verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens):
- zijn, verdachtes, vinger(s) in/tegen de vagina/schaamstreek, althans tussen
de schaamlippen, van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en)/vinger(s) (over) de bovenbe(e)n(en) en/of de
vagina/schaamstreek van die [slachtoffer 1] ontuchtig gewreven en/of betast en/of
aangeraakt en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en)/vinger(s) de borsten van die [slachtoffer 1]
ontuchtig geknepen en/of betast en/of aangeraakt en/of
- één of meer afbeelding(en)/video('s), bevattende seksuele gedragingen, aan
die [slachtoffer 1] getoond;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 2010 tot en met
2014 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 1]
, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
terwijl verdachte die [slachtoffer 1] verzorgde of opvoedde als behorend bij zijn
gezin dan wel die [slachtoffer 1] aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd,
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft
verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens):
- zijn, verdachtes, vinger(s) in/tegen de vagina/schaamstreek, althans tussen
de schaamlippen, van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en)/vinger(s) (over) de bovenbe(e)n(en) en/of de
vagina/schaamstreek van die [slachtoffer 1] ontuchtig gewreven en/of betast en/of
aangeraakt en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en)/vinger(s) de borsten van die [slachtoffer 1]
ontuchtig geknepen en/of betast en/of aangeraakt en/of
- één of meer afbeelding(en)/video('s), bevattende seksuele gedragingen, aan
die [slachtoffer 1] getoond;
2.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 2010 tot en met
2014 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2]
), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
terwijl verdachte die [slachtoffer 2] verzorgde of opvoedde als behorend bij zijn
gezin dan wel die [slachtoffer 2] aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] ,
immers heeft verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens):
- zijn, verdachtes, vinger(s) in/tegen de anus en/of de vagina/schaamstreek,
althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 2] gebracht en/of geduwd
en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en)/vinger(s) (over/op) de bovenbe(e)n(en) en/of
de vagina/schaamstreek en/of de anus/billen van die [slachtoffer 2] ontuchtig
gewreven en/of (hard) gedrukt en/of betast en/of aangeraakt en/of
- die [slachtoffer 2] ontuchtig op de wang/gezicht gelikt en/of gezogen, althans
een zuigzoen op de wang/gezicht van die [slachtoffer 2] gegeven, waardoor op de
wang van die [slachtoffer 2] een of meerdere rode vlek(ken) is/zijn ontstaan;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 2010 tot en met
2014 te [pleegplaats] , in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 2]
, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
terwijl verdachte die [slachtoffer 2] verzorgde of opvoedde als behorend bij
zijn gezin dan wel die [slachtoffer 2] aan zijn zorg of waakzaamheid was
toevertrouwd, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
immers heeft verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens):
- zijn, verdachtes, vinger(s) in/tegen de anus en/of de vagina/schaamstreek,
althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 2] gebracht en/of geduwd
en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en)/vinger(s) (over/op) de bovenbe(e)n(en) en/of
de vagina/schaamstreek en/of de anus/billen van die [slachtoffer 2] ontuchtig
gewreven en/of (hard) gedrukt en/of betast en/of aangeraakt en/of
- die [slachtoffer 2] ontuchtig op de wang/gezicht gelikt en/of gezogen, althans
een zuigzoen op de wang/gezicht van die [slachtoffer 2] gegeven, waardoor op de
wang van die [slachtoffer 2] een of meerdere rode vlek(ken) is/zijn ontstaan.

Beoordeling van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde op grond van de aangifte van [aangever] , de verklaring van
[verklarende] en de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . De officier van justitie heeft aangevoerd dat zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] bij de politie een consistente verklaring heeft afgelegd. De suggestie dat de moeder van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] allerlei mensen voor haar karretje heeft gespannen en door tussenkomst van haar vriendin, volwassen kinderen en hulpverleners geraffineerd heeft geregeld dat valse aangifte tegen verdachte zou worden gedaan, acht de officier van justitie niet aannemelijk en onwaarschijnlijk door de feitelijke gang van zaken, zoals die naar voren is gekomen uit de meeste verklaringen in het dossier.
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte van het vierde gedachtestreepje dient te worden vrijgesproken nu niet kan worden bewezen dat verdachte de beelden bewust met een seksuele intentie aan [slachtoffer 1] heeft getoond. Met betrekking tot het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde kan niet worden bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] verzorgde of opvoedde als behorend bij zijn gezin dan wel dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan zijn zorg of waakzaamheid waren toevertrouwd. Verdachte dient van dit deel van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd het door de officier van justitie gebezigde bewijs enkel steunt op de verklaringen van [verklarende] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Deze verklaringen roepen veel vragen op en zij worden niet ondersteund door enig objectief bewijsmiddel zoals bijvoorbeeld een verklaring van de huisarts. Daar komt bij dat verdachte zes dagen in de week bij de gemeente werkt en 's avonds nog werkzaamheden verricht in zijn juwelierswinkel en de kinderen al op bed lagen als hij eens in de week of twee weken bij [verklarende] langsging. Het dossier bevat ook geen enkele aanwijzing dat verdachte in de aanwezigheid van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] seksuele handelingen met hun moeder heeft verricht. Gelet op het voorgaande heeft de raadsman vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft in het verhoor bij de politie en op de zitting stellig ontkend dat hij ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Op grond van het dossier stelt de rechtbank vast dat het (directe) bewijs berust op de verklaringen van [verklarende] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Hoewel daarmee in het dossier het wettig bewijs voorhanden is, heeft de rechtbank kijkend naar de manier waarop verdachte zijn leven heeft ingericht en gelet op het ontbreken van enig objectief bewijs ter ondersteuning van de verklaringen van [verklarende] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair en subsidiair en 2 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. H.H.A. Fransen, voorzitter,
M.J.B. Holsink en M. Haisma, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. A.C. Fennema als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 maart 2016.
Mr. H.H.A. Fransen en mr. M. Haisma zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.