Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.de besloten vennootschapMoolenstaete Beheer B.V.,gevestigd te Breezand,gemachtigde: de heer J. G.M. Bontje,
V.O.F. Tweespan,
gevestigd te Wolphaartsdijk,
gemachtigde: de heer J.C. Kristelijn,
[opposant 3] ,wonende te [woonplaats opposant 3] ,
die procedeert in persoon,
opposanten,
CV VIII,
CV X,
CV XI,
Stichting CV9 Belang(CV IX),
in hoedanigheid van vereffenaar in de nalatenschap van:
de heer
[erflater] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
overleden te [plaats van overlijden] op [datum overlijden] 2013.
1.Procesverloop
- het verzetschrift van V.O.F. Tweespan, ingekomen ter griffie op 15 maart 2016;
- het verzetschrift van de heer [opposant 3] , ingekomen ter griffie op 16 maart 2016;
- de aanvulling op het verzetschrift van Moolenstaete Beheer B.V., ingekomen ter griffie op 21 maart 2016;
- het verzetschrift, ingekomen ter griffie op 4 mei 2016 van CV VIII, CV X, CVXI en Stichting CV9 Belang.
2.De feiten
De erfgenamen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard en bij beschikking van 4 april 2014 is mr. Van Bekkum tot vereffenaar van de nalatenschap benoemd. In artikel 8 van de huwelijkse voorwaarden is bepaald:
23 maart 2015 een onderhandse boedelbeschrijving opgemaakt. Ook heeft de vereffenaar, nadat de kantonrechter bij beschikking van 20 mei 2014 daarvoor een termijn had gegeven, de schuldeisers op 5 juni 2014 in de Staatscourant en in het Dagblad van het Noorden opgeroepen om hun vorderingen in te dienen.
Steenwell B.V./S2 Beheer B.V. beheerde C.V.'s, te weten de C.V.'s Vastgoed VIII, IX, XI.
3.Het verzoek en het verweer
€ 20.571.668,00. Opposanten hebben nog geen procedure geëntameerd maar zijn bezig met een onderzoek ter voorbereiding op een gerechtelijke procedure. Opposanten zijn van mening dat hun vorderingen alsnog in de uitdelingslijst opgenomen moeten worden.
4. De beoordeling
sub 1, sub 2 en sub 3 kunnen als belanghebbenden worden aangemerkt omdat zij stellen een vordering te hebben op de nalatenschap van erflater. De neerlegging van de rekening en verantwoording met de uitdelingslijst zijn op 18 februari 2016 gepubliceerd zodat de op
13, 14 en 15 maart 2016 ingekomen verzetschriften tijdig zijn gedaan en opposanten ontvankelijk zijn in hun verzet. De kantonrechter heeft de brief van 4 mei 2016 opgevat als een aanvulling op de eerder ingediende verzetschriften. Voor zover met het op 4 mei 2016 ingediende stuk is bedoeld afzonderlijk namens de opposanten sub 4, 5, 6, en 7 verzet in te dienen, is dit verzet te laat ingediend en daarom niet-ontvankelijk.
4.3. De kantonrechter moet beoordelen de juistheid van de uitdelingslijst beoordelen en of de vereffenaar heeft gehandeld zoals van hem mocht worden verwacht. Op grond van artikel 4:218, vijfde lid, vinden bij het verzet tegen de uitdelingslijst de in de Faillissementswet voorkomende voorschriften zoveel mogelijk overeenkomstige toepassing.
verklaart het verzetschrift van opposanten sub 4, 5, 6, en 7 niet-ontvankelijk;