Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 13 oktober 2015, te [pleegplaats] , in elk geval in de gemeente
Assen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 64,341 gram, in elk geval
een hoeveelheid, van een materiaal bevattende Cocaine, zijnde cocaine een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 13 oktober 2015 te [pleegplaats] , in elk geval in de gemeente
Assen, een wapen van categorie III, te weten een gaspistool (van het merk
ME, type 8 Combat, kaliber 8 mm (knal- en gaspatronen), voorhanden heeft
gehad.
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 13 oktober 2015 te [pleegplaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 13 oktober 2015 te [pleegplaats] een wapen van categorie III, te weten een gaspistool (van het merk ME, type 8 Combat, kaliber 8 mm (knal- en gaspatronen), voorhanden heeft
gehad.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
1. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
2. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Inbeslaggenomen goederen
Toepassing van wetsartikelen
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen.
87 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op
drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.