Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van de zijde van [eiser] ,
- de conclusie van antwoord van de zijde van [gedaagde 1 en 2] ,
- de conclusie van repliek van de zijde van [eiser] ,
- de conclusie van dupliek van de zijde van [gedaagde 1 en 2] ,
- de door [eiser] voorafgaand aan het mondelinge pleidooi gebrachte aanvullende producties,
- het mondelinge pleidooi gehouden op 1 april 2016, ter gelegenheid waarvan partijen hun stellingen en verweren nader hebben toegelicht, voor wat betreft [eiser] aan de hand van een pleitnota.
2.De feiten
is een lening u/g aan [vader van gedaagde 1](de vader van [gedaagde 1] , toevoeging van de rechtbank)
en [gedaagde 1] verstrekt naar rato van hun aandeelhouderschap: 90% van [vader van gedaagde 1] en 10% van [gedaagde 1] . De reden was dat zij hiermee in privé wilden gaan beleggen (....). Wat betreft de lening van [naam bedrijf 1] aan [gedaagde 1] : volgens mij staat die nog steeds in de boeken. In elk geval in de jaarrekening van 2012. Nu u dit dicteert wil ik opmerken dat ik niet helemaal zeker weet of de lening van [naam bedrijf 1] aan [gedaagde 1] in [naam bedrijf 1] is gebleven of dat deze is overgedragen aan [gedaagde 2] (…).
geen enkele rechtsverhouding bestaat of heeft bestaan, uit hoofde waarvan de schuldenaar op het tijdstip van het beslag nog iets van de ondergetekende had te vorderen, nu te vorderen heeft of nog te vorderen kan krijgen.
3.De vorderingen
’s-Hertogenbosch, van [naam bedrijf 1] te vorderen heeft;
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
€ 678,00(de helft van het toegekende salaris: € 452,00 × 4 punten)
€ 1.808,00(€ 452,00 × 4 punten)