ECLI:NL:RBNNE:2016:2820

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 juni 2016
Publicatiedatum
13 juni 2016
Zaaknummer
C/17/142559 / HA ZA 15-203
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • R.J.L. Timmer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van geldlening in verband met aandelentransactie en management fee

In deze zaak vorderden Nicolai Beheer B.V. en Booi Beheer B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als Nicolai c.s.) betaling van een geldlening van € 25.000,00 van de gedaagde Co-Operatief B.V. De leningen waren verstrekt in het kader van de aankoop van aandelen in R.A.A.R. B.V. en waren uiterlijk op 1 april 2015 opeisbaar. Co-Operatief had de leningen niet afgelost en betwistte de opeisbaarheid, stellende dat de aflossingsverplichting afhankelijk was van de betaling van een management fee door Aventura B.V., een andere vennootschap waar partijen mee verbonden waren. De rechtbank oordeelde dat de leningen per 1 april 2015 opeisbaar waren, ongeacht de betaling van de management fee. De rechtbank verwierp ook het verweer van Co-Operatief dat de redelijkheid en billijkheid aan toewijzing van de vorderingen in de weg stonden, omdat de vordering van Co-Operatief op Aventura niet vaststond. De rechtbank wees de vorderingen van Nicolai c.s. toe, inclusief de contractuele rente en beslagkosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/142559 / HA ZA 15-203
Vonnis van 8 juni 2016
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NICOLAI BEHEER B.V.,
gevestigd te Drachten,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOOI BEHEER B.V.,
gevestigd te Drachten,
eiseressen,
advocaat mr. J. Egberts te Leeuwarden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CO-OPERATIEF B.V.,
gevestigd te Koudum,
gedaagde,
advocaat mr. N.E. van Uitert te Drachten.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk Nicolai c.s. en afzonderlijk Nicolai Beheer en Booi Beheer worden genoemd. Gedaagde zal ook met Co-Operatief worden aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 7 oktober 2015
  • het proces-verbaal van comparitie van 10 maart 2016.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De heer R.J. Nicolai (hierna Nicolai) is directeur-grootaandeelhouder van Nicolai Beheer, de heer R. Booi (hierna Booi) is directeur-grootaandeelhouder van Booi Beheer en mevrouw A.E. Kooijman (hierna Kooijman) is directeur-grootaandeelhouder van Co-Operatief.
2.2.
Co-Operatief heeft in april 2014 zowel van Nicolai Beheer als van Booi Beheer vijftien aandelen in het kapitaal van R.A.A.R. BV (hierna RAAR) gekocht. Co-Operatief is met Nicolai Beheer en Booi Beheer overeengekomen dat zij aan elk van hen de koopprijs, althans een deel daarvan, ter hoogte van € 25.000,00, in de vorm van een lening schuldig zou blijven. Daartoe is zowel namens Nicolai Beheer en Co-Operatief, als namens Booi Beheer en Co-Operatief op 23 april 2014 een akte van geldlening getekend. In beide akten is onder meer het volgende opgenomen:
1. Schuldenaar heeft ter leen ontvangen van en is derhalve schuldig aan schuldeiser een bedrag van € 25.000.
2. Schuldenaar verklaart genoemd bedrag te hebben ontvangen van schuldeiser.
3. Schuldenaar is tot 1 april 2015 geen rente verschuldigd aan schuldeiser.
4. Schuldenaar dient uiterlijk voor 1 april 2015 het bedrag van € 25.000 af te lossen. Dividenduitkeringen uit R.A.A.R. B.V. zullen door schuldeiser (de rechtbank leest: schuldenaar) als eerste worden aangewend ter aflossing van de lening aan schuldeiser. Het staat schuldenaar evenwel vrij het gehele bedrag van de schuld ineens af te lossen.
5. Indien dividenduitkeringen uit R.A.A.R. B.V. door schuldenaar niet als eerste worden aangewend ter aflossing van de lening aan schuldeiser, verbindt mevrouw A.E. Kooijman zich hoofdelijk tot aflossing van de lening aan schuldeiser.
6. Indien schuldenaar het bedrag niet voor 1 april 2015 heeft afgelost, is de totale schuld direct opeisbaar door schuldeiser. Vanaf 1 april 2015 is schuldenaar 8% over het nog niet afgeloste deel van de geldlening verschuldigd. Deze rente wordt aan het einde van elk kwartaal uitbetaald.
2.3.
RAAR is enig aandeelhouder en bestuurder van Aventura BV (hierna Aventura). Aventura is de werkmaatschappij van RAAR en houdt zich bezig met dagbesteding, begeleid wonen, ambulante zorg, coaching en begeleiding van cliënten met een verstandelijke en/of psychiatrische beperking.
2.4.
Nadat Co-Operatief de aandelen in RAAR heeft gekocht, is zij naast Nicolai Beheer en Booi Beheer, tot bestuurder van RAAR benoemd. Overeengekomen is dat Nicolai Beheer, Booi Beheer en Co-Operatief recht hadden op een management fee die door Aventura zou worden betaald. Co-operatief heeft in 2014 € 12.000,00 en in 2015 € 3.000 aan management fee ontvangen.
2.5.
Co-operatief is op 11 maart 2015 ontslagen als bestuurder van RAAR.
2.6.
Co-operatief heeft de leningen aan Nicolai c.s. niet voor 1 april 2015 afgelost.
2.7.
De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft bij beschikking van 2 juni 2015 aan Nicolai Beheer verlof verleend tot het leggen van conservatoir derdenbeslag ten laste van de Coöperatieve Rabobank Sneek-Zuidwest Friesland U.A., de Coöperatieve Rabobank Leeuwarden-Noordwest Friesland U.A. en Stichting Esdégé-Reigersdaal op alle goederen van Co-Operatief en op alles wat zij aan Co-Operatief verschuldigd zijn.
2.8.
Co-operatief heeft bij deze rechtbank in een kortgedingprocedure tegen Aventura gevorderd dat zij wordt veroordeeld tot betaling van € 117.000,00 aan achterstallige management fee. De voorzieningenrechter heeft de vordering van Co-Operatief bij vonnis van 29 juli 2015 afgewezen.
2.9.
Co-Operatief heeft een uitdraai van WhatsApp-verkeer tussen Kooijman en Nicolai op 10 april 2014 overgelegd, waarin onder meer de volgende berichten staan:
[10-4-2014, 10:02] Ron.nicolay: Wij hadden afgesproken dat jij de lening met een jaar terug betaald en dat is niet zo moeilijk met de inkomsten die wij krijgen
[10-4-2014, 10:17] [telefoonnummer] : Wij hadden afgesproken dat van de 12000 MF
per maand 20 procent naar de aflossing gaat van de lening gaat dat kunnen wij toch net zo goed op papier zetten.
[10-4-2014, 10:30] Ron.nicolay: Precies klopt dan is dat toch duidelijk wij hebben geen tijd meer om daar stukken voor op te stellen alles ligt al klaar bij de notaris om te tekenen anders loopt het nog meer vertraging op en wij kunnen niet meer wachten.
2.10.
Co-Operatief heeft een uitdraai van sms-berichten tussen Kooijman en Nicolai op 11 april 2014 overgelegd, waarin onder meer het volgende staat:
2014-11-04 13:35:39 out + [telefoonnummer] Ron nicola (…) Met aanpassing aflossing zo als het er nu uit ziet moet ik de 50000 in april voldaan hebben anders komt daar 8 procent rente overheen het lijkt mij beter om een nieuw contract te maken waarin komt te staan dat als ik manement salaris ontvang dat ik daar dan 20 procent van aflos van het te ontvangen bedrag dit is een voorbeeld 10 naar jouw en 10 procent booi dit hadden wij ook al in juli afgesproken
2014-11-04 13:37:15 in [telefoonnummer] Ron nicola Ja, aflossing voor april is
lastig. komen we wel uit joh
2014-11-04 13:38:24 out [telefoonnummer] Ron nicola Ja daarom lijkt het ook handig
en voor de duidelijkheid daar een nieuw contract van te laten maken  ik zou van 1 april al de Mf krijgen van 12000 maar iedere keer komt daar wat tussen.
2014-11-04 13:46:32 in [telefoonnummer] Ron nicola Prima toch
2.11.
Co-Operatief heeft tot slot notulen van een werkoverleg op 26 juli 2014 overgelegd waarin het volgende is opgenomen over de lening aan Co-Operatief:
Notulen werkoverleg aventura 26-7-14
Aanwezig Ron n [voornaam] Notulist Ron b
(…)
Geldlening [voornaam] .
Met [voornaam] afgesproken dat zij 20 procent gaat aflossen van haar maandelijkse Mf van 12000 bruto de aflossing word voldaan na iedere betaling van de Mf [voornaam] maakt dan de 20 procent 10 procent naar booi en 10 procent naar Nicolai over. Deze regeling gaat aan het einde van deze maand in.

3.De vorderingen

3.1.
Nicolai Beheer vordert - zakelijk weergegeven - bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om:
I. Co-Operatief te veroordelen om aan Nicolai Beheer te betalen een bedrag van € 25.000,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de contractuele rente ad 8% per jaar, vanaf 1 april 2015, althans vanaf de datum van deze dagvaarding, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, zulks tot de dag van volledige betaling;
II. Co-Operatief te veroordelen om aan Nicolai Beheer te betalen een bedrag van € 1.025,00 wegens door Nicolai Beheer gemaakte buitengerechtelijke incassokosten, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van deze dagvaarding, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, zulks tot de dag van volledige betaling;
III. Co-Operatief te veroordelen in de na de te geven uitspraak ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, zulks onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en Co-Operatief niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat, de explootkosten vanaf de dagtekening van de uitspraak en de wettelijke rente vanaf de dag nadat bedoelde termijn van veertien dagen voor nakoming is verstreken;
IV. Co-Operatief te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder de
kosten van het conservatoire beslag.
3.2.
Booi Beheer vordert - zakelijk weergegeven - bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om:
I. Co-Operatief te veroordelen om aan Booi Beheer te betalen een bedrag van € 25.000,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de contractuele rente ad 8% per jaar, vanaf 1 april 2015, althans vanaf de datum van deze dagvaarding, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, zulks tot de dag van volledige betaling;
II. Co-Operatief te veroordelen om aan Booi Beheer te betalen een bedrag van € 1.025,00 wegens door Booi Beheer gemaakte buitengerechtelijke incassokosten, althans een in goede Justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van deze dagvaarding, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum, zulks tot de dag van volledige betaling;
III. Co-Operatief te veroordelen in de na de te geven uitspraak ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, zulks onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en Co-Operatief niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat, de explootkosten vanaf de dagtekening van de uitspraak en de wettelijke rente vanaf de dag nadat bedoelde termijn van veertien dagen voor nakoming is verstreken;
IV. Co-Operatief te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.3.
Nicolai c.s. leggen het volgende aan hun vorderingen ten grondslag. In de overeenkomsten van geldlening is bepaald dat de leningen uiterlijk op 1 april 2015 hadden moeten worden afgelost. Nu Co-Operatief zich niet heeft gehouden aan de
fatale termijn is zij sinds 1 april 2015 van rechtswege - zonder ingebrekestelling - in verzuim. Co-Operatief is bovendien buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. Eisers hebben haar immers op 21 mei 2015 verzocht te betalen en zij hebben getracht met haar tot een minnelijke oplossing te komen. Nicolai Beheer verwijst ter onderbouwing van haar vordering tot veroordeling van Co-Operatief in de kosten van het beslag naar de overgelegde beslagexploten.
3.4.
Co-Operatief concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Nicolai c.s. in de kosten van de procedure. Co-Operatief betwist dat de vorderingen uit hoofde van de geldleningen opeisbaar zijn. Volgens Co-Operatief is aan Kooijman voorgehouden dat aan Co-Operatief per maand een management fee van € 12.000,00 te vermeerderen met BTW zou worden uitgekeerd door Aventura. Co-Operatief stelt dat partijen zijn overeengekomen dat zij 20% van deze fee zou gebruiken ter aflossing van de lening, waarbij zij 10% van de fee aan Booi Beheer en 10% van de fee aan Nicolai Beheer zou betalen. Partijen hebben derhalve volgens Co-Operatief afgesproken dat de lening zou worden terugbetaald van de door Aventura uit te keren management fee. Nu de afgesproken fee niet door Aventura is betaald, is Co-Operatief ook niet verplicht tot aflossing van de leningen. Co-Operatief betwist derhalve dat zij van rechtswege in verzuim is met de terugbetaling van de leningen. Voor zover dit wel het geval is, is volgens haar de vordering slechts deels opeisbaar, namelijk voor een bedrag van € 3.000,00 (20% van de uitbetaalde management fee ad € 15.000,00). Volgens Co-Operatief vloeit dit voort uit de afspraken die partijen hebben gemaakt en vastgelegd in WhatsApp-berichten van 10 april 2014, sms-berichten van 11 april 2014 en notulen van 26 juli 2014.
3.5.
Subsidiair voert Co-Operatief het verweer dat de redelijkheid en billijkheid in verband met de bijzondere verwevenheid van partijen aan toewijzing van de vorderingen in de weg staan. Co-operatief stelt dat de berichten en notulen die zij heeft overgelegd bewijzen dat haar vordering op Aventura vanwege achterstallige management fee - welke vordering in kort geding is afgewezen - wel degelijk toewijsbaar is. Wanneer Aventura in kort geding niet ten onrechte de verschuldigde management fee zou hebben betwist, had Co-Operatief thans over de middelen beschikt om de leningen aan Nicolai c.s. terug te betalen en was deze procedure niet nodig geweest.
3.6.
De stelling van Co-Operatief dat de leningen niet opeisbaar zijn, althans dat de redelijkheid en billijkheid aan toewijzing van de vordering van Nicolai c.s. in de weg staan, brengt volgens haar ook mee dat geen rente is verschuldigd over de hoofdsom.
3.7.
De buitengerechtelijke incassokosten zijn volgens Co-Operatief buitensporig hoog en niet onderbouwd. Zij betwist dat er is gesommeerd en dat er een poging is ondernomen om tot een minnelijke regeling te komen.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of de leningen - die aan Co-Operatief zijn verstrekt in verband met het schuldig blijven van (een deel van) de koopsom van de aandelen in RAAR - conform de twee akten van geldlening opeisbaar zijn. De stelling van Co-Operatief dat op grond van nadere afspraken (vastgelegd in sms- en WhatsApp-berichten alsmede notulen) de verplichting tot voldoening van de leningen afhankelijk is gemaakt van de betaling van management fee door Aventura, is door Nicolai c.s. tijdens de comparitie uitdrukkelijk betwist. Nicolai c.s. hebben verklaard dat de door Co-Operatief gestelde nadere afspraken nooit zijn gemaakt. Daarom gelden volgens hen gewoon de bepalingen in de twee akten van geldlening op grond waarvan Co-Operatief uiterlijk per 1 april 2015 de leningen had moeten aflossen. Nicolai c.s. hebben daarnaast ter comparitie verklaard dat zelfs als de door Co-Operatief beweerde aanvullende afspraken zouden zijn gemaakt, zij deze afspraken niet is nagekomen en partijen ook in dat geval terugvallen op de afspraken neergelegd in de twee akten van geldlening. De rechtbank is van oordeel dat ook indien de authenticiteit van de door Co-Operatief overgelegde berichten en notulen zou komen vast te staan, daaruit niet volgt dat de aflossingsverplichting - zoals Co-Operatief stelt - afhankelijk was van de betaling van management fee door Aventura. Noch in de notulen, noch in de sms- en WhatsApp-berichten staat immers omschreven dat er geen verplichting tot aflossing voor 1 april 2015 bestaat voor zover de overeengekomen management fee niet wordt betaald. Uit deze berichten zou enkel kunnen worden afgeleid dat Co-Operatief zich jegens Nicolai c.s. heeft verbonden om de betaalde management fee voor een deel (20%) te gaan gebruiken voor de aflossing van de leningen. Daarmee staat vast dat de leningen zoals in de twee akten van geldlening is bepaald, per 1 april 2015 hadden moeten worden afgelost en per die datum direct opeisbaar zijn.
4.2.
Het verweer van Co-Operatief dat de redelijkheid en billijkheid in verband met de bijzondere verwevenheid van alle partijen betrokken bij het geschil, aan toewijzing van de vorderingen in de weg staan, kan evenmin slagen. Co-Operatief verwijt Nicolai c.s. in de kern dat zij via hun zeggenschap in RAAR en Aventura hebben bewerkstelligd dat de volgens haar overeengekomen fee niet is uitbetaald, waardoor zij op haar beurt de leningen niet aan Nicolai c.s. kon terugbetalen. De rechtbank stelt voorop dat in deze procedure niet vaststaat en ook niet kan komen vast te staan dat Co-Operatief, zoals zij stelt, nog een vordering op Aventura heeft ter zake van niet-uitbetaalde management fee. Aventura is immers geen partij in deze procedure. Dat er sprake is van verwevenheid van partijen maakt dit niet anders. Aangezien het bestaan van die vordering evenwel een cruciaal onderdeel is van het verweer van Co-Operatief dat toewijzing van de vorderingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, kan dit verweer niet slagen. De rechtbank overweegt ten overvloede dat zelfs als zou vaststaan dat Aventura nog een verplichting heeft jegens Co-Operatief, dit in beginsel niet de rechtsverhouding tussen Co-Operatief en Nicolai c.s. raakt. Nicolai c.s. en Aventura zijn immers zelfstandige rechtspersonen. Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen van Nicolai c.s. tot voldoening van de leningen zullen worden toegewezen.
4.3.
Co-Operatief betwist de verschuldigdheid van de door Nicolai c.s. gevorderde contractuele rente met een verwijzing naar haar betoog omtrent de opeisbaarheid van de lening en de proceshouding van Aventura in het kort geding over de management fee. Nu de rechtbank deze verweren reeds hiervoor (onder 4.1. en 4.2.) heeft verworpen, zullen de vorderingen tot vergoeding van de contractuele rente per 1 april 2015 worden toegewezen.
4.4.
Nu Co-Operatief heeft betwist dat de door Nicolai c.s. gestelde buitengerechtelijke incassowerkzaamheden (zoals het beproeven van een minnelijke regeling en het sturen van een aanmaning) hebben plaatsgevonden, had het op de weg van Nicolai c.s. gelegen om hun stellingen nader te onderbouwen door stukken over te leggen waaruit blijkt dat deze werkzaamheden hebben plaatsgevonden. Aangezien Nicolai c.s. dit hebben nagelaten, dient te worden aangenomen dat voornoemde kosten zijn gemaakt ter voorbereiding van de zaak en dat deze kosten dus niet voor afzonderlijke vergoeding (naast de proceskosten) in aanmerking komen.
4.5.
Co-Operatief heeft geen verweer gevoerd tegen de door Nicolai Beheer gevorderde vergoeding van beslagkosten. De vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden vastgesteld op:
- explootkosten € 555,39
- griffierecht 613,00
- salaris advocaat
579,00(1,0 punten × tarief € 579,00)
Totaal € 1.747,39
4.6.
Co-Operatief zal als de in het ongelijk te stellen partij ook in de overige proceskosten worden veroordeeld. Omdat de procedure met één dagvaarding is ingeleid, eenmaal griffierecht is betaald en Nicolai Beheer en Booi Beheer gezamenlijk zijn vertegenwoordigd, zullen de proceskosten worden berekend over de som van de beide hoofdvorderingen en zal de door Co-Operatief te betalen vergoeding aan hen gezamenlijk toekomen. De kosten aan de zijde van Nicolai c.s. worden vastgesteld op:
- dagvaarding € 77,84
- griffierecht 1.296,00
- salaris advocaat
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 3.161,84
De vordering tot vergoeding van de nakosten zal worden toegewezen zoals in de beslissing te melden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Co-Operatief om aan Nicolai Beheer te betalen een bedrag van € 25.000,00 vermeerderd met de contractuele rente van 8% per jaar, met ingang van 1 april 2015 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt Co-Operatief om aan Nicolai Beheer een bedrag van € 1.747,39 aan beslagkosten te betalen;
5.3.
veroordeelt Co-Operatief om aan Booi Beheer te betalen een bedrag van € 25.000,00 vermeerderd met de contractuele rente van 8% per jaar, met ingang van 1 april 2015 tot de dag van volledige betaling;
5.4.
veroordeelt Co-Operatief in de kosten van het geding, aan de zijde van Nicolai c.s. vastgesteld op € 3.161,84;
5.5.
veroordeelt Co-Operatief in de na dit vonnis ontstane kosten, vastgesteld op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Co-Operatief niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.L. Timmer en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2016. [1]

Voetnoten

1.fn 721