Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
"Rangorde bij het beëindigen van arbeidsrelatiesDe volgende groepen worden onderscheiden:
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de stichting Alliade een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een medewerker, hierna aangeduid als [verweerster], in het kader van een reorganisatie. Het verzoek is ingediend op 6 april 2016, na een eerdere ontslagaanvraag die door het UWV Werkbedrijf op 8 februari 2016 was geweigerd. De kantonrechter heeft op 22 juni 2016 uitspraak gedaan. De medewerker was sinds 28 juni 2000 in dienst en werkte 24 uur per week als Medewerker catering. Alliade heeft toestemming gevraagd om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, met de toezegging dat de medewerker een nieuwe arbeidsovereenkomst voor 10 uur per week zou krijgen. Het UWV Werkbedrijf weigerde echter de toestemming, omdat Alliade het afspiegelingsbeginsel niet correct had toegepast. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Alliade haar verzoek tijdig heeft ingediend en dat de reorganisatie een bedrijfseconomische reden vormde voor het ontslag. De kantonrechter oordeelde dat de afspiegelingsregels zoals die golden op de peildatum van 1 februari 2015 van toepassing waren en dat de medewerker gedeeltelijk voor ontslag in aanmerking kwam. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, met ingang van 1 januari 2017, waarbij een arbeidsovereenkomst voor 10 uur per week resteert. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.