In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 6 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Gemeente Leek en een particulier over de verkoop van een voormalig schoolgebouw, gelegen aan de Evertswijk 13 in Zevenhuizen. De Gemeente Leek had het pand verkocht aan de particulier, waarbij voorafgaand aan de levering een asbestonderzoek was uitgevoerd. Dit onderzoek concludeerde dat er geen asbest aanwezig was in de luchtbehandelingskanalen. Na de levering bleek echter dat er wel degelijk asbest aanwezig was, wat leidde tot een geschil over de non-conformiteit van het pand en de vraag of er sprake was van dwaling.
De Gemeente Leek vorderde een verklaring voor recht dat er geen sprake was van non-conformiteit en dat de particulier terug moest betalen wat op basis van een eerder kort geding vonnis was betaald. De rechtbank oordeelde dat het pand niet non-conform was, omdat de particulier op de hoogte was van de aanwezigheid van asbest en dit was verdisconteerd in de koopprijs. De rechtbank wees de vorderingen van de Gemeente Leek in conventie toe, maar wees de vorderingen van de particulier in reconventie af, omdat de rechtbank oordeelde dat de Gemeente Leek niet toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
De rechtbank concludeerde dat de Gemeente Leek geen mededelingsplicht had geschonden en dat de particulier niet kon aantonen dat hij had gedwaald bij de totstandkoming van de overeenkomst. De vordering van de Gemeente Leek tot terugbetaling werd toegewezen, terwijl de vorderingen van de particulier werden afgewezen. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten droeg.