Uitspraak
2.De feiten
3.Het standpunt van belanghebbenden
4.De beoordeling
5.De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter op 24 februari 2016 een beschikking gegeven over de benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die lijdt aan PDD NOS en forse gedragsproblematiek. De kinderrechter oordeelt dat er een wezenlijke strijd bestaat tussen de belangen van [minderjarige] en die van zijn ouders, de moeder en de vader, met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de minderjarige. De kinderrechter heeft eerder, op 23 december 2015, een verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) tot uithuisplaatsing van [minderjarige] afgewezen en overwogen dat een bijzondere curator benoemd moest worden om de belangen van de minderjarige te behartigen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de opvoedingssituatie bij de vader, wat de noodzaak van een bijzondere curator onderstreept. De moeder en de vader hebben beiden aangegeven dat zij het in het belang van [minderjarige] achten dat er een bijzondere curator wordt benoemd. De GI heeft ook aangegeven dat zij de benoeming van een bijzondere curator in het belang van [minderjarige] acht en heeft de voorkeur uitgesproken voor een gedragswetenschapper.
De kinderrechter heeft mevrouw mr. S.A. Wilman benoemd tot bijzondere curator, met de taak om de belangen van [minderjarige] te waarborgen in de strijd tussen de ouders en de GI. De bijzondere curator moet ook verslag uitbrengen aan de kinderrechter binnen zes maanden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.