Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Gelet op een en ander moet op de gestelde vragen worden geantwoord dat artikel 7 van richtlijn 2003/88 en clausule 3 van de Europese Overeenkomst aldus moeten worden uitgelegd dat een lijnpiloot tijdens zijn jaarlijkse vakantie niet alleen recht heeft op behoud van zijn basissalaris maar ook op alle componenten die intrinsiek samenhangen met de taken die hem in zijn arbeidsovereenkomst zijn opgedragen en waarvoor hij in het kader van zijn globale beloning een financiële vergoeding ontvangt en voorts ook alle componenten die samenhangen met het personeels en beroepsstatuut van de lijnpiloot. Het staat aan de nationale rechter om te beoordelen of diverse componenten waaruit de globale beloning van die werknemer bestaat, aan deze criteria voldoen."