1.3Bij het primaire besluit heeft verweerder de ex-werknemer met ingang van
26 maart 2015 in aanmerking gebracht voor een ZW-uitkering. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit.
2. Nu de ex-werknemer geen heeft toestemming gegeven voor kennisname van zijn medische gegevens door eiseres, zal de rechtbank de motivering van haar oordeel voor zover nodig beperken om te voorkomen dat die gegevens langs deze weg alsnog in de openbaarheid worden gebracht.
3. Verweerder heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat aan de ex-werknemer op goede gronden een ZW-uitkering is toegekend en dat geen sprake is van een door de ex-werknemer gepleegde benadelingshandeling.
4. Eiseres heeft aangevoerd - samengevat - dat het besluit onvoldoende is gemotiveerd, nu daarin wordt voorbijgegaan aan de in het bezwaarschrift van 23 oktober 2015 neergelegde bezwaren. Eiseres is van mening dat de gedragingen van haar ex-werknemer een benadelingshandeling opleveren die hem valt toe te rekenen.
5. Verweerder heeft in reactie op de beroepsgronden - samengevat - gesteld dat volgens bestaande jurisprudentie geen sprake kan zijn van een benadelingshandeling als de werknemer ontslag neemt en pas daarna ziek wordt. Verweerder is van mening dat in dit geval, gelet op de feiten, geen sprake kan zijn van een benadelingshandeling.
6. Ingevolge artikel 29, eerste lid, van de ZW, voor zover hier van belang, wordt geen ziekengeld uitgekeerd, indien de verzekerde uit hoofde van de dienstbetrekking op grond waarvan hij de arbeid behoort te verrichten:
a. recht heeft op loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel indien het recht op loon door toepassing van het derde, vijfde, zesde of negende lid van dat artikel geheel of gedeeltelijk ontbreekt;
b. recht heeft op bezoldiging als bedoeld in artikel 76a, eerste lid, dan wel indien het recht op die bezoldiging op grond van artikel 76a, derde of zevende lid, of artikel 76b, eerste, tweede of derde lid, geheel of gedeeltelijk ontbreekt.
Ingevolge artikel 45, eerste lid, aanhef en onder j, van de ZW, weigert het Uwv het ziekengeld geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of blijvend indien de verzekerde door zijn doen en laten het Algemeen Werkloosheidsfonds, het sectorfonds of het Uitvoeringsfonds voor de overheid benadeelt of zou kunnen benadelen. Onder benadeling in de zin van dit onderdeel is niet begrepen het niet nakomen van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 31, eerste lid, en artikel 49 van de ZW.
Ingevolge artikel 45, zevende lid, van de ZW wordt onder benadeling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel j, mede verstaan de situatie dat de verzekerde zonder deugdelijke grond heeft nagelaten verweer te voeren tegen of heeft ingestemd met een beëindiging van de dienstbetrekking in de periode, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de ZW.
Ingevolge artikel 46, eerste lid, van de ZW heeft degene die binnen vier weken na het einde van zijn verzekering ongeschikt tot werken wordt, tegenover het Uwv aanspraak op ziekengeld alsof hij verzekerd was gebleven. Indien de verzekering berust op een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3 ontstaat de in de eerste zin bedoelde aanspraak op ziekengeld eerst na het eindigen van die dienstbetrekking.
7. De vraag die partijen verdeeld houdt is of er sprake is van een benadelingshandeling als bedoeld in artikel 45, eerste lid, aanhef en onder j, van de ZW op grond waarvan verweerder aan de ex-werknemer ziekengeld zou hebben moeten weigeren. De rechtbank overweegt het volgende.