ECLI:NL:RBNNE:2016:4167

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 september 2016
Publicatiedatum
14 september 2016
Zaaknummer
C/17/149483 / HA ZA 16-161
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor gebrekkige stuurinrichting van een schip en vrijwaring

Op 14 september 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een vonnis gewezen in een civiele zaak betreffende de aansprakelijkheid voor een gebrekkige stuurinrichting van een zeiljacht. De eiser, aangeduid als [X] c.s., vorderde een schadevergoeding van in totaal EUR 341.132,65 van de gedaagden, waaronder [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3]. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst van aanneming van werk, waarbij [gedaagde 1] het zeiljacht genaamd [Y] had gebouwd. Tijdens een vaart op de westkust van Groenland blokkeerde de besturing van het zeiljacht, waardoor het schip stuurloos raakte en in de richting van een rots dreigde te drijven. Dit leidde tot een levensbedreigende situatie voor de bemanning en aanzienlijke schade aan het schip, waarvoor de verzekeraars de kosten van reparatie hebben vergoed.

De rechtbank oordeelde dat de vordering van [X] c.s. gegrond was, aangezien uit onderzoek bleek dat de stuurinstallatie gebrekkig was door ondeugdelijkheden in het ontwerp, de gebruikte materialen en de montage. [X] c.s. stelde dat [gedaagde 3] de producent van de stuurinstallatie was en [gedaagde 2] de exclusieve importeur in Nederland. De rechtbank heeft de incidentele vordering van [gedaagde 1] toegewezen, waardoor [gedaagde 2] en [gedaagde 3] in vrijwaring konden worden opgeroepen. De beslissing over de kosten van het incident werd aangehouden tot de hoofdzaak.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de zaak op 26 oktober 2016 weer op de rol zal komen voor het nemen van een conclusie van antwoord door [gedaagde 1].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/149483 / HA ZA 16-161
Vonnis in incident van 14 september 2016
in de zaak van

1.[X] ,

wonende te [woonplaats] , Duitsland,
2. de vennootschap naar vreemd recht
[eiser 2] GMBH,
gevestigd te [vestigingsplaats] , Duitsland,
3. de vennootschap naar Europees recht
[eiser 3] SE,
gevestigd te [vestigingsplaats] , Duitsland,
4. de vennootschap naar vreemd recht
[eiser 4] AG,
gevestigd te [vestigingsplaats] , Duitsland,
5. de vennootschap naar vreemd recht
[eiser 5] LIMITED,
gevestigd te [vestigingsplaats] , Verenigd Koninkrijk,
6. de vennootschap naar vreemd recht
[eiser 6] LTD,
gevestigd te [vestigingsplaats] , Verenigd Koninkrijk,
7. de vennootschap naar vreemd recht
[eiser 7] AG,
gevestigd te [vestigingsplaats] , Duitsland,
8. de vennootschap naar vreemd recht
[eiser 8] AG,
gevestigd te [vestigingsplaats] , Duitsland
9. de vennootschap naar vreemd recht
[eiser 9],
gevestigd te [vestigingsplaats] , Duitsland,
10. de vennootschap naar vreemd recht
[eiser 10] LIMITED,
(voorheen [eiser 10] LIMITED),
gevestigd te [vestigingsplaats] , Verenigd Koninkrijk,
in haar hoedanigheid van gevolmachtigde van
[eiser 10] LIMITED, (voorheen [eiser 10] LIMITED),
gevestigd te [vestigingsplaats] , Verenigd Koninkrijk,
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
hierna gezamenlijk ook te noemen: [X] c.s.,
advocaat mr. W.E. Boonk te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
hierna te noemen: [gedaagde 1] ,
advocaat mr. A.J. van der Kolk te Zwolle,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
hierna te noemen: [gedaagde 2] ,
advocaat mr. R.S. van der Spek te Leeuwarden,
3. de vennootschap naar vreemd recht
[gedaagde 3] APS,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] , Denemarken, zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedaagde in de hoofdzaak,
hierna te noemen: [gedaagde 3] ,
advocaat mr. J.P.M. Simons te Rotterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring zijdens [gedaagde 1] ;
  • de conclusie tot referte in het vrijwaringsincident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in de hoofdzaak en in het incident

2.1.
[X] c.s. vordert in de hoofdzaak dat [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk worden veroordeeld om aan hem te betalen een bedrag van
EUR 341.132,65, te vermeerderen met rente en kosten. waaronder vertaalkosten en overige expertisekosten.
2.2.
[X] c.s. heeft aan zijn vordering - zeer kort samengevat - het volgende ten grondslag gelegd. [gedaagde 1] heeft op basis van een overeenkomst van aanneming in opdracht van [X] het zeiljacht genaamd [Y] gebouwd. Op of omstreeks 1 augustus 2013, terwijl [X] met zijn bemanning met het zeiljacht aan de westkust van Groenland voer, blokkeerde de besturing van het zeiljacht en bleek het zeiljacht volledig stuurloos. Omdat het schip vervolgens langzaam in de richting van een rots dreef zou dit, aldus [X] c.s., een totaalverlies van het jacht betekenen en vormde dit gezien de watertemperatuur en de s weersomstandigheden ter plaatse een levensbedreigende situatie voor de bemanning. Het zeiljacht is door een te hulp schietende tanker gered en met de nodige moeilijkheden naar een haven in Groenland gesleept. In de haven bleek het zeiljacht fors beschadigd te zijn en zijn enkele noodreparaties verricht. Nadat het zeiljacht is overgebracht naar de werf van [A] Yachthaven in Nederland hebben de definitieve reparaties plaatsgevonden. De verzekeraars van het zeiljacht (eiseressen in de hoofdzaak sub 2 t/m 10) hebben de kosten van reparatie vergoed. De verzekeraars hebben met goedkeuring van gedaagden onderzoek verricht naar de oorzaak van de schade. Uit onderzoek van ingenieursbureau Techno Fysica B.V. te Barendracht is naar voren gekomen dat de stuurinstallatie gebrekkig was door een combinatie van ondeugdelijkheden in het ontwerp zelf, de gebruikte materialen en de montage. [X] geeft aan dat [gedaagde 3] de producent is van de stuurinstallatie en dat [gedaagde 2] de exclusieve importeur in Nederland is van de producten van [gedaagde 3] . [X] stelt dat [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] ieder voor zich aansprakelijk zijn voor de door hem geleden schade. De vordering van [X] tegen [gedaagde 1] is daarbij gebaseerd op het tekortschieten in de nakoming van de tussen partijen gesloten bouwovereenkomst. De vordering van [X] tegen [gedaagde 2] en [gedaagde 3] is gebaseerd op productaansprakelijkheid c.q. onrechtmatige daad.
2.3.
[gedaagde 1] vordert in het incident dat haar wordt toegestaan [gedaagde 2] en [gedaagde 3] in vrijwaring op te roepen tegen een door de rechtbank te bepalen terechtzitting, teneinde op de eis in vrijwaring te antwoorden en voort te procederen, kosten rechtens.
2.4.
[gedaagde 1] stelt dat zij er recht en belang bij heeft om [gedaagde 2] en [gedaagde 3] , als importeur en producent van de door haar geïnstalleerde stuurinrichting, in vrijwaring op te roepen voor het geval zij aansprakelijk wordt gehouden en in de hoofdzaak wordt veroordeeld om schade aan [X] te vergoeden. [gedaagde 1] geeft hierbij aan dat uit niets blijkt dat de stuurinrichting ondeugdelijk door haar zou zijn geïnstalleerd, maar dat het misschien gaat om een intrinsieke (constructie-)fout in de stuurinrichting. Volgens [gedaagde 1] hebben [gedaagde 2] en [gedaagde 3] in dat geval jegens haar een wanprestatie geleverd door haar een ondeugdelijke stuurinrichting te leveren.
2.5.
[X] refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, nu de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen.
3.2.
De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
in de hoofdzaak
3.3.
De rechtbank heeft in de hoofdzaak aan [gedaagde 2] en [gedaagde 3] reeds een termijn verleend voor het indienen van een conclusie van antwoord. De rechtbank zal aan [gedaagde 1] een termijn als na te melden verlenen, teneinde [gedaagde 1] de gelegenheid te geven in de hoofdzaak een bij conclusie van antwoord in te dienen.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
staat toe dat de besloten vennootschap [gedaagde 2] B.V., gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] , en de vennootschap naar vreemd recht [gedaagde 3] APS, gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] in Denemarken, door [gedaagde 1] worden gedagvaard tegen de terechtzitting van
12 oktober 2016teneinde op de eis in vrijwaring te antwoorden en voort te procederen;
4.2.
houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan;
in de hoofdzaak
4.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
26 oktober 2016voor het nemen van conclusie van antwoord door [gedaagde 1] ;
4.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Biesma en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2016. [1]

Voetnoten

1.type: 362