ECLI:NL:RBNNE:2016:436

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 februari 2016
Publicatiedatum
8 februari 2016
Zaaknummer
18.950065-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal door twee of meer verenigde personen met braak en poging tot diefstal uit betaalautomaat

Op 8 februari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere diefstallen en een poging tot diefstal. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden. De tenlastelegging omvatte vijf feiten, waaronder diefstal van wasmiddelen en snoepgoed uit een bedrijfspand, diefstal van een kunstwerk in de vorm van een haan, en een poging tot diefstal uit een betaalautomaat. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een medeverdachte handelde en dat er sprake was van braak om toegang te krijgen tot de plaatsen van de misdrijven. De verdachte heeft tijdens de zitting een bekennende verklaring afgelegd en de rechtbank heeft de bewijsvoering gebaseerd op verschillende proces-verbalen en getuigenverklaringen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, evenals de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en heeft besloten om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar in plaats daarvan een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot schadevergoeding aan verschillende partijen. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, terwijl ook rekening werd gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.950065-15; 18.034839-15 (tul)
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 8 februari 2016 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 januari 2016.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.M. von Bartheld.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. verdachte in of omstreeks de periode van 2 oktober 2015 tot en met 5 oktober 2015, te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand/opslagbox, gelegen, aldaar, aan de [straat 1] ( [nummer 1] ) heeft weggenomen een grote hoeveelhe(i)d(en) (Ariël en/of Fairy) wasmiddel(en) en/of (Fairy) afwasmiddel(en) en/of snoepgoed (onder andere dozen/een doos Snickers en/of Bounty), in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2. verdachte in of omstreeks de periode van 1 oktober 2015 tot en met 5 oktober 2015, te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een beeld (in de vorm van/voorstellende een kip/haan), althans een kunstwerk, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [ziekenhuis] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
3. verdachte op of omstreeks 29 augustus 2015, te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente Hoogeveen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een of meer op [locatie] , aldaar, staande betaalautoma(a)t(en) weg te nemen geld en/of (een) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die betaalautoma(a)t(en) te verschaffen en/of dat weg te nemen geld en/of die/dat weg te nemen goed(eren) van zijn/hun gading, althans die/dat goed(eren), onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met of meer van zijn/haar mededader(s), althans alleen, met een (lange) schroevendraaier, althans met een (hard en/of stevig en/of puntig) (breek)voorwerp heeft/hebben getracht die betaalautoma(a)t(en) open te krijgen, in elk geval te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4. verdachte in of omstreeks de periode van 3 oktober 2015 tot en met 5 oktober 2015, te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit bedrijfspand/opslagbox, gelegen, aldaar, aan de [straat 1] ( [nummer 2] ) heeft weggenomen (onder meer) een compressor en/of een kamersteiger en/of een ladder en/of een schuurmachine en/of vier, in elk geval een of meer, oprijplaten, en/of een hogedrukspuit, inclusief slang en lans en/of een injectiepomp, inclusief (groene) boormachine en/of een (zwarte) voegenkaphamer, inclusief (bruine) slang en beitel en/of een diesel kan (20 liter) en/of een (groen) aanhangwagennet en/of een aanhangwagenkleed, inclusief (zwarte) elastieken en/of een steunwiel (compressor) en/of een (dubbel-assige) aanhangwagen (van het merk Henra), in elk geval (specialistische) gereedschap(pen), althans enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] , althans aan [persoon 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5. verdachte op of omstreeks 21 augustus 2015 en/of 22 augustus 2015, te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand, gelegen, aldaar, aan de [straat 2] , heeft weggenomen (ongeveer) 200 à 300 euro aan bankbiljetten, althans een hoeveelheid/hoeveelheden geld, in elk geval enig goed, (alles) geheel of ten dele toebehorende aan naam [bedrijf 2] , althans aan [persoon 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s) en/of een (personen)auto (van het merk Kia, type Sorento en voorzien van het [kenteken] ), geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader(s), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat “verdachte en/of zijn mededader(s)” lezen alsof daar staat “verdachte en/of zijn medeverdachte(n)”. De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld: een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde voor onschuldig te worden gehouden.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde;
- oplegging van 210 dagen gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest, waarvan 151 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden toezicht van de reclassering, een meldplicht, een ambulante behandelverplichting, drugs- en alcoholverbod, een locatiegebod en elektronische controle voor een periode van zes maanden;
- toewijzing van de vordering na voorwaardelijke veroordeling;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [bedrijf 2] tot een bedrag van 4434,65 euro, hoofdelijk, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] tot een bedrag van 3238,60 euro, hoofdelijk, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [bedrijf] tot een bedrag van 2935 euro, hoofdelijk, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partijen [bedrijf 1] en [ziekenhuis] .

Beoordeling van het bewijs

Ten aanzien van feit 3 is de rechtbank met de verdediging van oordeel dat met betrekking tot het openbreken van de betaalautomaat waar alleen met een bankpas kan worden betaald het een relatief ondeugdelijke poging betreft. De opzet van verdachte was immers gericht op het wegnemen van geld doch dat bevond zich niet in de automaat.
Ten aanzien van feit 3 en feit 5 ontbreken wettige bewijsmiddelen waaruit kan blijken dat verdachte bedoelde feiten met een ander of anderen heeft gepleegd. Ten zien van dit feit ontkent verdachte dat hij de diefstal heeft gepleegd en ontbreken verklaringen van eventuele medeverdachten in het dossier.
Ten aanzien van feit 5 heeft verdachte de naam van de medeverdachte genoemd doch deze persoon ontkent elke betrokkenheid. Voorts ontbreken andere getuigenverklaringen. Voor medeplegen ontbreekt derhalve het wettige bewijs.
De rechtbank past bij de beoordeling van het ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe. De bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt en zakelijk weergegeven.
1. een proces-verbaal van aangifte [1] d.d. 05 oktober 2015, inhoudende de verklaring van [persoon 6] , namens [bedrijf] , [straat 1] [nummer 2] te [pleegplaats] .
Op 3 oktober 2015 ben ik na 15.00 uur niet meer in mijn loods geweest.
Op 5 oktober 2015 omstreeks 05.40 uur werd ik door de politie gebeld of mijn compressor nabij de [firma] stond. Ik herkende mijn compressor.
Ik zag dat er in de compressor een kamersteiger lag, een ladder, een schuurmachine en vier oprijplaten. Deze spullen kwamen uit mijn loods.
De roldeur van mijn loods stond open. Ik zag dat mijn dubbel assige aanhangwagen, merk Henra weg was. Ook mijn voegenkaphamer inclusief beitel en slang.
De roldeur was opengebroken.
2. een proces-verbaal van sporenonderzoek [2] d.d. 7 oktober 2015, inhoudende de bevindingen van [verbalisant 1] .
Bij drie opslagboxen waren de roldeuren geforceerd. Bij de eerste twee boxen was een opslagruimte van “ [bedrijf 1] ” en de derde van het bedrijf “ [bedrijf] ”.
Bij box 1 was de roldeur geforceerd met een breekijzer.
Door mij werden de waterflessen bemonsterd op een biologisch spoor en voorzien van o.a. SIN AAII2297NL.
3. een rapport van het NFI [3] d.d. 28 oktober 2015, inhoudende het uitgevoerde DNA-onderzoek door Ing. S.R. Hoogendoorn-Jagai.
Het aangeleverde sporenmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek.
Het nummer AAII2297NL#01 heeft een match opgeleverd met de DNA-profielen in DNA-profielcluster 194. Uit de bij het rapport gevoegde bijlage blijkt dat het DNA-profiel van [medeverdachte] RGK703 maakt deel uit van dit DNA-profielcluster.
Matchkans DNA-profiel kleiner dan één op één miljard.
4. een proces-verbaal van bevindingen [4] d.d. 5 oktober 2015, inhoudende de bevindingen van [verbalisant 2] .
Op 5 oktober 2015 rond 04.00 uur zag ik ter hoogte van [firma] twee personen staan. Ik zag dat er een aanhanger bij stond die achter een Quad was gekoppeld. Ik zag dat de kap van de aanhanger open stond en dat er een deel van een steiger op vastgebonden zat evenals een ladder. Ik herkende de twee personen als [medeverdachte] en [verdachte] .
5. een proces-verbaal verhoor verdachte [5] d.d. 10 december 2015, inhoudende de verklaring van [verdachte] .
Aan de [straat 1] ben ik bij geweest, ik ben daar twee keer geweest. De eerste keer was begin oktober 2015. [medeverdachte] kwam overdag bij mij en hij had gezien wat er binnen in die loods stond. Hij vroeg of ik mee wilde. Ik weet dan dat er iets gestolen gaat worden. Toen ben ik ’s avonds met hem meegegaan. Hij kwam bij mij op de quad. Wij zijn toen naar de loods gereden. [medeverdachte] had de deur al opengebroken. We hebben toen snoep en wasmiddelen meegenomen. Ik ben daarna lopend naar huis gegaan. [medeverdachte] heeft toen nog een tweede lading opgehaald.
De tweede keer was 1 of 2 dagen later. Ik ben toen weer met [medeverdachte] meegegaan achter op de quad.
Wij kwamen bij de loods, dit was een loods twee deuren verder. De roldeur was al openge-broken door [medeverdachte] .
[medeverdachte] klikte de compressor achter de quad. Ik zag een ladder uitsteken, buizen staken er uit, er stak van alles uit. Ik ben vervolgens bij hem achterop gaan zitten. Later zag ik politie aan komen rijden.
Ik ben mee geweest en heb [medeverdachte] geholpen. [medeverdachte] had de loodsen al opengebroken.
6. een proces-verbaal van aangifte [6] d.d. 5 oktober 2015, inhoudende verklaring van [persoon 2] , namens [bedrijf 1] , gevestigd aan de [straat 1] [nummer 1] te [pleegplaats] .
Op 2 oktober 2015 zijn de boxen onbeschadigd en afgesloten achter gelaten.
Op 5 oktober 2015 bleek dat er was ingebroken in de boxen. Vanuit box 1 was een pallet met Snickers en Bounty weggenomen. Ook waren er Ariël wasmiddel en Fairy afwasmiddel weggenomen.
7. een proces-verbaal van aangifte [7] d.d. 22 augustus 2015, inhoudende de verklaring van [persoon 7] namens [bedrijf 2] , [straat 2] [nummer 3] te [pleegplaats] .
Op 21 augustus 2015 rond 22.00 uur ben ik nog bij mijn bedrijf geweest en was er niets aan de hand.
Vanmorgen kwam ik bij mijn bedrijf en zag dat er was ingebroken. Er was papiergeld uit de kassalade weggenomen. Men is via het luchtrooster in het dak het pand binnengekomen. Het terrein kon men betreden door de achterpoort te forceren.
Uit het garagegedeelte is een Kia Sorento, [kenteken] , weggenomen. De auto is van onze klant [persoon 1] .
8. een proces-verbaal van sporenonderzoek [8] d.d. 23 augustus 2015, inhoudende bevindingen van [verbalisant 3] .
Bij het onderzoek in het pand van [persoon 7] zag ik twee doorzichtige handschoenen op de grond ter hoogte van de kassa liggen. Aangever zei dat die handschoenen niet van hem waren.
Deze handschoenen zijn voorzien van SIN AAHC0259NL.
9. een proces-verbaal sporenonderzoek [9] d.d. 16 september 2015, inhoudende de bevindingen van [verbalisant 4] .
Onderzoek handschoen AAHC0259NL
Ik heb de bemonstering van de gehele binnenzijde bij aantreffen van handschoen 2 veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN AAIW3281NL.
10. een proces-verbaal identificatie naar aanleiding van DNA-sporen [10] d.d. 2 november 2015, inhoudende de bevindingen van [verbalisant 5] .
Van het NFI werd een rapport d.d. 19 oktober 2015 ontvangen waaruit blijkt dat van de [verdachte] , geboren op [geboortedatum] , door het NFI een DNA-profiel werd opgenomen in de landelijke DNA-databank met het DNA-profielcluster 23906.
11. een Forensisch DNA rapport [11] d.d. 12 november 2015 van Verilabs, inhoudende de bevindingen van Dr. M. Hidding, DNA-deskundige.
De beheerder van de DNA databank heeft op 3 november 2015 het volgende DNA-profiel opgenomen: AAIW3281NL#BC01. Hierbij zijn matches gevonden. De matchende DNA-profielen zijn in de Nederlandse DNA databank voor strafzaken geregistreerd onder clusternummer 23906.
Matchkans DNA-profiel kleiner dan één op één miljard.
12. een proces-verbaal van bevindingen [12] d.d. 01 september 2015, inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] .
Op 31 augustus 2015 hadden wij surveillancedienst in [pleegplaats] .
Op de [straat 3] spraken wij kort met de ons bekende [verdachte] en [persoon 3] .
Ook spraken wij even later met de ons bekende [medeverdachte] .
Wij vertrouwden de verhalen van de personen niet en hebben in de buurt rondgekeken naar verdachte voertuigen.
Op een parkeerplaats naar een leegstaand gebouw troffen wij een Kia Sorento aan die niet was afgesloten en waarvan de motorkap nog warm aanvoelde. De auto stond in de buurt van de plaats waar wij [verdachte] en [persoon 3] voor het eerst zagen lopen. Bij nader onderzoek bleek dat deze auto was gestolen.
13. een proces-verbaal verhoor verdachte [13] d.d. 10 december 2015, inhoudende de verklaring van [verdachte] .
U hebt met mij gesproken over de diefstal van een Kia Sorento. [medeverdachte] had mij met die auto opgepikt en ik heb er maar even ingezeten want toen kwam de politie al. Ik had wel kunnen nagaan dat deze auto was gestolen. De politie zag mij en [persoon 3] . Ik heb er verder niets mee te maken.
Dat de auto was gestolen heeft [medeverdachte] mij niet verteld.
U geeft aan dat er een DNA-match is naar aanleiding van een bemonstering van de binnenkant van een plastic handschoen die is aangetroffen na een inbraak bij [bedrijf 2] .
Ik ben daar nooit geweest. U vraagt mij hoe het kan dat die handschoen met mijn DNA bij [bedrijf 2] binnen ligt. Ik ben daar echt niet geweest.
14. een proces-verbaal van aangifte [14] d.d. 8 oktober 2015, inhoudende de verklaring van [persoon 4] , namens [ziekenhuis] te [pleegplaats] .
Op 1 oktober 2015 zag de buitengastheer van het [ziekenhuis] het kunstwerk nog staan. Het kunstwerk heeft de vorm van een kip/haan. Op 6 oktober 2015 hoorde mijn collega dat het beeld was gevonden. Het beeld stond op een sokkel.
15. een proces-verbaal verhoor verdachte [15] d.d. 21 oktober 2015, inhoudende de verklaring van [verdachte] .
Ik was aanwezig bij de diefstal van het beeld bij het [ziekenhuis] .
[medeverdachte] kwam bij mij en vroeg mij of ik hem wilde helpen. Ik ben met hem meegegaan.
Ik zag dat de bronzen haan van het ziekenhuis in de bosjes lag. [medeverdachte] zei dat hij het met een zaag had gedaan.
Wij hebben de haan achterop de fiets van [medeverdachte] gezet. Ik heb helpen tillen en ben vervolgens weggegaan.
De rechtbank past met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde feit de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 januari 2016;
- een proces-verbaal van aangifte [16] d.d. 7 september 2015, inhoudende de verklaring van [persoon 5] namens de [benadeelde partij] .

Redengeving bewezenverklaring

De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen bewezen is verklaard en op grond daarvan heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1. verdachte in de periode van 2 oktober 2015 tot en met 5 oktober 2015, te [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand, gelegen aan de [straat 1] ( [nummer 1] ) heeft weggenomen een hoeveelheid Ariël en Fairy wasmiddel en Fairy afwasmiddel en snoepgoed toebehorende aan [bedrijf 1] , waarbij verdachtes medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
2. verdachte in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 5 oktober 2015, te [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een beeld in de vorm van een haan, toebehorende aan [ziekenhuis] , waarbij verdachtes medeverdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
3. verdachte op 29 augustus 2015, te [pleegplaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een op [locatie] , staande betaalautomaat weg te nemen geld toebehorende aan de [benadeelde partij] , en dat weg te nemen geld onder zijn bereik te brengen door middel van verbreking, met een schroevendraaier heeft getracht die betaalautomaat open te krijgen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4. verdachte in de periode van 3 oktober 2015 tot en met 5 oktober 2015, te [pleegplaats] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit bedrijfspand, gelegen aan de [straat 1] ( [nummer 2] ) heeft weggenomen een compressor en een kamersteiger en een ladder en een schuurmachine en vier oprijplaten, toebehorende aan [bedrijf] , waarbij verdachtes medeverdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
5. verdachte op 21 augustus 2015 of 22 augustus 2015, te [pleegplaats] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand gelegen aan de [straat 2] , heeft weggenomen bankbiljetten, toebehorende aan [bedrijf 2] , en een personenauto van het merk Kia, en voorzien van het [kenteken] , toebehorende aan [persoon 1] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en het weg te nemen geld en goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking;
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
2. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
3. Poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
4. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
5. Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft een viertal diefstallen gepleegd al dan niet met een ander en heeft getracht een betaalautomaat open te breken. Het betreffen bedrijfsinbraken waarbij braakschade is toegebracht aan de eigenaren van de bedrijven.
De bewezen geachte feiten hebben zich in een relatief korte periode voorgedaan en roepen een beeld op van het houden van "strooptochten" in [pleegplaats] .
Het betreffen naar het oordeel van de rechtbank verwerpelijke en hinderlijke feiten omdat de slachtoffers zich moeite moeten getroosten om het financiële nadeel te minimaliseren.
Naast al dan niet vergoedde braakschade is er ook financiële schade met betrekking tot goederen die aangevers niet hebben teruggekregen dan wel schade aan goederen die wel konden worden teruggegeven.
Anderzijds houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte in enige mate verantwoordelijkheid neemt voor de door hem begane feiten en dat verdachte geen leidende rol in het geheel lijkt te hebben gespeeld.
Ten aanzien van de op te leggen straf zal de rechtbank het standpunt van de officier van justitie en de verdediging volgen en verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Verdachte komt de schorsingsvoorwaarden goed na en staat open voor een ambulante behandeling voor zijn drugsverslaving.
De rechtbank is op grond van de ernst en de omvang van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval kan worden volstaan met een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden, zoals door de officier van justitie gevorderd.

Benadeelde partijen

1. [bedrijf 1] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier. Het formulier bevat echter geen opgave van een vordering tot vergoeding van door de benadeelde partij geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit.
Gelet hierop zal de benadeelde partij niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
2. [Stichting] , locatie [ziekenhuis] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door de benadeelde partij geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde.
Hoewel op het formulier een schadebedrag is vermeld is het formulier niet ondertekend en ontbreken stukken waarop de vordering is gebaseerd.
De rechtbank zal niet overgaan tot schorsing van het onderzoek om de hoogte van die schade alsnog te doen aantonen. Dit zal namelijk leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding.
De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
3. De [benadeelde partij] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door de benadeelde partij geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde.
De rechtbank acht het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan ten aanzien van één betaalautomaat bewezen. De opgegeven schade is echter niet per betaalautomaat aangegeven zodat de schade aan de betaalautomaat waarvoor een bewezenverklaring is gegeven niet kan worden vastgesteld.
De rechtbank zal niet overgaan tot schorsing van het onderzoek om de hoogte van die schade alsnog te doen aantonen. Dit zal namelijk leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding.
De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
4. [bedrijf] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door de benadeelde partij geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade.
De rechtbank zal tevens de hoofdelijkheidsclausule toepassen omdat er sprake is van een medeverdachte.
5. [bedrijf 2] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 5 ten laste gelegde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De vordering van de benadeelde partij heeft deels betrekking op een feit dat niet aan verdachte wordt verweten dat brengt met zich mee dat de benadeelde partij met betrekking tot de op dat feit betrekking hebbende schade niet ontvankelijk zal worden verklaard.
De rechtbank is van oordeel dat de overig gestelde schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering in zoverre gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade.
De rechtbank zal tevens de hoofdelijkheidsclausule toepassen omdat er mogelijk medeverdachten zijn die nog niet vervolgd zijn.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

In de persoon van de verdachte en het feit dat verdachte openstaat voor behandeling van zijn problemen ziet de rechtbank aanleiding om de vordering van de officier van justitie af te wijzen. De rechtbank zal wel de proeftijd verlengen met 1 jaar.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 45, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
 Een gevangenisstraf voor de duur van
210 dagen.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
151 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat de veroordeelde zich blijft melden bij Reclassering Nederland, Unit toezicht 1 Midden Noord, Leonard Springerlaan 21 te 9727 KB Groningen. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en dient hij zich te houden aan de aanwijzingen die haar worden opgedragen door of namens de Reclassering Nederland;
- dat de veroordeelde zich zal laten behandelen voor zijn verslaving bij verslavingszorg VNN. Voor zijn gedrag en emotioneel welzijn dient veroordeelde zich te laten behandelen bij GGZ Drenthe AFPN of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- dat de veroordeelde geen speed of andersoortige drugs zal gebruiken, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De veroordeelde zal meewerken aan controle hierop door middel van middelencontrole/urinecontrole;
- dat de veroordeelde zich gedurende de eerst zes maanden van de proeftijd dient te houden aan een locatiegebod, welk gebod inhoudt dat veroordeelde in beginsel verblijft op zijn verblijfadres aan [adres] te [woonplaats] , welk gebod nader zal worden geconcretiseerd door de reclassering. Het locatiegebod zal worden gecontroleerd met een elektronisch controlemiddel;
De rechtbank geeft opdracht aan de reclassering toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden, ingevolge artikel 14d lid 2 van het Wetboek van Strafrecht.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
 Een taakstraf, bestaande uit het verrichten van
120 urenonbetaalde arbeid.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van
60 dagenzal worden toegepast.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[bedrijf]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
2935(zegge: negenentwintighonderd en vijfendertig euro), in dier voege, dat indien dit bedrag door de medeverdachte(n) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2015.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[bedrijf], te betalen een bedrag van €
2935(zegge: negenentwintighonderd en vijfendertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van
39 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de medeverdachte(n) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2015.
Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[bedrijf 2]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
4434,65(zegge: vierenveertighonderd en vierendertig euro en vijfenzestig eurocent), in dier voege, dat indien dit bedrag door de medeverdachte(n) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[bedrijf 2], te betalen een bedrag van €
4434,65(zegge: vierenveertighonderd en vierendertig euro en vijfenzestig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 54
dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de medeverdachte(n) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers [bedrijf 2] en [bedrijf] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partijen de opgelegde bedragen te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partijen de opgelegde bedragen heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van deze bedragen komt te vervallen.
Bepaalt dat van de benadeelde partijen [bedrijf 1] , [Stichting] , locatie [ziekenhuis] en de [benadeelde partij] niet ontvankelijk zijn in de vorderingen en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partijen en verdachte de eigen kosten dragen.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer
18.034839-15:
Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen d.d. 20 mei 2015 en verlengt de bij voormeld vonnis opgelegde proeftijd met 1 jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.A. van Capelle, voorzitter, mrs. C.P. van Gastel en O.J. Bosker, rechters, bijgestaan door D.C. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 februari 2016.

Voetnoten

1.pag. 1698 ev van het dossier
2.pag. 1703 ev van het dossier
3.pag. 1725 ev van het dossier
4.pag. 1777 ev van het dossier
5.pag. 1859 ev van het dossier
6.pag. 1864 ev van het dossier
7.pag. 1087 ev van het dossier
8.pag. 1097 ev van het dossier
9.pag. 1099 ev van het dossier
10.pag. 1736 ev van het dossier
11.pag. 1108 ev van het dossier
12.pag. 1115 ev van het dossier
13.pag. 1162 ev van het dossier
14.pag. 2004 ev van het dossier
15.pag. 2031 van het dossier
16.pag. 2038 ev van het dossier