ECLI:NL:RBNNE:2016:4444
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake urgentie voor woonruimte na afwijzing aanvraag door gemeente Groningen
In deze zaak hebben verzoekers, een gezin uit Groningen, een voorlopige voorziening aangevraagd nadat hun aanvraag voor urgentie voor woonruimte door het college van Burgemeester en Wethouders van Groningen was afgewezen. De afwijzing vond plaats op 18 augustus 2016, waarbij verweerder zich baseerde op het beleid van de corporaties en eerdere rechterlijke uitspraken in een ontruimingszaak. Verzoekers, die in schrijnende omstandigheden verkeren, hebben bezwaar gemaakt tegen deze beslissing en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 5 oktober 2016 werd duidelijk dat verzoekers geen geschikte woonruimte konden vinden en dat hun situatie, waaronder medische problemen en de noodzaak om te verhuizen, urgent was. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekers voldeden aan de voorwaarden voor urgentie zoals beschreven in de huisvestingsverordening van de gemeente Groningen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening toe, waardoor verzoekers als ware zij in het bezit van een urgentieverklaring werden behandeld. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekers.