Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34).
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft Wester-Beton B.V. een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die sinds 1982 in dienst was. De kantonrechter heeft op 16 november 2016 uitspraak gedaan. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 april 2017, omdat beide partijen erkennen dat de arbeidsverhouding ernstig is verstoord. Wester-Beton heeft verzocht om de transitievergoeding van € 56.386,57 in zes maandelijkse termijnen te betalen, wat door de kantonrechter is toegewezen, gezien de financiële situatie van Wester-Beton. [verweerder] had ook een tegenverzoek ingediend voor een billijke vergoeding van € 25.000,-, maar dit verzoek is afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van Wester-Beton. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.