ECLI:NL:RBNNE:2016:5207

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 november 2016
Publicatiedatum
24 november 2016
Zaaknummer
C/17/151270 / KG ZA 16/283
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over auteursrechten en dwangsommen tussen Buma c.s. en De Brass

In deze zaak, die op 23 november 2016 door de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, hebben de eiseressen, Vereniging Buma en Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (Sena), een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap De Brass van Leeuwarden. De eiseressen vorderen dat De Brass wordt verboden om muziekwerken uit het Buma-repertoire en fonogrammen van Sena ten gehore te brengen zonder de benodigde licenties. De procedure begon met een dagvaarding op 20 oktober 2016, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 november 2016, waarbij De Brass niet verschenen was. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van Buma c.s. niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft deze toegewezen. De Brass is veroordeeld tot het betalen van dwangsommen van € 500,00 per dag voor elke overtreding, met een maximum van € 5.000,00. Daarnaast is De Brass veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.240,08. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/151270 / KG ZA 16-283
Vonnis in kort geding van 23 november 2016
in de zaak van
1. de vereniging
VERENIGING BUMA,
gevestigd te Amstelveen,
2. de stichting
STICHTING TER EXPLOITATIE VAN NABURIGE RECHTEN,
gevestigd te Hilversum,
eiseressen,
hierna te noemen Buma respectievelijk Sena en tezamen te noemen Buma c.s.,
advocaat mr. S.R.M.T. Janssen te Hoofddorp,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE BRASS VAN LEEUWARDEN B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
hierna te noemen De Brass,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 20 oktober 2016
  • de mondelinge behandeling van 4 november 2016
  • het tijdens de behandeling tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De vorderingen van Buma c.s. komen de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. De vorderingen zullen daarom worden toegewezen, met inachtneming van het navolgende.
2.2.
Aan de gevorderde dwangsommen zal per veroordeling een maximum worden verbonden van € 5.000,00 en de voorzieningenrechter zal gelet op het bepaalde in artikel 611a lid 3 Rv bepalen dat De Brass de dwangsom pas verbeurt indien zij na betekening van dit vonnis in strijd handelt met de haar opgelegde verboden.
2.3.
De in artikel 1019i lid 1 Rv bedoelde termijn voor het instellen van de hoofdzaak wordt ambtshalve vastgesteld op zes maanden na betekening van dit vonnis.
2.4.
De Brass zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Buma c.s. worden vastgesteld op:
- dagvaarding € 94,08
- griffierecht 619,00
- salaris advocaat
527,00
Totaal € 1.240,08.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verbiedt De Brass om in de lokaliteiten en/of bedrijfs- en/of praktijkruimten in het kader van de beroepsbeoefening of bedrijfsvoering enig muziekwerk behorende tot het Buma-repertoire als bedoeld onder punt 1 in het lichaam van de dagvaarding ten gehore te (laten) brengen of anderszins openbaar te maken met ingang van heden, voor zover De Brass daartoe geen licentie van Buma heeft verkregen;
3.2.
bepaalt dat De Brass voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij na betekening van dit vonnis in strijd handelt met het onder r.o. 3.1 bepaalde, aan Buma een dwangsom verbeurt van € 500,00, tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt;
3.3.
verbiedt De Brass om in haar lokaliteiten en/of bedrijfs- en/of praktijkruimten in het kader van de beroepsbeoefening of bedrijfsvoering enig voor commerciële doeleinden uitgebracht fonogram of reproductie daarvan als bedoeld onder punt 2 in het lichaam van de dagvaarding ten gehore te (laten) brengen of anderszins openbaar te maken met ingang van heden, voor zover De Brass daartoe geen licentie van Sena heeft verkregen;
3.4.
bepaalt dat De Brass voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij na betekening van dit vonnis in strijd handelt met het onder r.o. 3.3. bepaalde, aan Sena een dwangsom verbeurt van € 500,00, tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt;
3.5.
veroordeelt De Brass in de proceskosten, aan de zijde van Buma c.s. tot op heden vastgesteld op € 1.240,08;
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Sanna en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2016. [1]

Voetnoten

1.type: 680