2.2.Een ambtsedig proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 3], nummer PL05CG-2014005400-1, d.d. 11 februari 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, pagina 17 tot en met 19 van het onder 2. genoemde dossier, zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik doe hierbij aangifte van belediging van openbaar gezag omdat mijn eer en goede naam als ambtenaar van politie is aangetast. Per e-mail zijn beledigingen over mij geuit. De mails zijn kennelijk verstuurd door de mij ambtshalve bekende [verdachte], geboren te [plaats] op [geboortedatum], wonende [woonadres]. Op 20 oktober 2013 werd vanaf het [e-mailadres] een mail gestuurd naar [slachtoffer 2], [slachtoffer 6], [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4]. [slachtoffer 6] is officier van justitie en dus ook een persoon waarin ik in mijn werk mee te maken krijg. In die mail wordt vooral [slachtoffer 2] weer beledigd, maar ik word in die mail aangeduid als de lamlendeling [slachtoffer 3]. parketnummer 08/105996-15 5 datum uitspraak: 2 december 2016
In deze mail word beledigend over mij als persoon en politieman gesproken. Ik voel mij door deze mail zeer beledigd, gekrenkt en in mijn goede naam en eer aangetast.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 08/068283-14 subsidiair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
subsidiair:
hij in de periode van 25 april 2013 tot en met 9 januari 2014 in de gemeente Enschede opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten brigadier van de Nationale Politie [slachtoffer 2] en de medewerker van de Nationale Politie [slachtoffer 3] gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening door een toegezonden geschrift, te weten: in een mail heeft toegevoegd de woorden "mislukte dorpsagent [slachtoffer 2]" en/of "met minachting voor de corrupte ambtenaar" en/of "mislukte en volgevreten dorpsagent" en/of "... net zo lamlendig en gemakzuchtig als u bent" en/of over voornoemde [slachtoffer 3]: "de lamlendige [slachtoffer 3]".
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
2. subsidiair Eenvoudige belediging aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1. en 2. subsidiair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot betaling van een geldboete van € 750,00, bij gebreke van betaling en van verhaal te vervangen door 15 dagen hechtenis. De officier van justitie heeft daarbij meegewogen dat de situatie inmiddels na een recent gesprek tussen gemeente en verdachte is genormaliseerd.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich onthouden van een standpunt omtrent een eventueel op te leggen straf, gelet op de bepleite vrijspraak van de ten laste gelegde feiten. parketnummer 08/105996-15 6 datum uitspraak: 2 december 2016
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportage, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het beledigen van een tweetal politieagenten. Hij heeft aan één van die agenten meerdere mails gezonden, waarin hij beide agenten heeft beledigd. De rechtbank begrijpt dat verdachte in een voor hem machteloze en frustrerende positie terecht is gekomen, waarbij het voorstelbaar is dat verdachte emotioneel en krachtig reageert, maar verdachte is daarbij naar het oordeel van de rechtbank in het onderhavige geval over de grenzen van het toelaatbare gegaan. De rechtbank heeft acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS. Als uitgangspunt voor belediging van een ambtenaar wordt oplegging van een geldboete gehanteerd.
Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het beledigen van een politieagent. Deze veroordeling heeft hem er kennelijk niet van weerhouden om opnieuw een soortgelijk strafbaar feit te plegen.
Alles overwegende acht de rechtbank oplegging van een geldboete zoals door de officier van justitie is gevorderd in dit geval passend en geboden. De rechtbank overweegt daarbij dat oplegging van een voorwaardelijke geldboete, gezien de eerdere veroordeling van verdachte voor een soortgelijk feit en omdat het in het onderhavige geval gaat om belediging van een tweetal politieagenten, niet meer aan de orde is en geen recht doet aan de ernst van het feit.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde. parketnummer 08/105996-15 7 datum uitspraak: 2 december 2016