ECLI:NL:RBNNE:2016:825

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 februari 2016
Publicatiedatum
2 maart 2016
Zaaknummer
18.740014-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internetoplichting door jeugdige verdachte met autistische stoornis, oplegging van gedragsbeïnvloedende maatregel en jeugddetentie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 februari 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een jeugdige verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan internetoplichting. De verdachte, die lijdt aan een autistische stoornis, heeft in de periode van 1 januari 2015 tot en met 24 maart 2015 meerdere bedrijven en particulieren opgelicht door e-marketingdiensten aan te bieden en spookfacturen te versturen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, door het aannemen van een valse naam en hoedanigheid, diverse personen heeft bewogen tot de afgifte van geld. Gedragsdeskundigen hebben geadviseerd om de verdachte te behandelen binnen een strak kader om de kans op herhaling te verkleinen. De rechtbank heeft een gedragsbeïnvloedende maatregel opgelegd, inclusief een behandelprogramma en elektronisch toezicht, naast een deels voorwaardelijke jeugddetentie van 171 dagen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychologische en psychiatrische rapporten die de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte bevestigen. De verdachte is veroordeeld tot het betalen van schadevergoedingen aan de benadeelde partijen, die in totaal duizenden euro's bedragen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in haar overwegingen meegenomen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/740014-15
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/740067-15
ter berechting gevoegd parketnummer 18/740003-15
ad informandum gevoegd parketnummer 18/740002-15
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 26 februari 2016 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 december 2015 en 12 februari 2016.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P.R. Logemann, advocaat te Harlingen.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. P.A. van der Vliet.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
in de zaak met parketnummer 18/740014-15:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 24 maart 2015, te [pleegplaats 1] / [pleegplaats 2] , (althans) in de gemeente Dantumadiel, in ieder geval (telkens) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een) (/diverse) perso(o)n(en) en/of (een) bedrij(f)(ven) heeft bewogen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed [- in totaal (in elk geval) een
11-tal bedrijven/personen voor een totaal bedrag van euro 5808,32 -] hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid onder de naam [Bedrijfsnaam 1] en/of (o.v.v.) www. [Bedrijfsnaam 1] .nl (onderdeel van [bedrijf 1] ) diverse advertenties geplaatst en/of (daarmee) (een) dienst(en) aangeboden in landelijke dagbladen waarin tegen betaling (op rekeningnummer [rekeningnummer] ) E-mail marketing (o.m. naar de doelgroep en/of double opt-in) werd aangeboden (het versturen van emails om producten te promoten),
en/of waarbij (tevens/in voorkomende gevallen) werd geadverteerd met een gratis JBL speaker (t.w.v. 99,95 euro) indien een mailing met [Bedrijfsnaam 1] zou worden verstuurd en/of waarbij (tevens/in voorkomende gevallen) werd geadverteerd met het winnen van gratis iPads en/of
een tablet indien via www. [Bedrijfsnaam 1] .nl een emailadres werd ingevuld en/of een storting van (minimaal) 20 euro zou worden gedaan, en/of waarbij verdachte (telkens/in voorkomende
gevallen) offertes en/of (betalings)herinneringen verzond/(in elk geval) correspondeerde onder de naam [naam 1] en/of [naam 2] en/of waarbij verdachte (via [bedrijf 2] ) (telkens/in voorkomende gevallen) een deurwaarder inschakelde om betalingen te innen, waardoor (die) (/diverse) perso(o)n(en) en/of (een) bedrij(f)(ven) werd(en) bewogen tot
bovenomschreven afgifte, te weten (onder meer):
- [slachtoffer 1] , tot/voor een bedrag van (ongeveer) 250 euro en/of 173,50 euro en/of
- [slachtoffer 2] , tot/voor een bedrag van (ongeveer) 309,28 euro en/of 119,79 euro en/of
- [slachtoffer 3] , tot/voor een bedrag van (ongeveer) 1.149,50 euro en 20 euro en/of
- [slachtoffer 4] , tot/voor een bedrag van (ongeveer) 309,28 euro en/of
- [slachtoffer 5] , tot/voor een bedrag van (ongeveer) 426,84 euro en/of
- [slachtoffer 6] , tot/voor een bedrag van (ongeveer) 423,50 euro;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 24 maart 2015, te [pleegplaats 1] / [pleegplaats 2] , (althans) in de gemeente Dantumadiel, in ieder geval (telkens) in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of (een) (/diverse) (overige) perso(o)n(en) en/of (een) bedrij(f)(ven) te bewegen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk
-zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid onder de naam [Bedrijfsnaam 1] en/of (o.v.v.) www. [Bedrijfsnaam 1] .nl (onderdeel van [bedrijf 1]
) diverse advertenties heeft geplaatst en/of (daarmee) (een) dienst(en) heeft aangeboden in landelijke dagbladen waarin tegen betaling (op rekeningnummer [rekeningnummer] ) E-mail marketing (o.m. naar de doelgroep en/of double opt-in) werd aangeboden (het versturen van emails om producten te promoten), en/of waarbij (tevens/in voorkomende gevallen) werd geadverteerd met een gratis JBL speaker (t.w.v. 99,95 euro) indien een mailing met [Bedrijfsnaam 1] zou worden verstuurd en/of waarbij (tevens/in voorkomende gevallen) werd geadverteerd met het winnen van gratis iPads en/of een tablet indien via www. [Bedrijfsnaam 1] .nl een emailadres werd ingevuld en/of een storting van (minimaal) 20 euro zou worden gedaan, en/of waarbij verdachte (telkens/in voorkomende
gevallen) offertes en/of (betalings)herinneringen verzond/(in elk geval) correspondeerde onder de naam [naam 1] en/of [naam 2] en/of waarbij verdachte (via [bedrijf 2] ) (telkens/in voorkomende gevallen) een deurwaarder inschakelde om betalingen te innen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
(740003.15)
hij in of omstreeks de periode van (augustus/) (23) oktober 2014 tot en met (25) oktober 2014, te [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 4] en/of [pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 2] / [pleegplaats 1] , in elk geval (telkens) in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of
door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] (en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] ) (en/of een of meerdere ander(e)
perso(o)n(en)) (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid die [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] (en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] (en/of een of meerdere andere perso(o)n(en)) (alszijnde leden van [Bedrijfsnaam 4] .nl) via emailbericht(en)
aangeschreven dat (al dan niet in verband met een (openstaand) VIP account) een bedrag (van 10 euro) moest worden betaald en/of (daarbij) als [naam mevrouw] (gerechtsdeurwaarder) en/of [Naam deurwaarderskantoor] aangemaand tot (spoedige en/of onmiddellijke) betaling over te gaan omdat anders extra kosten in rekening zouden worden gebracht (een (extra) bedrag van 178,30 euro en/of 40 euro wettelijke incassokosten) en/of een dagvaarding zou worden uitgebracht en/of (vervolgens) als [Naam deurwaarderskantoor] een (concept) dagvaarding (per email) te versturen (waarin wordt aangegeven dat er sprake zou zijn geweest van betalingsherinneringen en/of meervoudig telefonisch contact en/of
correspondentie), waardoor [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] (en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] (en/of een of meerdere andere perso(o)n(en)) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij in of omstreeks de periode van 3 oktober 2014 tot en met 10 oktober 2014 te [pleegplaats 6] en/of [pleegplaats 7] en/of [pleegplaats 2] / [pleegplaats 1] , in elk geval (telkens) in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] (en/of een of meerdere ander(e) perso(o)n(en)) heeft bewogen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
die [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] (en/of een of meerdere ander(e) perso(o)n(en)) via emailbericht(en) ((waaronder) (mailing@) [Bedrijfsnaam 2] .nl) heeft aangeschreven als [naam deheer] en/of als het bedrijf [Bedrijfsnaam 3] dat er sprake is van een openstaande factuur (een bedrag van 19,50 en/of 19,99 vanwege de/een aanschaf/bestelling [van (een) (e-)boek(en))] en/of dat er (spoedig en/of onmiddellijk) tot betaling moest worden overgegaan om extra (incasso) kosten (van 40 euro) te voorkomen en/of omdat anders de vordering aan een deurwaarder uit handen zou worden gegeven
en/of tot dagvaarding voor de kantonrechter zou worden overgegaan, waardoor [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] (en/of een of meerdere andere perso(o)n(en)) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij in of omstreeks de periode van 11 juli 2014 tot en met 27 oktober 2014 in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 18] en/of een of meerdere perso(o)n(en) ((waaronder die) vermeld op de aan de bij deze dagvaarding als bijlage gehechte lijst) te bewegen tot de
afgifte van geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte, met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of
in strijd met de waarheid die [slachtoffer 18] en/of een of meerdere perso(o)n(en) ((waaronder die) vermeld op de aan de bij deze dagvaarding als bijlage gehechte lijst) ((als) leden van [Bedrijfsnaam 4] .nl) via emailbericht(en) aangeschreven dat (al dan niet in verband met een (openstaand) VIP account) een bedrag (van 10 euro) moest worden betaald en/of (daarbij) als [naam mevrouw] (gerechtsdeurwaarder) en/of [Naam deurwaarderskantoor] aangemaand tot (spoedige en/of onmiddellijke) betaling over te gaan omdat anders extra kosten in rekening
zouden worden gebracht (een (extra) bedrag van 178,30 euro en/of 40 euro wettelijke incassokosten) en/of een dagvaarding zou worden uitgebracht en/of (vervolgens) als [Naam deurwaarderskantoor] een (concept) dagvaarding (per email) te versturen (waarin wordt aangegeven dat er sprake zou zijn geweest van betalingsherinneringen en/of meervoudig telefonisch contact en/of correspondentie), en/of ia emailbericht(en) ((waaronder) (mailing@) [Bedrijfsnaam 2] .nl) aangeschreven als [naam deheer] en/of als het bedrijf [Bedrijfsnaam 3] en/of als het bedrijf [Bedrijfsnaam 5] dat er sprake is van een openstaande factuur (een bedrag van 19,50 en/of 19,99 vanwege een/de aanschaf/bestelling [van (een) (e-)boek(en)]) en/of dat er (spoedig en/of onmiddellijk) tot betaling moest worden overgegaan om extra (incasso) kosten (van 40 euro) te voorkomen en/of omdat anders de vordering aan een deurwaarder uit handen zou worden gegeven en/of tot dagvaarding voor de kantonrechter zou worden overgegaan en/of beslag op de bankrekening zou worden gelegd, in elk geval (telkens) (als of vanuit (het bedrijf) [Bedrijfsnaam 4] (.nl) en/of [Bedrijfsnaam 3] en/of [Bedrijfsnaam 5] ) (via email) (een) factu(u)(ren) verzonden en/of tot betaling(en) aangemaand, onder de dreiging van het inschakelen van een
deurwaarder en/of het uitbrengen van een dagvaarding en/of het in rekening brengen van extra kosten en/of het leggen van beslag, zonder dat er een tegenprestatie was geleverd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
in de zaak met parketnummer 18/740067-15:
hij in of omstreeks de periode van 10 juli 2015 tot en met 1 september 2015 te [pleegplaats 2] , (althans) in de gemeente Dantumadiel, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 19] heeft bewogen tot de afgifte van geld (in totaal (ongeveer) 4650 euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als een (bonafide) dienstverlener in emailmarketing (onder de naam [Bedrijfsnaam 6] ) en/of (binnen korte tijd) (een/meerdere) faktu(u)r(en) heeft verzonden voor (reeds) (vermeend) verleende diensten (het verzenden van emails voor marketing doeleinden) en/of
aangegeven dat een extra (geld)bedrag (van 200 euro) benodigd was voordat de emails/dienst(en) (daadwerkelijk) kon(den) worden verzonden/geleverd en/of (meerdere) malen (toe)gezegd dat de emails zouden zijn verzonden/de diensten zouden zijn geleverd, waardoor [slachtoffer 19] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Beoordeling van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het in de zaak met parketnummer 18/740014-15 onder 1., 2., 3., 4. en 5. ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/740067-15 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd dat het ad informandum gevoegde strafbare feit met parketnummer 18/740002-15 meegenomen wordt bij de strafoplegging.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat het in de zaak met parketnummer 18/740014-15 onder 1., 2., 3., 4. en 5. ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/740067-15 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Tevens heeft de raadsman aangegeven dat het ad informandum gevoegde strafbare feit met parketnummer 18/740002-15 kan worden meegenomen.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het in de zaak met parketnummer 18/740014-15 onder 1., 2., 3., 4. en 5. ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/740067-15 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Bij de bepaling van de op te leggen straf zal de rechtbank rekening houden met het ad informandum gevoegde feit dat door verdachte is bekend.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 18/740014-15 onder 1., 2., 3.,4. en 5. ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/740067-15 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
in de zaak met parketnummer 18/740014-15:
1.
hij in de periode van 1 januari 2015 tot en met 24 maart 2015, te [pleegplaats 1] / [pleegplaats 2] in de gemeente Dantumadiel meerdere malen, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels diverse personen en bedrijven heeft bewogen tot de afgifte van geld, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid onder de naam [Bedrijfsnaam 1] en www. [Bedrijfsnaam 1] .nl, onderdeel van [bedrijf 1] , diverse advertenties geplaatst en daarmee diensten aangeboden in landelijke
dagbladen waarin tegen betaling op rekeningnummer [rekeningnummer] e-mail
marketing, o.m. naar de doelgroep en double opt-in, werd aangeboden, te weten: het versturen van e-mails om producten te promoten, en waarbij in voorkomende gevallen werd geadverteerd met een gratis JBL speaker t.w.v. 99,95 euro indien een mailing met [Bedrijfsnaam 1] zou worden verstuurd en waarbij in voorkomende gevallen werd geadverteerd met het winnen van gratis iPads en een tablet indien via www. [Bedrijfsnaam 1] .nl een e-mailadres werd ingevuld en een storting van minimaal 20 euro zou worden gedaan, en waarbij verdachte in voorkomende gevallen offertes en betalingsherinneringen verzond en correspondeerde onder de naam [naam 1] en [naam 2] en
waarbij verdachte via [bedrijf 2] in voorkomende gevallen een deurwaarder inschakelde om betalingen te innen, waardoor die diverse personen en bedrijven werden bewogen tot
bovenomschreven afgifte, te weten onder meer:
- [slachtoffer 1] voor een bedrag van 250 euro en 173,50 euro en
- [slachtoffer 2] , voor een bedrag van 309,28 euro en 119,79 euro en
- [slachtoffer 3] voor een bedrag van 1.149,50 euro en 20 euro en
- [slachtoffer 4] voor een bedrag van 309,28 euro en
- [slachtoffer 20] voor een bedrag van 426,84 euro en
- [slachtoffer 6] voor een bedrag van 423,50 euro;
2.
hij in de periode van 1 januari 2015 tot en met 24 maart 2015 te [pleegplaats 1] / [pleegplaats 2] in de gemeente Dantumadiel ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] te bewegen tot de afgifte van geld, met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid onder de naam [Bedrijfsnaam 1] en www. [Bedrijfsnaam 1] .nl, onderdeel van [bedrijf 1] , diverse advertenties heeft geplaatst en daarmee diensten heeft aangeboden in landelijke dagbladen waarin tegen betaling op rekeningnummer [rekeningnummer] e-mail marketing o.m. naar de doelgroep en double opt-in werd aangeboden, te weten: het versturen van e-mails om producten te promoten, en waarbij in voorkomende gevallen werd geadverteerd met een gratis JBL speaker t.w.v. 99,95 euro indien een mailing met [Bedrijfsnaam 1] zou worden verstuurd en waarbij in voorkomende gevallen werd geadverteerd met het winnen van gratis iPads en een tablet indien via www. [Bedrijfsnaam 1] .nl een e-mailadres werd ingevuld en een storting van minimaal 20 euro zou worden gedaan, en waarbij verdachte offertes en betalingsherinneringen verzond en correspondeerde onder de naam [naam 1] en [naam 2] en waarbij verdachte via [bedrijf 2] een deurwaarder inschakelde om betalingen te innen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
(740003.15)
hij in oktober 2014 te [pleegplaats 3] en [pleegplaats 4] en [pleegplaats 5] en [pleegplaats 2] / [pleegplaats 1] , telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 15] heeft bewogen tot de afgifte van geld,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid die [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 15] als zijnde leden van [Bedrijfsnaam 4] .nl via e-mailberichten aangeschreven dat al dan niet in verband met een openstaand VIP account een bedrag van 10 euro moest worden betaald en daarbij als [naam mevrouw] , gerechtsdeurwaarder, en [Naam deurwaarderskantoor] aangemaand tot spoedige en onmiddellijke betaling over te gaan omdat anders extra kosten in rekening zouden worden gebracht, te weten: een extra bedrag van 178,30 euro en 40 euro wettelijke incassokosten en een dagvaarding zou worden uitgebracht en vervolgens als [Naam deurwaarderskantoor] een conceptdagvaarding per e-mail verstuurd waarin wordt aangegeven dat er sprake zou zijn geweest van betalingsherinneringen en meervoudig telefonisch contact en correspondentie, waardoor [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 15] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij in de periode van 3 oktober 2014 tot en met 10 oktober 2014 te [pleegplaats 6] en [pleegplaats 7] en [pleegplaats 2] / [pleegplaats 1] met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] heeft bewogen tot de afgifte van geld, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid die [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] via e-mailberichten, waaronder mailing@) [Bedrijfsnaam 2] .nl, heeft aangeschreven als [naam deheer] en/of als het bedrijf [Bedrijfsnaam 3] dat er sprake is van een openstaande factuur, te weten: een bedrag van 19,50 euro en/of 19,99 euro en/of 59,99 euro vanwege een aanschaf/bestelling van een e-book en dat er spoedig en onmiddellijk tot betaling moest worden overgegaan om extra incassokosten van 40 euro te voorkomen en omdat anders de vordering aan een deurwaarder uit handen zou worden gegeven en tot dagvaarding voor de kantonrechter zou worden overgegaan, waardoor [slachtoffer 16] en [slachtoffer 17] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij in de periode van 11 juli 2014 tot en met 27 oktober 2014 in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels [slachtoffer 18] en meerdere andere personen te bewegen tot de afgifte van geld, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en
in strijd met de waarheid die [slachtoffer 18] en meerdere andere personen als leden van [Bedrijfsnaam 4] .nl via e-mailberichten aangeschreven dat al dan niet in verband met een openstaand VIP account een bedrag van 10 euro moest worden betaald en daarbij als [naam mevrouw] , gerechtsdeurwaarder, en/of [Naam deurwaarderskantoor] aangemaand tot spoedige en onmiddellijke betaling over te gaan omdat anders extra kosten in rekening zouden worden gebracht, te weten: een extra bedrag van 178,30 euro en 40 euro wettelijke incassokosten en een dagvaarding zou worden uitgebracht en vervolgens als [Naam deurwaarderskantoor] een conceptdagvaarding per e-mail te versturen waarin wordt aangegeven dat er sprake zou zijn geweest van betalingsherinneringen en meervoudig
telefonisch contact en correspondentie, en via e-mailberichten, waaronder mailing@) [Bedrijfsnaam 2] .nl, aangeschreven als [naam deheer] en/of als het bedrijf [Bedrijfsnaam 3] en/of als het bedrijf [Bedrijfsnaam 5] dat er sprake is van een openstaande factuur, te weten: een bedrag van 19,50 euro en 19,99 euro vanwege de aanschaf/bestelling van een e-book en dat er spoedig en onmiddellijk tot betaling moest worden overgegaan om extra incassokosten van 40 euro te voorkomen en omdat anders de vordering aan een deurwaarder uit handen zou worden gegeven en tot dagvaarding voor de kantonrechter zou worden overgegaan en beslag op de bankrekening zou worden gelegd,
zonder dat er een tegenprestatie was geleverd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
in de zaak met parketnummer 18/740067-15:
hij in de periode van 10 juli 2015 tot en met 1 september 2015 te [pleegplaats 2] in de gemeente Dantumadiel met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels [slachtoffer 19] heeft bewogen tot de afgifte van geld, in totaal 4650 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich voorgedaan als een bonafide dienstverlener in e-mailmarketing onder de naam [Bedrijfsnaam 6] en binnen korte tijd meerdere fakturen heeft verzonden voor reeds vermeend verleende diensten, te weten: het verzenden van e-mails voor marketing doeleinden, en aangegeven dat een extra geldbedrag van 200 euro benodigd was voordat de e-mails/diensten daadwerkelijk konden worden verzonden/geleverd, waardoor [slachtoffer 19] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
in de zaak met parketnummer 18/740014-15:
1. oplichting, meermalen gepleegd,
2. poging tot oplichting,
3. oplichting, meermalen gepleegd,
4. oplichting, meermalen gepleegd,
5. poging tot oplichting, meermalen gepleegd.
in de zaak met parketnummer 18/740067-15:
oplichting.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank heeft kennis genomen van het psychologisch rapport d.d. 17 augustus 2015, opgemaakt door [psycholoog] , GZ-psycholoog. Dit rapport houdt, zakelijk weergegeven, onder meer in als conclusie dat verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde op de hoogte was van het ontoelaatbare karakter van zijn gedrag, maar dat hij ten gevolge van zijn gebrekkige gewetensontwikkeling en stoornissen niet in staat was om zijn gedrag conform dit besef te bepalen.
De psycholoog adviseert om verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van het psychiatrisch rapport d.d. 6 december 2015, opgemaakt door [psychiater] , kinder- en jeugdpsychiater. De psychiater heeft geadviseerd om verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren.
De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van verdachte, met voormelde conclusies en maakt die tot de hare. De rechtbank is uitgaande van een 3-punts-schaal, van oordeel dat het hiervoor bewezenverklaarde aan verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate.
De rechtbank acht verdachte strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot:
- een jeugddetentie voor de duur van 171 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, zulks met aftrek van de tijd die door verdachte in voorarrest is doorgebracht,
- oplegging van de bijzondere voorwaarde dat verdachte zijn medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht van het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid gedurende de proeftijd, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen,
- oplegging van de Gedragsbeïnvloedende Maatregel voor de duur van één jaar, subsidiair 1 jaar vervangende jeugddetentie, bestaande uit tweemaal ITB Harde Kern van elk 6 maanden en de eerste 6 maanden Elektronisch Toezicht. Ook moet verdachte meewerken aan Multi Dimensionele Familietherapie (MDFT), meewerken aan delictpreventiegesprekken en cognitieve gedragstherapie en zich laten behandelen en begeleiden door Verslavingszorg Noord-Nederland,
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden,
- verbeurdverklaring van de in beslag genomen mobiele telefoon, merk Apple iPhone 5,
- verbeurdverklaring van de in beslag genomen computer, type notebook, merk Apple Macbook Pro,
- toewijzing van de vordering van de [benadeelde partij 1] (h.o.d.n. [slachtoffer 3] ) tot een bedrag van € 1.388,45,
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 1.388,45,
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] B.V. tot een bedrag van € 309,28,
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 309,28,
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 20] tot een bedrag van € 426,84,
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 426,84,
- toewijzing van de vordering van de [benadeelde partij 2] tot een bedrag van
€ 21.534,62,
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 21.534,62,
- niet-ontvankelijk verklaring van de [benadeelde partij 2] met betrekking tot het overige deel van haar vordering,
- opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat hij zich kan vinden in het advies van de Raad voor de Kinderbescherming en dat de eis van de officier van justitie daarbij past en daarom te volgen is.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem gemaakte rapporten, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het door verdachte erkende ad informandum gevoegde feit, zoals dit op de dagvaarding met parketnummer 18/740014-15 is vermeld en welk feit hiermee is afgedaan.
De rechtbank heeft in het bijzonder in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich diverse malen schuldig gemaakt aan oplichting, pogingen daartoe en aan diefstal van geld van zijn oma.
Verdachte heeft in een periode van ongeveer een jaar een groot aantal bedrijven en personen opgelicht door de schijn te wekken dat hij diensten voor hen kon verrichten in
e-mailmarketing en deze vervolgens na betaling niet te leveren. Ook heeft hij een groot aantal personen onder druk gezet om bedragen aan hem te betalen, waarbij verdachte zich onder meer voordeed als (medewerker van) een gerechtsdeurwaarder. Door zo te handelen heeft verdachte niet alleen de gedupeerden financieel benadeeld en misbruik gemaakt van hun vertrouwen, maar ook in het algemeen schade berokkend aan het vertrouwen dat bedrijven en consumenten in het (digitale) handelsverkeer moeten kunnen hebben.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van een groot geldbedrag van zijn oma door middel van diverse pintransacties. Verdachte had de beschikking over de pinpas en de pincode om voor zijn oma betalingen te doen via internet.
Toen zijn oma van haar bank het bericht kreeg dat er geen geld meer op haar bankrekeningen stond, heeft verdachte door middel van leugens geprobeerd te voorkomen dat zij contact hierover kon opnemen met de bank. Verdachte heeft door zo te handelen ernstig misbruik gemaakt van het door zijn oma in hem gestelde vertrouwen. De oma van verdachte is door het handelen van verdachte in financiële problemen gekomen, onder meer omdat de huur van haar woning niet meer betaald kon worden.
Het betreft hier ernstige en vervelende strafbare feiten. Verdachte heeft zich uitsluitend laten leiden door zijn eigen financieel gewin om daarmee zijn gokverslaving in stand te kunnen houden. Verdachte heeft daarbij geen oog gehad voor de belangen van zijn slachtoffers.
De psychiater heeft vastgesteld dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een autisme spectrum stoornis (MCDD). Tevens is er sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling en is er sprake van pathologisch internetgokken.
Het risico dat verdachte in de toekomst weer zijn vlucht zal nemen tot pathologisch gokken en/of manipulatieve internetpraktijken wordt vrij groot ingeschat. De psychiater heeft de rechtbank geadviseerd om een langdurige voorwaardelijke straf op te leggen, met psychiatrische begeleiding en behandeling. De gedragsbeïnvloedende maatregel (hierna te noemen: GBM) wordt niet geadviseerd omdat deze vooral gericht is op gedragsregulatie en minder op psychiatrische begeleiding.
De psycholoog die verdachte heeft onderzocht komt tot de conclusie dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis, te weten: een gokverslaving en de aanlegstoornis ASS in combinatie met een obsessief-compulsieve stoornis. Verdachte disfunctioneert op alle leefgebieden en dwingt aanpassingen af om zo zijn angsten en compulsiviteit te beteugelen. Hij is zowel dwangmatig en obsessief, als ook berekenend en uit op eigen gewin, ondanks dat hij de immorele kant van zijn handelen inziet. De stoornissen zijn zeer fors, maar de eigengereidheid en zelfbepaling naast een verminderde gevoeligheid voor interventies evenzeer. Naar het oordeel van de psycholoog was verdachte zeker op de hoogte van het ontoelaatbare karakter van zijn gedrag ten tijde van de door hem gepleegde strafbare feiten, maar was hij als gevolg van de gebrekkige gewetensontwikkeling en stoornissen niet in staat om zijn gedrag conform dit besef te bepalen. Het voelen van drang en dwang, de verslaving en trek, het moeite hebben los te komen van dwanggedachten, de beperkte zelfregulatie en zelfinzicht vergroten naar het oordeel van de psycholoog de kans op recidive.
Geadviseerd wordt de oplegging van een GBM met daarnaast behandeling voor verdachte en diens ouders in de vorm van een Multi Dimensionele Familie Therapie.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft eveneens gerapporteerd. Hij heeft vastgesteld dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een autisme spectrum stoornis (MCDD), waarbij wordt gezien dat hij bepalend is, wat inflexibel is en zich wat boven de ander opstelt. Verdachte handelt soms impulsief en reageert daarbij soms niet goed voorspelbaar vanuit zijn eigen denkwereld. Voort is sprake van zwakke ik-functies met bij stress optredende paranoïde denkbeelden en hallucinatoire belevingen. Tevens is er sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. De problematiek is hardnekkig en de kans op recidive wordt zeer hoog geacht. Wat opvalt is dat verdachte een vaardigheid heeft ontdekt en verder ontwikkeld, namelijk oplichting via het internet. Verdachte lijkt nog niet bereid om deze vaardigheid los te laten.
Verdachte heeft intensieve individuele psychiatrische behandeling nodig. Tevens is gezinsbehandeling/-begeleiding noodzakelijk.
Geadviseerd wordt een GBM voor de duur van één jaar, inhoudende twee maal een ITB Harde Kern, elk voor de duur van 6 maanden, 6 maanden elektronisch toezicht, delict preventie gesprekken, cognitieve gedragstherapie, begeleiding/behandeling van Multi Dimensionele Familietherapie en begeleiding/behandeling van en door Verslavingszorg Noord Nederland.
Daarnaast wordt een voorwaardelijke jeugddetentie geadviseerd met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht door het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid te Leeuwarden.
De rechtbank is -mede gelet op het advies van de Raad voor de Kinderbescherming- van oordeel dat aan verdachte een maatregel betreffende het gedrag (GBM) van de jeugdige voor de duur van één jaar dient te worden opgelegd, nu de ernst van de begane misdrijven en de veelvuldigheid daarvan daartoe aanleiding geven en de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat het advies van de Raad voor de Kinderbescherming een afgewogen advies is, waarbij diverse mogelijkheden van bestraffing tegen elkaar zijn afgewogen. De rechtbank neemt de conclusies uit dit rapport dan ook over en maakt deze tot de hare.
Het advies van de psychiater om een minder ingrijpende interventie toe te passen, zal de rechtbank dan ook niet volgen.
Aan de door de wet gestelde voorwaarde dat de rechtbank zich een met redenen omkleed, gedagtekend en ondertekend advies heeft doen overleggen van de Raad voor de Kinderbescherming, dat wordt ondersteund door ten minste een gedragskundige, is voldaan nu de Raad voor de Kinderbescherming een gedragsdeskundige heeft geconsulteerd zoals blijkt uit het rapport. Bovendien heeft ook de psycholoog op 17 augustus 2015 een GBM geadviseerd. Weliswaar blijkt uit het rapport van de psychiater dat de psycholoog zich ook in de conclusies van de psychiater kon vinden, maar de rechtbank is niet gebleken dat de psycholoog daarmee afstand heeft gedaan van het hiervoor genoemde advies. Het hierna te noemen programma dat de rechtbank voor ogen staat is dermate langdurig en intensief dat de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit meebrengen dat dit bij voorkeur moet worden toegepast in het kader van de GBM in plaats van in het kader van de voorwaardelijke veroordeling (ECLI:NL:HR:2011:BQ4676).De rechtbank zal bepalen dat de maatregel de modules bevat zoals de Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd, maar dat daarbij -gezien de eisen van proportionaliteit- met een vervangende jeugddetentie voor de duur van 6 maanden kan worden volstaan. Naast de oplegging van een maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige acht de rechtbank oplegging van een deels voorwaardelijke jeugddetentie passend en geboden. Aan het voorwaardelijk deel van de jeugddetentie zal de rechtbank de bijzondere voorwaarde verbinden die door de Raad voor de Kinderbescherming is geadviseerd, te weten meldplicht bij het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid te Leeuwarden.
De rechtbank zal bevelen dat de GBM en het programma dadelijk uitvoerbaar zijn, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en de dadelijke uitvoerbaarheid in het belang van verdachte is. Dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen, leidt de rechtbank af uit het feit dat er tijdens de periode van de schorsing van de voorlopige hechtenis opnieuw een melding over internetoplichting bij de politie is binnengekomen en uit het feit dat de overige bewezenverklaarde feiten in korte tijd zijn gepleegd.
Daarbij komt dat de Raad voor de Kinderbescherming heeft opgemerkt dat verdachte naar het lijkt nog niet bereid is de vaardigheid van internetoplichting los te laten.
Zonder de intensieve begeleiding in het kader van de GBM en aansluitend toezicht en begeleiding is de kans dat verdachte opnieuw strafbare feiten zal plegen naar het oordeel van de rechtbank aanzienlijk te noemen.
Dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarde van een meldplicht is in dit geval, gelet op het bepaalde in artikel 77za, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, niet mogelijk. Er is immers geen sprake van een situatie waarin er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

In beslag genomen goederen

Onder verdachte zijn een computer, type notebook, merk Apple Macbook Pro, en een mobiele telefoon, merk Apple iPhone 5, in beslag genomen.
De rechtbank is van oordeel dat deze in beslag genomen voorwerpen moeten worden teruggegeven aan verdachte, nu de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen dat deze uit de baten van de door verdachte gepleegde misdrijven zijn verkregen en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

Benadeelde partijen

[benadeelde partij 1] (h.o.d.n. [slachtoffer 3] ) heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door hem geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder de in de zaak met parketnummer 18/740014-15 onder 1. ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade tot een bedrag van € 1.169,50 voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht dit deel van de vordering, dat niet dan wel onvoldoende door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank zal de vordering voor het overige gedeelte afwijzen, nu de niet ontvangen JBL speaker en tablet niet als schade kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade.
[slachtoffer 4] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder de in de zaak met parketnummer 18/740014-15 onder 1. ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering, die niet dan wel onvoldoende door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade.
[slachtoffer 20] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder de in de zaak met parketnummer 18/740014-15 onder 1. ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering, die niet dan wel onvoldoende door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade.
[benadeelde partij 2] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ad € 25.734,62, bestaande uit € 21.534,62 aan pintransacties en € 4.200,00 aan contant geld ten gevolge van het aan verdachte ad informandum gevoegde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 21.534,62 voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht dit gedeelte van de vordering, die niet dan wel onvoldoende door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank zal de benadeelde partij met betrekking tot het overige gedeelte van haar vordering niet-ontvankelijk verklaren, nu zij dit gedeelte onvoldoende onderbouwd acht.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade.
De rechtbank zal ten aanzien van de toegewezen schadevergoedingen voor de hierboven genoemde benadeelde partijen geen gebruik maken van de bevoegdheid om vervangende jeugddetentie op te leggen, gelet op de jeugdige leeftijd van verdachte en de hoogte van de te vergoeden schade.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 45, 77a, 77g, 77i, 77p, 77w, 77wc, 77wa, 77za, 77aa, 77gg, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het in de zaak met parketnummer 18/740014-15 onder 1., 2., 3., 4. en 5. ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/740067-15 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een jeugddetentie voor de duur van 171 dagen.
Bepaalt dat van deze jeugddetentie een gedeelte, groot 90 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
a. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
b. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
c. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij de afdeling jeugdreclassering van het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid op het adres Tesselschadestraat 2 te Leeuwarden, en dat hij zich daarna zal blijven melden zo lang en zo frequent als deze instelling dat noodzakelijk acht.
Draagt voornoemde instelling op toezicht te houden op de naleving van de bijzondere voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
Een maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige voor de duur van één jaar.
Deze maatregel bestaat uit:
1. ITB Harde Kern voor de duur van tweemaal 6 maanden,
2. Elektronisch Toezicht met GPS voor de duur van de eerste 6 maanden van de maatregel,
3. Delict preventie gesprekken,
4. Cognitieve gedragstherapie gericht op het verminderen van angst, dwang en controle,
5. Gezinsbegeleiding in de vorm van Multi Dimensionele Familietherapie,
6. Begeleiding en behandeling van en door Verslavingszorg Noord Nederland.
Belast het Regiecentrum voornoemd met de ondersteuning van de tenuitvoerlegging.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde niet naar behoren aan de tenuitvoerlegging heeft meegewerkt, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 6 maanden.
Beveelt dat het programma dadelijk uitvoerbaar is.
Gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven computer, type notebook, merk Apple Macbook Pro, en een mobiele telefoon, merk Apple iPhone 5.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Wijst de vordering van de [benadeelde partij 1] (h.o.d.n. [slachtoffer 3] ) toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 1.169,50 (zegge: eenduizend eenhonderdnegenenzestig euro en vijftig eurocent).
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering voor het overige deel af.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [benadeelde partij 1] (h.o.d.n. [slachtoffer 3] ), te betalen een bedrag van € 1.169,50 (zegge: eenduizend eenhonderdnegenenzestig euro en vijftig eurocent). Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 1] (h.o.d.n. [slachtoffer 3] ), daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 309,28 (zegge: driehonderdnegen euro en achtentwintig eurocent).
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4] , te betalen een bedrag van € 309,28 (zegge: driehonderdnegen euro en achtentwintig eurocent). Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 20] toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 426,84 (zegge: vierhonderdzesentwintig euro en vierentachtig eurocent).
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 20] , te betalen een bedrag van € 426,84 (zegge: vierhonderdzesentwintig euro en vierentachtig eurocent). Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 20] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Wijst de vordering van de [benadeelde partij 2] toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 21.534,62 (zegge: eenentwintigduizend vijfhonderdvierendertig euro en tweeënzestig eurocent).
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel niet ontvankelijk is in haar vordering en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [benadeelde partij 2] , te betalen een bedrag van € 21.534,62 (zegge: eenentwintigduizend vijfhonderdvierendertig euro en tweeënzestig eurocent). Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 2] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Dölle, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. L.G. Wijma, kinderrechter, en mr. C. Krijger, rechter, bijgestaan door L. Palstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 februari 2016.
Mr. Krijger is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Dölle
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Wijma
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Palstra
locatie Leeuwarden,