Op 17 maart 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 17 januari 2014, waarbij de verdachte samen met anderen geweld heeft gepleegd tegen drie slachtoffers op de openbare weg in Groningen. De verdachte, geboren in 1981, was aanwezig op de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. Wierts. Het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. R. Wildeman.
De tenlastelegging omvatte het duwen, stompen en slaan van de slachtoffers, waarbij de rechtbank verschillende getuigenverklaringen heeft beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een ruzie waarbij zowel de verdachte als de slachtoffers geweldshandelingen hebben verricht. De verdediging voerde aan dat de verdachte handelde uit noodweer, maar de rechtbank verwierp dit verweer, omdat er geen overtuigend bewijs was voor een noodweersituatie.
De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde bewezen kon worden, en dat de verdachte strafbaar was. Bij de strafbepaling hield de rechtbank rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was gepleegd, en het tijdsverloop sinds het incident. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren, met een proeftijd van één jaar. De rechtbank benadrukte dat dergelijk geweld op de openbare weg gevoelens van onveiligheid teweegbrengt en dat de verdachte verantwoordelijk was voor zijn daden.