ECLI:NL:RBNNE:2017:1035
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarigen
Op 23 maart 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met twee minderjarige slachtoffers. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer en de verdachte was aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. C. Eenhoorn. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. A.M. de Vries. De tenlastelegging omvatte onder andere het seksueel binnendringen van de slachtoffers, die op het moment van de feiten nog niet de leeftijd van zestien jaar hadden bereikt.
Tijdens de zitting op 9 maart 2017 zijn de verklaringen van de slachtoffers en hun moeder besproken. De officier van justitie concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor het primair ten laste gelegde, maar dat de subsidiaire en tweede tenlastelegging wel bewezen konden worden. De verdediging betoogde echter dat de verklaringen van de slachtoffers tegenstrijdig waren en dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.
De rechtbank oordeelde dat het bewijs voor zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend was. De rechtbank wees op de inconsistenties in de verklaringen van de slachtoffers en de ontkennende verklaring van de verdachte. Hierdoor was er te veel twijfel om tot een veroordeling te komen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, die alleen bij de burgerlijke rechter konden worden ingediend. Tevens werd het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.