Op 14 april 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van belaging en bedreiging van zijn ex-vriendin. De zaak kwam voort uit een reeks van bedreigende sms-berichten en ongewenste contacten die de verdachte tussen juni en november 2016 met de aangeefster had onderhouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster, met als doel haar te dwingen iets te doen of te dulden, en haar vrees aan te jagen. De verdachte heeft onder andere gedreigd met de dood en heeft zich ongewenst in de nabijheid van de aangeefster begeven.
Tijdens de rechtszittingen op 20 februari en 3 april 2017 heeft de verdachte zijn betrokkenheid bij de feiten erkend. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster en andere getuigen als bewijs gebruikt en heeft de verdachte veroordeeld voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en een behandelverplichting. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan verschillende stoornissen, en heeft geoordeeld dat deze factoren zijn gedragingen in verminderde mate beïnvloedden.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 282 dagen, waarvan een deel voorwaardelijk is, en heeft hem verplicht zich te houden aan de voorwaarden die door de reclassering zijn gesteld. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de feiten en de impact op de aangeefster in overweging hebben genomen.