ECLI:NL:RBNNE:2017:1466
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boetes binnenvaart en bewijslastverdeling in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 21 april 2017, gaat het om een beroep tegen een besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, waarbij aan eisers boetes zijn opgelegd voor overtredingen in de binnenvaart. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. P.E. van Dam, hebben in totaal € 20.600 aan boetes opgelegd gekregen, welke later zijn verlaagd tot € 16.800 na een bezwaarprocedure. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een zitting op 10 april 2017, waar eisers niet persoonlijk aanwezig waren, maar wel vertegenwoordigd door hun gemachtigde en een andere persoon.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Inspectie Leefomgeving en Transport op 5 november 2015 een controle heeft uitgevoerd op het binnenvaartschip van eisers, waarbij meerdere overtredingen zijn geconstateerd. De rechtbank heeft in haar overwegingen de bewijslastverdeling besproken, waarbij het bestuursorgaan de bewijslast heeft om te bewijzen dat een overtreding heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft ook verwezen naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de opgelegde boete voor een van de overtredingen onterecht was, omdat het bemanningslid ten tijde van de controle wel degelijk over de benodigde bekwaamheid beschikte. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd, het primaire besluit herroepen en de bestuurlijke boete vastgesteld op € 7.500. Tevens is bepaald dat de Minister het door eisers betaalde griffierecht moet vergoeden en dat de proceskosten worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.